This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Je neus achterna
Slide 1 - Slide
Welke mening heeft de auteur over het beïnvloeden van koopgedrag door middel van geur?
A
Hij vindt het afkeurenswaardig dat de consument door het gebruik van geur misleid wordt.
B
Hij vindt het niet goed dat fabrikanten handig gebruikmaken van het gegeven dat geur het koopgedrag beïnvloedt.
C
De mening van de auteur komt nauwelijks naar voren in de tekst.
Slide 2 - Quiz
Op welke manier is de tekst opgebouwd?
A
De auteur geeft de aanleiding voor het schrijven van de tekst en geeft vervolgens een aantal voorbeelden.
B
De auteur geeft een korte samenvatting van de hele tekst en gaat daarna op de verschillende punten dieper in.
C
De auteur noemt een probleem en geeft in de tekst verschillende oplossingen voor dit probleem.
Slide 3 - Quiz
Geuren worden volgens de tekst voor verschillende doelen ingezet. Eén doel is het stimuleren van de verkoop van producten. Voor welke doelen worden geuren nog meer ingezet?
A
voor de verkeersveiligheid en om mensen vaker voor het openbaar vervoer te laten kiezen
B
voor de verkeersveiligheid en voor een rustgevend effect op mensen
C
voor een rustgevend effect op mensen en om mensen vaker voor het openbaar vervoer te laten kiezen
Slide 4 - Quiz
In alinea 5 staat de zin: "Tasi wil niet dat ik de term manipulatie gebruik in dit verband." Waarom wil Tasi dit niet?
A
Het woord manipulatie heeft een negatieve ondertoon.
B
Hij vindt dat hij consumenten niet beïnvloedt.
C
Manipulatie heeft niets met gedragsbeïnvloeding te maken.
D
Slide 5 - Quiz
In alinea 7 beweert Adam Tasi dat een geur moet kloppen met wat andere zintuigen tegelijkertijd waarnemen. Welke van onderstaande zinnen uit dezelfde alinea bevat een argument om deze bewering te ondersteunen?
A
"Voor een koffiecorner in het UWV-gebouw te Groningen hebben we een chocolate-chip-cookiegeur verspreid in hun vestiging."
B
Men rook chocolade en zag chocoladekoekjes liggen in een ruimte die ook visueel overeenkwam met wat wij met chocolade associëren (...)"
C
"Zelfs het geluid moet kloppen."
D
Slide 6 - Quiz
Waarom verspreidt de internationale hotelketen Swissôtel in alle filialen een huisgeur via het ventilatiesysteem?
A
Bezoekers hebben dan het gevoel dat ze in Zwitserland zijn.
B
Hotelgasten gedragen zich dan rustiger tijdens hun bezoek.
C
Swissôtel wil zo bezoekers aan zich binden.
D
Slide 7 - Quiz
De auteur begint alinea 11 met de zin: "Zoals gezegd staan we nog maar aan het begin van deze vorm van geurgebruik (...)." Waarom doet hij dit?
A
De auteur geeft hiermee aan dat Adam Tasi hierover heeft gesproken.
B
De auteur verwijst hiermee terug naar een andere alinea in de tekst.
C
De auteur wil hiermee een soepele overgang naar de volgende alinea maken.
D
Slide 8 - Quiz
In welke twee stukken kun je alinea 11 verdelen?
A
middel en doel
B
oorzaak en gevolg
C
opsomming en tegenstelling
D
Slide 9 - Quiz
Welke zin vat de hele tekst het best samen?
A
Bedrijven gebruiken steeds vaker speciaal gemaakte geuren die ervoor zorgen dat het koopgedrag van mensen verandert.
B
Consumenten zijn eerder geneigd om over te gaan tot een aankoop, wanneer zij geprikkeld worden door wat ze zien en ruiken.
C
Het gedrag en het gevoel van mensen worden beïnvloed door een combinatie van geur en wat andere zintuigen registreren
D
Slide 10 - Quiz
Waarom is de informatie in dit artikel betrouwbaar?
A
De auteur geeft zijn eerlijke mening.
B
De auteur laat meerdere deskundigen aan het woord.