41 lessons Geschiedenis middelbare school vmbo b leerjaar 1
Looking for interactive lesson materials Geschiedenis for middelbare school vmbo b leerjaar 1? Browse ideas for online lesson plans Geschiedenis from other educators.
Lesson plan with 1 Lesson
Schrijven op een wasplankje
Canonvenster Karel de GroteVoortgezet onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les kunnen leerlingen een verband leggen tussen Karel de Grote en het middeleeuwse karolingische schrift. Aan het eind van de les kennen de leerlingen de betekenis van de begrippen: Karel de Grote, karolingische minuskel, wasplankje.Aan het eind van de les kunnen leerlingen hun eigen handtekening op een wasplankje ontwerpen, wat overeenkomt met de wijze waarop Karel de Grote dit ooit deed. Schrijven op een wasplankje Karel de Grote wilde eenheid in zijn grote rijk: één geloof, één munt en ook één handschrift. Zo kon iedereen hetzelfde lezen en begrijpen. Die nieuwe schrijfletter moest natuurlijk wel geoefend worden. Dat kon je goed doen op een wasplankje. InleidingLang niet iedereen leerde schrijven in de tijd van Karel de Grote. Er waren geen scholen. Alleen in kloosters of aan het hof werd (aan jongens) schrijfles gegeven. Bij dit nieuwe schrift werden voor het eerst hoofdletters en spaties tussen de woorden gebruikt. Dat maakte het lezen een stuk gemakkelijker. Maar het leren schrijven was nog steeds een hele klus. Er was nog geen papier, perkament en inkt waren te kostbaar om te verspillen. Je kon de letters oefenen met een stokje in het zand. Ook gebruikte men een wasplankje. In de was kon je de letters krassen en daarna weer uitvegen om opnieuw te beginnen. Een handige uitvinding van de Romeinen die ook in de tijd van Karel de Grote nog veel gebruikt wordt. Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding In deze opdracht gaan de leerlingen aan de slag met het schrijven op een wasplankje. Ze voelen hoe lastig het is om met een houten staafje mooie letters te maken in de was. Ze oefenen letters van het schrift van Karel de Grote en maken zijn handtekening na. Ook maken ze hun eigen ‘Karolingische’ handtekening. Voor deze opdracht zijn wasplankjes nodig. Deze zijn hier kant en klaar te koop. Je kunt ze ook met de leerlingen zelf maken. De les wordt dan natuurlijk wel een stuk langer. Zie hiervoor het werkblad wasplankjes maken, bekijk dit werkblad voor de uitleg. Ook staat er een materialenlijst met wat je allemaal nodig hebt. Bijenwas ervoor is hier te bestellen. -Bestel of maak wasplankjes en schrijfstiftjes.-Zet alle benodigdheden klaar in de klas.-Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Laat de digibordslides zien in de klas; een museumdocent legt hierin met een filmpje iets uit over Karel de Grote, zijn schrift en het wasplankje. -Ga met de kinderen aan de slag. LinksCanon van Nederland - Karel de GroteWasplankjes bestellenBijenwas bestellen
GeschiedenisBasisschoolMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoGroep 6-8Leerjaar 1,2
Lesson plan with 1 Lesson
Watersnood! Wat neem jij mee?
Canonvenster de watersnoodBasisonderwijs groep 5-8 LesdoelenAan het eind van de les hebben de leerlingen kennis gemaakt met de gebeurtenis en de gevolgen van de watersnoodramp.Aan het eind van de les kunnen de leerlingen een vertaalslag maken naar de huidige dreiging van het water door te onderzoeken of ze in een risicogebied wonen en te bedenken welke eigendommen van belang zijn tijdens evacuatie. Watersnood! Wat neem jij mee? In februari 1953 breken de dijken en grote delen van zuidwest-Nederland lopen onder water. Een ramp! Wat neem jij mee als jouw straat opeens vol water zou staan? Inleiding De Deltawerken zijn over de hele wereld bekend. Ze zijn gebouwd om een rampnacht als in 1953 te voorkomen. In Zeeland begaven de dijken het toen onder de druk van een grote storm. 1836 mensen kwamen om, tienduizenden raakten dakloos. “Dit nooit weer,” was de reactie in Nederland. En er is daarna heel veel geïnvesteerd in nieuwe dijken en ingenieuze bouwwerken om Nederland te beschermen tegen het water. Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding Onze dijken beschermen ons nu tegen een overstroming en hoewel de kans gelukkig klein is, kan het natuurlijk een keer misgaan.. In deze opdracht ontdekken leerlingen hoe hoog het water bij jullie in de klas zou komen als de dijken vandaag zouden breken. Misschien ligt jullie klas wel gunstig en houden jullie droge voeten. Maar misschien staat het wel tot het plafond! En wat zou jij in dat geval meenemen? Wat is belangrijk? Je tablet? Je teddybeer..? Kinderen leven zich in die moeilijke nacht van toen in en praten over hun bezittingen en hun gevoelens. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Bekijk de les en video.-Bekijk met de leerlingen deze website en kijk hoe hoog het water bij jullie komt. Als bij jullie het water niet hoog komt, stel je dan voor dat je klas in bijvoorbeeld Den Haag ligt. -Hang een briefje op de muur hoe hoog het water in de klas zou komen. Meet het samen met de leerlingen uit. -Laat de leerlingen individueel een lijstje maken met maximaal vijf dingen die zij mee zouden willen nemen als het water in hun straat opeens hoog zou staan. Doe deze opdracht ook als het water in de klas niet hoog zou staan. Het gaat om het inleven in de geschiedenis. -Laat vijf kinderen hun lijstje voorlezen in de klas. Staan er dingen op die overeenkomen met andere kinderen? Of staan er juist hele andere dingen op? Waarom zijn juist deze dingen belangrijk voor deze leerlingen? -Discussieer erover in de klas. LinksCanon van Nederland - De watersnoodOverstroomik?
GeschiedenisBasisschoolMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoGroep 5-8Leerjaar 1,2
Lesson plan with 1 Lesson
Bouwen
Themales bouwenVoortgezet onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les kunnen de leerlingen beredeneren hoe de materiaalkeuze van een woning ontstaat, door voorbeelden in de les te bekijken en door de materiaalkeuze van hun school te onderzoeken.Bouwen Waar is jouw school van gebouwd? Als je naar de geschiedenis kijkt, ontdek je dat mensen met heel veel verschillende materialen huizen hebben gemaakt. Van baksteen, leem, met een riet dak of dakpannen... Waar is jullie school eigenlijk van gemaakt? En waarom juist daarvan? Inleiding De mens bouwt. De belangrijkste reden voor een mens om te bouwen is om beschutting te hebben. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor bijvoorbeeld dieren, karren en in latere tijd machines. Deze beschutting is vooral nodig tegen het weer. Mensen bouwen van alles: schuren, stallen, fabrieken, maar vooral huizen. Hier wonen mensen immers in. In een huis vinden mensen niet alleen beschutting tegen het weer maar ook tegen gevaar; in een huis loop je minder kans overvallen te worden door dieven dan in de openlucht. Mensen vinden bovendien warmte in een huis. Wanneer je een vuurtje aanlegt in huis of de verwarming aanzet, blijft de warmte langer hangen tussen de muren en het dak, dan in de openlucht. Mensen bouwen huizen in de stad en op het platteland. De huizen op het platteland zijn over het algemeen groter dan die in de stad. Dit komt doordat er op het platteland meer ruimte is om een huis te bouwen. In een stad wonen immers meer mensen dichter op elkaar, dus moeten de huizen daar kleiner worden gebouwd. Je huis neem je vaak voor lief. Maar waar je woont bepaalt ook vaak hoé je woont. In warme landen zijn de huizen anders dan in koude, want tegen de kou heb je een andere soort bescherming nodig. Ook bouwden mensen vroeger vaak met materialen uit de buurt. Woonde je bij een bos, dan gebruikte je veel hout. Woonde je in gebieden waar veel leem in de grond zat, dan bouwde je daarmee. Leerlingen ontdekken dat het gebruik van materialen en bouwtechnieken voor huizen afhankelijk was, en in vele delen van de wereld nog is, van verschillende factoren: geografische factoren (bijv. grondsoort, klimaat); aanwezigheid van bouwmaterialen ter plaatse; sociaal-economische omstandigheden van de eigenaar van het huis. Opbouw opdracht en voorbereiding De leerlingen beseffen met deze opdracht dat mensen huizen bouwen en dat ze bepaalde redenen hebben voor het gebruik van specifieke bouwmaterialen. Ook ontdekken ze waar de school van gemaakt is. Ze denken na over waarom de school juist hiervan gemaakt is. -Print het werkblad materialen in mijn school uit – voor alle leerlingen. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Introduceer kort het onderwerp ‘bouwen’. -Laat de eerste slides van de digibordmodule zien met het filmpje van de museumdocent en de opdracht. -Geef de leerlingen het werkblad materialen in mijn school. -Laat de leerlingen de hele school doorlopen en alle materialen opschrijven die ze zien. -Vul samen met de leerlingen de checklist in die in de digibordmodule staat. Welke materialen worden gebruikt in jullie school? -Discussieer: waarom denk je dat deze materialen zijn gebruikt? Extra verdiepingsopdracht Voor voortgezet onderwijs: laat de leerlingen kijken hoe de bakstenen muur van school is opgebouwd. Zie hier baksteenformaten en gebruik het werkblad steensverbanden in bakstenen muur.LinksBaksteenformaten
GeschiedenisBasisschoolMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoGroep 6-8Leerjaar 1,2
Lesson plan with 1 Lesson
Het Wilhelmus
Canonvenster Willem van OranjeVoortget onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les kennen de leerlingen de oorsprong van het Wilhelmus en kunnen zij hierdoor een verband leggen tussen het Wilhelmus en Willem van Oranje.Aan het eind van de les kennen de leerlingen de betekenis van de volgende begrippen en personen: Willem van Oranje, het Wilhelmus, de geuzen.Aan het eind van de les kunnen leerlingen hun mening vormen en hun gevoel uiten over het gebruik van volksliederen. Het Wilhelmus Het Wilhelmus is het Nederlandse volkslied. Het is een loflied over Willem van Oranje. Hij leidde in de 16e eeuw de Nederlandse Opstand tegen de Spanjaarden. Het lied wordt nu heel plechtig gespeeld en gezongen. Maar in het begin klonk het heel anders. Inleiding Het Wilhelmus werd voor het eerst gezongen door de geuzen. De melodie was overgenomen van een bestaande Franse soldatenmars. Het werd een lied dat de geuzen lekker konden zingen bij het marcheren. Alleen al het deuntje was voldoende om Spaanse troepen op stang te jagen. Het strijdlied gaf moed en eeuwenlang is men het blijven zingen. In 1932 maakte koningin Wilhelmina het Wilhelmus tot nationaal volkslied. Meer over dit onderwerp: zie onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding Deze les is geschikt voor thuisonderwijs of voor in de klas. De leerlingen moeten onder andere raden wat het oorspronkelijke tempo van het Wilhelmus was. Verder denken ze na over de betekenis van het volkslied. Aan het einde van de les zingen de leerlingen allemaal mee met de Wilhelmus-karaoke. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Introduceer het Wilhelmus-Volg de les op het digibord. -Bespreek de quiz-onderdelen zo nodig na. -Zing mee met de Wilhelmus-karaoke en bespreek de gevoelens die dat oproept.LinksCanon van Nederland - Willem van OranjeTekst Wilhelmus
GeschiedenisBasisschoolMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoGroep 7,8Leerjaar 1,2
Lesson plan with 11 Lessons
Leven van de natuur
Tijdvak van Jagers en Boeren
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6
WAAROVER GAAT DEZE SERIE?
De eerste mensen leefden van dingen die ze in de natuur vonden; ze jaagden, visten en verzamelden bessen en noten. Meer dan 90% van de tijd dat de moderne mens bestaat, leefde hij in kleine groepen jager-verzamelaars. Pas op het moment dat de landbouw wordt uitgevonden, rond 11.000 voor Christus, verandert deze manier van leven drastisch. De neolithische revolutie (of eerste landbouwrevolutie) betekende de overgang van een samenleving van jager-verzamelaars met een rondtrekkend bestaan naar een samenleving van mensen die in nederzettingen woonden (sedentarisme) en aan landbouw en veeteelt deden.Behalve ingaan op deze verandering in middelen van bestaan, behandelt deze lesserie ook belangrijke vaardigheden zoals: het werken met jaartallen, bronnen, en indeling van de tijd.
De TIJD indelen
Voor leerlingen is het werken met jaartallen lastig. Met name het werken met jaartallen voor het jaar 1, leveren eigenlijk bij elk niveau in het eerste leerjaar problemen op. Deze les behandelt het werken met jaartallen stap voor stap, waarbij de vaardigheden van de leerlingen tussentijds wordt getoetst aan de hand van korte quizvragen.
Lesson plan with 5 Lessons
De Vroege Middeleeuwen
Tijd van Monniken en Ridders
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1
WAAROVER GAAT DEZE SERIE?
Het is fascinerende tijd en zeker geen middelmatige tussenperiode: de middeleeuwen. De negatieve status die dit tijdperk in de geschiedschrijving heeft gekregen is zeker niet altijd terecht. Zeker, de middeleeuwen hadden zo hun momenten met hun langdurige oorlogen, dodelijke ziekten, almachtige kerk en onwetende burgers. Maar als je de ontwikkelingen in de middeleeuwen volgt zie je dat West-Europa langzaamaan vanuit de donkere nadagen van het Romeinse Rijk weer opkrabbelt. Zover is het nog niet bij de eerste deel van de middeleeuwen. Voor dit tijdvak, dat van Monniken en Ridders, hebben we gekozen voor de meer universele term: Vroege Middeleeuwen, hoewel deze benaming niet altijd meer wordt gehanteerd in de methoden.De Vroege Middeleeuwen kenmerken zich door het ontstaan van Frankische Rijk, met zijn bekendste koning Karel de Grote, dat voortkwam uit het vacuüm dat door de val van het West-Romeinse Rijk was nagelaten; door het leenstelsel als oplossing en ondergang voor het nieuwe bestuur; maar ook door de Angelsaksische missionarissen die zichzelf in levensgevaarlijk situaties brachten met de kerstening van delen van Europa. Het is de tijd van ridders, die als een soort huurlingen de vorsten helpen in oorlogen. Van het hofstelsel met vroonhof en horigen. En van monniken die in kloosters monnikenwerk leveren in scriptoria. Kortom: het is écht een fascinerende tijd.
De koning en zijn leenmannen
In deze les wordt eerst ingegaan op de naam en periodisering van de middeleeuwen. Voor het gemak wordt in de methoden meestal uitgegaan van twee tijdvakken, Monniken en Ridders en Steden en Staten, die rond het jaar 500 beginnen en duizend jaar later eindigen in 1500 voor Christus. Dat is natuurlijk een versimpeling, en ook historici kunnen elkaar nog regelmatig in de haren vliegen als het gaat om de periodisering. De tijdbalk in deze les gaat uit van de val van het West-Romeinse Rijk als startpunt en de ‘ontdekking’ van Amerika door Columbus als eindpunt. Dit had ook de val van Constantinopel kunnen zijn, maar als je kijkt naar de benaming van de tijdvakken vóór (Tijd van Grieken en Romeinen) en ná (Tijd van Ontdekkers en Hervormers), dan is de keuze in deze les logischer.Op zich is deze les niet heel groot, maar dat wil niet zeggen dat het eenvoudig is voor leerlingen. Het feodale stelsel is best ingewikkelde materie, zeker als je er diep op zou ingaan. Voor leerlingen is deze light-versie meer dan voldoende om het systeem te begrijpen: voor een vorst als Karel de Grote was het land te groot om alleen te besturen, door gebruik te maken van leenmannen was (of leek) dit eenvoudiger. Er wordt ingegaan op de rechten en plichten van de leenmannen, maar ook op de nadelenOnderwerpen:De opkomst en ondergang van het Frankische RijkHet leenstelselPersonen:Karel de GroteLodewijk de Vrome
Lesson plan with 43 Lessons
Beeld bij je Boek: transkoloniale literatuur
GeschiedenisMaatschappijkunde+4Middelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6
Transkoloniale Literatuur
Meer dan ooit ligt de focus in onze wereld op hoe wij met elkaar omgaan en hoe we naar elkaar kijken. Vanuit welk perspectief kijk je naar de geschiedenis en wordt het niet tijd om vanuit andere kanten naar onszelf en anderen te kijken? Beeld en Geluid op school heeft boeken verzameld waarbij die 'andere kijk' en het 'andere verhaal' centraal staat. Ze vroeg aan een aantal schrijvers met transkoloniale roots hun top 5 te geven van boeken die absoluut gelezen moeten worden, die een noodzaak hebben. Dit resulteert in onderstaande lijst van must reads - ingeleid door de schrijvers. Met stip op één: Wij slaven van Suriname van Anton de Kom. Beeld en Geluid op school zocht beeld bij deze boeken om leerlingen te helpen inzicht te krijgen bij een boek (zie ook de Kijklijst van Nesciolijst). De boeken die zeker geschikt zijn voor de leeslijst (bovenbouw havo/vwo) kregen de meeste aandacht. De andere pareltjes worden wat korter behandeld. Work in progress Deze lijst is nog niet af. De redactie (Gepco de Jong - docent Nederlands en promovendus Universiteit Leiden, Karlijn Naaijkens - oud docent Nederlands en educatief medewerker bibliotheek, Rik Binnendijk, Amy Welten, Saskia de Vries - researchers Beeld en Geluid) blijft boeken toevoegen. Dus ... kijk, bekijk en gebruik het in de klas. En denk met ons mee! Heb je zelf nog tips (titels én fragmenten uit de collectie) - geef het door via opschool@beeldengeluid.nl. VMBO Vind je dit een fijne constructie en geef je les op het VMBO? Stuur tips van titels en fragmenten naar opschool@beeldengeluid.nl. In het najaar willen we ook hiervoor een lijst met boeken gaan samenstellen - met jullie input. Nieuwe tekst
Lesson plan with 54 Lessons
Historisch Overzicht vanaf 1848 en Staatsinrichting (Examen 2021)
Tijdvak van Burgers en StoommachinesTijdvak van WereldoorlogTijdvak van Televisie en Computer
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6
NEDERLAND VAN 1848 TOT 1914
Als in Nederland in 1848 een nieuwe grondwet komt, is dat de eerste stap richting een democratischer Nederland: de macht van de koning wordt ingeperkt en de positie van het Nederlandse parlement wordt versterkt. Toch blijft het stemrecht beperkt tot een zeer beperkte groep, die mag stemmen volgens het principe van het censuskiesrecht. Geleidelijk wordt het stemrecht weliswaar opgerekt, bijvoorbeeld middels het Caoutchouc-artikel van 1887, maar pas in 1919 hebben 'alle' Nederlanders inspraak. Om dit te kunnen bereiken is door de groepen, die toen waren achtergesteld, hard gestreden.Rechten (en plichten) van Nederlanders zijn zó vanzelfsprekend voor leerlingen. Dit onderwerp laat zien dat deze verworvenheden niet zonder slag of stoot in de Grondwet zijn gekomen. En dat ze nog relatief kort geleden in Nederland zijn ingevoerd. Algemeen kiesrecht en emancipatie van achtergestelde groepen zijn 'slechts' 100 jaar geleden ingevoerd en/of geborgd in onze Grondwet. Een dergelijk referentiekader blijft voor leerlingen een lastig gegeven, maar de huidige (nationale en internationale) maatschappij biedt genoeg 'vergelijkingsmateriaal' om leerlingen een beeld te helpen ontwikkelen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: kinderarbeid of discriminatie op grond van sekse, ras of seksuele geaardheid in andere delen van de wereld.Dit onderwerp helpt leerlingen tevens om, bij latere onderdelen van het Historisch Overzicht vanaf 1848, te laten zien wanneer democratie in gevaar komt c.q. dreigt te komen. Of dit nu tijdens de Duitse bezetting is, de Sovjet-Unie ten tijde van Stalin, of het (Islamitisch) terrorisme is.
De Eerste Wereldoorlog
‘De oorlog die aan ons land is voorbij gegaan’. Dat was toch een beetje de positie van de Eerste Wereldoorlog in het Nederlandse geschiedenisonderwijs. Dat is de afgelopen tijd gelukkig veranderd en wordt het belang van deze oorlog ook voor ons leerlingen onderkend. Al is het alleen maar vanwege het feit dat de strijd in de loopgraven inmiddels ruim honderd jaar geleden in ons Europa heeft plaatsgevonden.Maar de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog zijn niet te onderschatten en alleen daarom al van groot belang om een plek te krijgen binnen het Historisch Overzicht vanaf 1848: van de ruim één miljoen Belgische vluchtelingen, naar de opkomst van Adolf Hitler en uiteindelijk de Tweede Wereldoorlog. Met name dat laatste is voor historici ook vaak de reden om te spreken van één grote wereldoorlog die slechts onderbroken werd door een wapenstilstand van ongeveer twintig jaar.De Grote Oorlog spreekt in eerste instantie niet veel leerlingen aan: het is een grote onbekende en, mede vanwege het ontbreken van tastbare bronnen én bekende speelfilms. Maar als het onderwerp wordt behandeld dan verbazen de leerlingen zich niet alleen over de zinloosheid van een loopgravenoorlog, maar ook over de uitvindingen tijdens de ‘oorlog van de uitvinders’ die steeds gruwelijker wapentuig bracht voor op, onder en boven het slagveld.
Lesson plan with 1 Lesson
Bouwen
Themales bouwenBasisonderwijs groep 6-8 LesdoelenAan het eind van de les kunnen de leerlingen beredeneren hoe de materiaalkeuze van een woning ontstaat, door voorbeelden in de les te bekijken en door de materiaalkeuze van hun school te onderzoeken.Bouwen Waar is jouw school van gebouwd? Als je naar de geschiedenis kijkt, ontdek je dat mensen met heel veel verschillende materialen huizen hebben gemaakt. Van baksteen, leem, met een riet dak of dakpannen... Waar is jullie school eigenlijk van gemaakt? En waarom juist daarvan? Inleiding De mens bouwt. De belangrijkste reden voor een mens om te bouwen is om beschutting te hebben. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor bijvoorbeeld dieren, karren en in latere tijd machines. Deze beschutting is vooral nodig tegen het weer. Mensen bouwen van alles: schuren, stallen, fabrieken, maar vooral huizen. Hier wonen mensen immers in. In een huis vinden mensen niet alleen beschutting tegen het weer maar ook tegen gevaar; in een huis loop je minder kans overvallen te worden door dieven dan in de openlucht. Mensen vinden bovendien warmte in een huis. Wanneer je een vuurtje aanlegt in huis of de verwarming aanzet, blijft de warmte langer hangen tussen de muren en het dak, dan in de openlucht. Mensen bouwen huizen in de stad en op het platteland. De huizen op het platteland zijn over het algemeen groter dan die in de stad. Dit komt doordat er op het platteland meer ruimte is om een huis te bouwen. In een stad wonen immers meer mensen dichter op elkaar, dus moeten de huizen daar kleiner worden gebouwd. Je huis neem je vaak voor lief. Maar waar je woont bepaalt ook vaak hoé je woont. In warme landen zijn de huizen anders dan in koude, want tegen de kou heb je een andere soort bescherming nodig. Ook bouwden mensen vroeger vaak met materialen uit de buurt. Woonde je bij een bos, dan gebruikte je veel hout. Woonde je in gebieden waar veel leem in de grond zat, dan bouwde je daarmee. Leerlingen ontdekken dat het gebruik van materialen en bouwtechnieken voor huizen afhankelijk was, en in vele delen van de wereld nog is, van verschillende factoren: geografische factoren (bijv. grondsoort, klimaat); aanwezigheid van bouwmaterialen ter plaatse; sociaal-economische omstandigheden van de eigenaar van het huis. Opbouw opdracht en voorbereiding De leerlingen beseffen met deze opdracht dat mensen huizen bouwen en dat ze bepaalde redenen hebben voor het gebruik van specifieke bouwmaterialen. Ook ontdekken ze waar de school van gemaakt is. Ze denken na over waarom de school juist hiervan gemaakt is. -Print het werkblad materialen in mijn school uit – voor alle leerlingen. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Introduceer kort het onderwerp ‘bouwen’. -Laat de eerste slides van de digibordmodule zien met het filmpje van de museumdocent en de opdracht. -Geef de leerlingen het werkblad materialen in mijn school. -Laat de leerlingen de hele school doorlopen en alle materialen opschrijven die ze zien. -Vul samen met de leerlingen de checklist in die in de digibordmodule staat. Welke materialen worden gebruikt in jullie school? -Discussieer: waarom denk je dat deze materialen zijn gebruikt? Extra verdiepingsopdracht Voor voortgezet onderwijs: laat de leerlingen kijken hoe de bakstenen muur van school is opgebouwd. Zie hier baksteenformaten en gebruik het werkblad steensverbanden in bakstenen muur.LinksBaksteenformaten
GeschiedenisBasisschoolMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoGroep 6-8Leerjaar 1,2
Lesson plan with 8 Lessons
De Vroege Middeleeuwen
Tijd van Monniken en Ridders
GeschiedenisBasisschoolMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoGroep 6-8Leerjaar 1-6
WAAROVER GAAT DEZE SERIE?
Het is fascinerende tijd en zeker geen middelmatige tussenperiode: de middeleeuwen. De negatieve status die dit tijdperk in de geschiedschrijving heeft gekregen is zeker niet altijd terecht. Zeker, de middeleeuwen hadden zo hun momenten met hun langdurige oorlogen, dodelijke ziekten, almachtige kerk en onwetende burgers. Maar als je de ontwikkelingen in de middeleeuwen volgt zie je dat West-Europa langzaamaan vanuit de donkere nadagen van het Romeinse Rijk weer opkrabbelt. Zover is het nog niet bij de eerste deel van de middeleeuwen. Voor dit tijdvak, dat van Monniken en Ridders, hebben we gekozen voor de meer universele term: Vroege Middeleeuwen, hoewel deze benaming niet altijd meer wordt gehanteerd in de methoden.De Vroege Middeleeuwen kenmerken zich door het ontstaan van Frankische Rijk, met zijn bekendste koning Karel de Grote, dat voortkwam uit het vacuüm dat door de val van het West-Romeinse Rijk was nagelaten; door het leenstelsel als oplossing en ondergang voor het nieuwe bestuur; maar ook door de Angelsaksische missionarissen die zichzelf in levensgevaarlijk situaties brachten met de kerstening van delen van Europa. Het is de tijd van ridders, die als een soort huurlingen de vorsten helpen in oorlogen. Van het hofstelsel met vroonhof en horigen. En van monniken die in kloosters monnikenwerk leveren in scriptoria. Kortom: het is écht een fascinerende tijd.
De koning en zijn leenmannen
In deze les wordt eerst ingegaan op de naam en periodisering van de middeleeuwen. Voor het gemak wordt in de methoden meestal uitgegaan van twee tijdvakken, Monniken en Ridders en Steden en Staten, die rond het jaar 500 beginnen en duizend jaar later eindigen in 1500 voor Christus. Dat is natuurlijk een versimpeling, en ook historici kunnen elkaar nog regelmatig in de haren vliegen als het gaat om de periodisering. De tijdbalk in deze les gaat uit van de val van het West-Romeinse Rijk als startpunt en de ‘ontdekking’ van Amerika door Columbus als eindpunt. Dit had ook de val van Constantinopel kunnen zijn, maar als je kijkt naar de benaming van de tijdvakken vóór (Tijd van Grieken en Romeinen) en ná (Tijd van Ontdekkers en Hervormers), dan is de keuze in deze les logischer.Op zich is deze les niet heel groot, maar dat wil niet zeggen dat het eenvoudig is voor leerlingen. Het feodale stelsel is best ingewikkelde materie, zeker als je er diep op zou ingaan. Voor leerlingen is deze light-versie meer dan voldoende om het systeem te begrijpen: voor een vorst als Karel de Grote was het land te groot om alleen te besturen, door gebruik te maken van leenmannen was (of leek) dit eenvoudiger. Er wordt ingegaan op de rechten en plichten van de leenmannen, maar ook op de nadelenOnderwerpen:De opkomst en ondergang van het Frankische RijkHet leenstelselPersonen:Karel de GroteLodewijk de Vrome
Lesson plan with 13 Lessons
De Gouden Eeuw
Tijdvak van Regenten en Vorsten
GeschiedenisKunstgeschiedenis+1BasisschoolMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoGroep 6-8Leerjaar 1-6
Waarover gaat deze serie?
In principe is het een wonderlijke combinatie: een economische bloeiperiode ten tijde van een langslepende oorlog. Toch is dat precies wat er in de Nederlanden gebeurde aan het eind van de zestiende- en gedurende een groot deel van zeventiende eeuw. De Nederlandse Opstand (of minder correct: Tachtigjarige Oorlog) was weliswaar nog steeds in volle gang, maar het slagveld had zich inmiddels steeds meer verplaatst naar andere delen van de Nederlanden. De Republiek ziet en grijpt steeds meer handelskansen: van de groei van Amsterdam als Europese stapelmarkt, naar de handel van de VOC in Azië en de slavenhandel van de WIC in Amerika.De relatieve, doch zeer pragmatische, tolerantie in de Republiek zorgde ervoor dat zowel kunst als wetenschap enorm konden opbloeien. Vervolgingen vanwege andere religie of denkbeelden kwamen hier nagenoeg niet voor.De meeste historici zijn het er wel over eens dat de Gouden Eeuw geen eeuw duurde, al blijft het lastig om een exact begin en eind aan te duiden. Meestal wordt als begin de oprichting van de VOC (1602) gegeven, en als eind het Rampjaar (1672), maar dat is geen wetmatigheid. De Britse historicus Jonathan Israel maakt zelfs een onderverdeling van de periode in de vroege Gouden Eeuw van 1588 tot 1647 en de late Gouden Eeuw van 1647 tot 1702.De afbeelding is een fragment uit het schilderij: De bedreigde zwaan door Jan Asselijn. Het stelt Johan de Witt als zwaan voor die het ei (Holland) beschermt tegen de vijand. Overigens zijn deze interpratie en teksten er pas later aan toegevoegd. Hierdoor kreeg het schilderij een propagandistisch karakter.
Wie is de baas in de Republiek?
Staatkundig gezien nam de Republiek een volstrekt unieke positie in in het Europa van de zeventiende eeuw. Alleen al het feit dat het een republiek was, en dus geen vorst als koning of keizer had, maakte de Nederlanden bijzonder. Voor leerlingen zal dit veel minder vreemd overkomen, want hoewel ze in een koninkrijk leven, zijn de meeste landen die ze kennen een republiek. Het is wel goed om met hen te kijken naar de voor- en nadelen van beide bestuursvormen. Niet alleen toen, maar ook nu. Dergelijke onderwerpen en vraagstukken komen later, bijvoorbeeld in het examenjaar, nog regelmatig terug. Van tijd tot tijd een beetje herhalen is nog niet zo slecht.Daarnaast speelde in Nederland de adel een ondergeschikte rol: het waren de rijke burgers die het hier voor het zeggen hadden. De oorzaak hiervoor ligt al in de middeleeuwen, waar de steden een steeds grotere rol gingen spelen in het bestuur.Het is voor leerlingen een lastig stuk Gouden Eeuw met: Staten-Generaal, Gewestelijke Staten, raadspensionarissen, stadhouders en regenten. Soms is even teruggaan gewoon noodzaak.De politieke moord op de gebroeders de Witt vinden leerlingen fascinerend, al is de term politieke moord misschien was lastig. Overigens is een definitie van een politieke moord: een moord op hoge staatsambtenaren of andere prominente personen door één persoon of een samenzwering van meerdere personen. Grijp eventueel terug op de moord op Caesar.Onderwerpen:het bestuur in de Republiekhet bestuur in de gewestenhet bestuur in de stedende macht van de burgerijde ruzie tussen Johan van Oldenbarnevelt en Prins MauritsPersonen:Johan van OldenbarneveltPrins Maurits van OranjeJohan de WittWillem III
Lesson plan with 13 Lessons
De Tweede Wereldoorlog (bovenbouw)
TIjd van Wereldoorlogen
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6
WAAROVER GAAT DEZE SERIE?
Het is ongetwijfeld het onderwerp dat veel leerlingen het meest aanspreekt. Totdat het vooral jongens blijken te zijn die een vreemd soort swastika-fascinatie hebben of te vaak naar Discovery Channel hebben gekeken en alles weten van die ene tank (‘Meneer, je weet wel...’). Om vervolgens tot de conclusie te komen dat ze vrij weinig tot niets weten van het verloop en de gebeurtenissen van c.q. uit de oorlog.Deze serie lessen leent zich dan ook erg goed om gebruik te maken van een digitale werkvorm als: 'bekend, benieuwd, bewaard' en/of ‘Ik dacht...., nu denk ik...’ , waarbij een woordweb of open vraag ingezet kan worden.Het behandelen van dit onderwerp is per definitie samenvatten: het onderwerp is simpelweg te uitgebreid om in zijn geheel te behandelen (in de beperkte lestijd die er vaak is gegeven). Dit betekent dat er keuzes is gemaakt voor een aantal hoofdonderwerpen: het verloop van de oorlog, de Duitse Bezetting, de jodenvervolging en de dekolonisatie van Indonesië. Met name de eerste twee lessen hebben een wat meer ‘highlights’-karakter, terwijl de laatste lessen veel dieper op de materie ingaan dan de leerlingen zouden moeten kennen voor het eindexamen.Uiteraard kan elke gebruiker zijn of haar keuzes verwerken in de lessen.De Tweede Wereldoorlog moet veel aandacht in de les krijgen. Maak daarom gebruik van de eerder genoemde fascinatie bij de leerlingen. Het vraagt echter ook een gedegen kennis en voorbereiding van de docent, met name vanwege de vele vragen die tijdens de les worden gesteld. Dat is natuurlijk geweldig, en wil je het een beetje kanaliseren dan zijn de genoemde werkvormen ideaal: je kunt van tevoren namelijk al enigszins bekijken waar de interesses van de leerlingen liggen.
1. De wereld in Brand
De les Duitsland onder Hitler eindigt met de Duitse aanval op Polen in september 1939. Deze les begint met dat gegeven, het is immers het startschot van de Tweede Wereldoorlog. Deze les is het beste te zien als een tijdlijn met daarop de belangrijkste gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog, daarbij gebruik makend van fascinerende afbeeldingen uit die periode. Veel van deze afbeeldingen zijn voorzien van hotspots: interactieve knoppen in LessonUp die een toelichting of bijschrift kunnen geven. Ideaal voor in de klas, maar ook zeker als de leerlingen de les zelfstandig doornemen.In deze les wordt een aantal gebeurtenissen genoemd die in andere lessen wat uitgebreider worden behandeld, zoals bijvoorbeeld: de Duitse aanval op Nederland en de bezetting van Nederlands-Indië. Wellicht is het handig dit om tijdens de les aan te geven.Wat in deze les duidelijk aan de gebeurtenissen is te zien, is dat de Duitse oorlogsmachine tot Operatie Barbarossa vrijwel onoverwinnelijk lijkt. Achteraf is overigens gebleken dat de geoliede oorlogsmachine vooral door de kracht van overrompeling zijn slag kon slaan en dat zij over veel minder materieel bleken te beschikken dan altijd werd aangenomen. Met name het structurele tekort aan grondstoffen nekt de Duitsers al vroeg in de oorlog. Zelf zó groot dat eigenlijk al vanaf het begin van de oorlog veel gebruik wordt gemaakt van voetsoldaten en paarden.Leerlingen vinden het bijzonder om te zien dat de oorlog vanaf 1942 voor de Duitsers al een verloren zaak is. Hoewel de Slag bij Stalingrad pas in februari 1943 wordt beslecht, is de Duitse opmars al ruim daarvoor vastgelopen. Niet alleen in het oosten, maar ook in Noord-Afrika waar het Afrikakorps van Erwin Rommel moest buigen voor de Britten onder leiding van Montgomery.Overigens zijn dit slechts enkele van de essentiële keerpunten in de oorlog die in deze les worden genoemd. Sommige keerpunten in deze les zijn overigens niet verplichte examenstof.In deze les is vanzelfsprekend reeds een bruggetje gemaakt naar het volgende hoofdstuk: de Koude Oorlog. Dat kan ook haast niet anders als zowel de conferenties van Jalta en Potsdam, als de eerste atoombommen de revue passeren.Onderwerpen:De Blitzkrieg van 1939-19401942-1943: Hitler's oorlog loopt vastKeerpunten van de Tweede WereldoorlogDe oorlog in AziëPersonen:Adolf HitlerJozef StalinWinston ChurchillFranklin RooseveltHarry TrumanClement AttleeErwin RommelBernard Montgomery
Lesson plan with 7 Lessons
De Franse Revolutie
Tijdvak van Pruiken en Revoluties
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6
WAAROVER GAAT DEZE SERIE?
Als Lodewijk XIV als 22-jarige definitief de Franse kroon gaat dragen begint de centralisatiepolitiek van zijn belangrijkste raadgever en mentor, de inmiddels overleden kardinaal Mazarin, vruchten af te werpen. Lodewijk rekent definitief af met het feodalisme en maakt Parijs het centrum van het koninkrijk.Lodewijk is een absolute monarch: zijn wil is wet. Of zoals hij het zelf formuleerde: "L'état, c'est moi." ("De staat, dat ben ik”). Historisch niet helemaal correct overigens, maar wel passend bij het beeld dat de geschiedenis heeft bij de goddelijke en absolute monarch. En de leerlingen vinden het een prachtige quote!De opvolgers van Lodewijk XV en Lodewijk XVI konden schijnbaar moeiteloos deze politiek blijven doorgaan. Schijnbaar, want er veranderde wel het één en ander. Niet zozeer in de weelde van het paleis van Versailles, maar wel in de straten en salons van de Franse steden. De Verlichting met ideeën over vrijheid en gelijkheid zette de bourgeoisie, de rijke burgers, aan het denken. De gebeurtenissen tijdens de Franse Revolutie hebben ook invloed gehad op de staatsinrichting van Nederland. Een nieuwe grondwet, de scheiding der machten en uiteindelijk een beperking van de macht van de monarch. Hoewel dat laatste overigens pas later kwam, tijdens het Revolutiejaar 1848.De Franse Revolutie is niet perse een makkelijk onderwerp. Maar met de nodige anekdotes over het leven aan het hof van Versailles en de werking van de guilliotine tijdens de Terreur, blijkt dit achteraf één van de meest gewaardeerde onderwerpen.
Een oneerlijke verdeling
De middeleeuwse maatschappijpiramide stond in het Frankrijk van de 18e eeuw nog stevig overeind. De goddelijke monarch die met het Droit Divine, het goddelijke recht, was boven de drie standen verheven. De eerste- en tweede stand: de geestelijkheid en de adel, bij elkaar goed voor ongeveer 500.000 Fransen, maar in het bezit van ongeveer 35-40% van alle grond. In slide 5 van deze les zit een 360º-video waarmee leerlingen op hun device kunnen ‘rondlopen’ in het paleis van Versailles. De video is lineair: de leerlingen kunnen naar een volgende ruimte gaan door de video vooruit te spoelen.En dan de derde stand, met rond de 20 miljoen Fransen. Die derde stand was een enorm diverse groep: van de allerarmste boeren tot de rijke bourgeoisie met rijkdommen die zelfs het vermogen van de verarmde adel overstegen.Binnen die derde stand broeit het: de ideeën van de Verlichting voeren de boventoon tijdens gesprekken in de salons van Parijs. De motor van de Revolutie begint zich warm te draaien, alleen 'het chassis', het Franse volk, is nog niet in beweging gekomen. Dat verandert na nieuwe belastingen en misoogsten in 1788/1789. De derde stand-troepen, gedreven door honger, worden gemobiliseerd met spotprenten gemaakt door de bourgeoisie. De Bastille, wapendepot en gevangenis, wordt bestormd!Onderwerpen:arm en rijk in Frankrijkde oorzaken van de Franse Revolutiede bestorming van de BastillePersonen:Lodewijk XIVLodewijk XVIVideo's:
Lesson plan with 3 Lessons
Het Interbellum
TIjd van Wereldoorlogen
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6
Waarover gaat Deze serie?
Het interbellum (van het Latijn inter, tussen en bellum, oorlog) is een periode van uiterste. Aan de ene kant waren er het einde van de Eerste Wereldoorlog, de Vrede van Versailles en de vooruitzichten van een schijnbare eeuwigdurende economische groei. Aan de andere kant, maar zeker niet los te zien van de eerste opsomming, waren er pessimisme, de crisisjaren, verlies aan vertrouwen in de democratie en de opkomst van niet-democratische stromingen, zoals het fascisme in West-Europa. Toch wordt deze periode door de meeste historici vooral gezien als een wapenstilstand van twintig jaar: een periode van ongemakkelijke vrede.In de serie wordt uitgebreid aandacht besteed aan extreemlinkse- en extreemrechtse dictaturen. Ieder met zijn eigen unieke kenmerken. Soms is bewust gekozen om iets meer achtergrondinformatie te geven: overigens niet om de leerlingen te overspoelen met leerstof, maar meer om de kaders voor hen wat duidelijker te maken.De vaardigheid oorzaak en gevolg is in deze serie nadrukkelijk aanwezig: vermoedelijk nergens in de geschiedenis zijn in een relatief korte periode historische oorzaken en gevolgen zo duidelijk te zien. Overigens is het belangrijk dat leerlingen leren van het verleden, maar waak voor al te makkelijke vergelijkingen tussen het hedendaagse (politieke) klimaat en het interbellum. De geschiedenis herhaalt zich simpelweg niet: elke situatie en periode in de geschiedenis is anders. Net zoals de voorwaarden die bepaalde ontwikkelingen creëren ook uniek zijn.
1. De opkomst van Hitler
Hoewel dit onderwerp ook in de onderbouw aan bod is gekomen, leert de ervaring dat de opkomst van Hitler beter te behandelen is in de bovenbouw. Dit betekent ook dat je dieper op het onderwerp kunt ingaan. En dat is belangrijk. Waar zaken als fascisme in de onderbouw wellicht nog te abstract voor de leerlingen waren, zijn deze nu veel beter te behandelen. De opkomst van Hitler blijft leerlingen fascineren. Al blijft er een aantal mythes over deze man bij de leerlingen rondhangen: nee, hij zelf niet Joods. En nee, hij kwam niet gelijk na de Eerste Wereldoorlog aan de macht. En nee, hij was ook niet gelijk een antisemiet. En, hoewel hij de werkloosheid in Duitsland in 1939 grotendeels had opgelost, ging het economisch weinig florissant met Duitsland met Hitler aan het roer. Een groot aantal van deze mythes worden overigens ontkracht in het leuke boek De Hitler mythes van Sjoerd de Boer. Wat fascinerend aan de opkomst van Hitler is, is dat een schijnbare talentloze soldaat en schilder zich kan opwerken tot demagoog, die op handen wordt gedragen door een groot deel van de bevolking. Dit is verreweg de belangrijkste vraag die leerlingen moeten kunnen beantwoorden: “Hoe is het mogelijk dat er in het Duitsland tijdens het interbellum ruimte is voor een persoon als Hitler om de macht te kunnen grijpen?”In deze les wordt daarom ook ingegaan op Duitsland in de periode dat Hitler, na zijn volstrekt mislukte Bierkellerputsch, in de gevangenis zit: het voorzichtige herstel, dankzij het Dawesplan, en de overmoedige, en door sommigen afgewezen, Weimar Decadentie.De wereldcrisis van de jaren 30 wordt in deze les weliswaar genoemd, maar gaat niet uitgebreid in op alle oorzaken en gevolgen in de wereld. In de les over Nederland tijdens het interbellum zal overigens uitgebreid in worden gegaan op de crisisjaren in ons land.Deze les bevat veel informatie die geen verplichte leerstof is voor het eindexamen. Maar juist door deze achtergrondinformatie te bieden ontstaat er bij de leerlingen een veel genuanceerder beeld. Onderwerpen:Hitler's jonge jaren: van soldaat tot gevangeneDuitsland na de Vrede van VersaillesHitler als politicus: van gevangene tot minister-presidentPersonen:Adolf HitlerBenito MussoliniVideo's:
Lesson plan with 8 Lessons
Burgers en stoommachines
Tijd van Burgers en Stoommachines
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6
WAAROVER GAAT DEZE SERIE?
Hoewel niet helemaal correct wordt de Industriële Revolutie vaak geplaatst in de Tijd van Burgers en Stoommachines, hoewel de eerste uitvindingen werden gedaan in het tijdvak daarvoor. Dat is niet zo bezwaarlijk als gekeken wordt naar de inhoud van Burgers en Stoommachines. Hierin wordt vooral ingegaan op de gevolgen van de industrialisatie voor de inwoners van een land, in dit geval Nederland. Wellicht is Nederland niet het beste voorbeeld van een geïndustrialiseerd land, maar ook hier waren de gevolgen duidelijk merk- en zichtbaar.In de honderd jaar die het tijdvak beslaat gebeurde er veel in het leven van de mensen. In de IJzeren Eeuw waren er grote economische en mentale veranderingen: boeren werden arbeiders, industrialisatie en urbanisatie, modernisering van de infrastructuur, feminisme en emancipatie en modern imperialisme.In deze serie is een groot aantal afleveringen van Welkom in de IJzeren Eeuw opgenomen. Het zijn stuk voor stuk korte en heldere afleveringen die prima passen bij de lessen. Uiteraard kan er voor worden gekozen om de ‘grote mensen’-editie, De IJzeren Eeuw, te gebruiken.
De opkomst van de machines
De mens heeft altijd gezocht naar mogelijkheden om het leven te verbeteren en/of te vereenvoudigen. Vaak zijn deze weer het gevolg van andere ontwikkelingen. Zo ook de uitvindingen aan de vooravond van de Industriële Revolutie, die eigenlijk zeker in het begin veel meer lijkt op een agrarische revolutie. Dit kan overigens een leuk (eind)vraaggesprek zijn voor in de klas: “Is het een industriële of agrarische revolutie?”.Deze les is vooral een (niet volledige, maar wel aanpasbare) opsomming van belangrijke uitvindingen: schietspoel, Spinning Jenny en de stoommachine. Vooral bij de laatste is het leuk om met de leerlingen allerlei toepassingen van de stoommachine te bedenken, en wat de voor- en nadelen van stoommachines kunnen zijn. In de les zijn hiervoor twee interactieve open vragen opgenomen.In sommige methoden is het begin van de Industriële Revolutie opgenomen in een ander hoofdstuk en hierdoor wellicht al behandeld. In dat geval kan deze les natuurlijk worden gebruikt als een herhaling.Onderwerpen:De belangrijkste uitvindingen van de Industriële RevolutieVan handmatig naar machinaal producerenPersonen:John KayJames HargreavesThomas NewcomenJames WattVideo's:
Lesson plan with 1 Lesson
Yes! Je eigen gedenkbord
Themales gedenkbordenBasisonderwijs groep 6-8 LesdoelenAan het eind van de les kennen de leerlingen de functie en betekenis van gedenkborden.Aan het eind van de les kunnen de leerlingen een gedenkbord ontwerpen met de aspecten die hierbij belangrijk zijn: een bijzondere gebeurtenis, een passende afbeelding, een datum of jaartal. Yes! Je eigen gedenkbord Om belangrijke gebeurtenissen uit onze geschiedenis te herdenken of te vieren, zoals de Eerste Spoorlijn, maakten mensen vroeger gedenk- en vierborden. Maak je eigen gedenkbord voor iets belangrijks uit jouw geschiedenis (of die van de school). Inleiding De Canon van Nederland bevat vijftig belangrijke gebeurtenissen uit de geschiedenis van Nederland. Om zulke belangrijke gebeurtenissen te herdenken of vieren maakten mensen vroeger vaak gedenk- en vierborden. Deze zetten of hangen mensen dan op een mooi plekje in huis als herinnering aan die belangrijke gebeurtenis. De collectie van het Nederlands Openluchtmuseum heeft heel veel van deze borden. Bijvoorbeeld van de kroning van Koning Willem I, de eerste Nederlandse Koning. Of van de eerste spoorlijn in 1839, de Watersnood van 1953 of over Willem van Oranje. Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding In deze opdracht bekijken de leerlingen een aantal gedenkborden en ontdekken ze meer dit over deze belangrijke gebeurtenis uit onze geschiedenis. Daarna gaan ze aan de slag met het maken van een eigen gedenkbord van een belangrijke gebeurtenis uit hun eigen geschiedenis (of die van de school). Voorbereiding Om een echt bord te maken, koop je witte borden en porseleinverf, bijvoorbeeld bij Pipoos. Je kunt natuurlijk ook werken met een rond papier en gewone plakkaatverf. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop). -Leg alle materialen klaar in de klas. -Vertel de leerlingen over gedenk borden. -Laat de leerlingen de digibordmodule zien. Hierin zien ze voorbeelden van gedenkborden. -Laat de leerlingen zelf een gebeurtenis uit hun eigen geschiedenis bedenken die ze willen herdenken of vieren. Je kunt er natuurlijk ook eentje voorschrijven. -Vul het werkblad in over deze gebeurtenis (gebruik het werkblad gedenkbord). -Ga aan de slag met de verf, papier en/of borden en maak mooie gedenk- en vierborden over alle onderwerpen die de leerlingen bedacht hebben. -Hang ze op in de klas en laat de leerlingen rondlopen en vragen stellen aan elkaar over hun gebeurtenis.LinksCanon van Nederland - Willem van OranjeCanon van Nederland - Koning Willem ICanon van Nederland - De eerste spoorlijnCanon van Nederland - De watersnoodVind meer gedenkborden in de museumcollectieBestel porseleinverf
GeschiedenisBasisschoolMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoGroep 6-8Leerjaar 1,2
Lesson plan with 48 Lessons
Historisch Overzicht vanaf 1848 en Staatsinrichting (Examen 2019)
Tijdvak van Burgers en StoommachinesTijdvak van WereldoorlogTijdvak van Televisie en Computer
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6
NEDERLAND VAN 1848 TOT 1914
Als in Nederland in 1848 een nieuwe grondwet komt, is dat de eerste stap richting een democratischer Nederland: de macht van de koning wordt ingeperkt en de positie van het Nederlandse parlement wordt versterkt. Toch blijft het stemrecht beperkt tot een zeer beperkte groep, die mag stemmen volgens het principe van het censuskiesrecht. Geleidelijk wordt het stemrecht weliswaar opgerekt, bijvoorbeeld middels het Caoutchouc-artikel van 1887, maar pas in 1919 hebben 'alle' Nederlanders inspraak. Om dit te kunnen bereiken is door de groepen, die toen waren achtergesteld, hard gestreden.Rechten (en plichten) van Nederlanders zijn zó vanzelfsprekend voor leerlingen. Dit onderwerp laat zien dat deze verworvenheden niet zonder slag of stoot in de Grondwet zijn gekomen. En dat ze nog relatief kort geleden in Nederland zijn ingevoerd. Algemeen kiesrecht en emancipatie van achtergestelde groepen zijn 'slechts' 100 jaar geleden ingevoerd en/of geborgd in onze Grondwet. Een dergelijk referentiekader blijft voor leerlingen een lastig gegeven, maar de huidige (nationale en internationale) maatschappij biedt genoeg 'vergelijkingsmateriaal' om leerlingen een beeld te helpen ontwikkelen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: kinderarbeid of discriminatie op grond van sekse, ras of seksuele geaardheid in andere delen van de wereld.Dit onderwerp helpt leerlingen tevens om, bij latere onderdelen van het Historisch Overzicht vanaf 1848, te laten zien wanneer democratie in gevaar komt c.q. dreigt te komen. Of dit nu tijdens de Duitse bezetting is, de Sovjet-Unie ten tijde van Stalin, of het (Islamitisch) terrorisme is.
De Eerste Wereldoorlog
‘De oorlog die aan ons land is voorbij gegaan’. Dat was toch een beetje de positie van de Eerste Wereldoorlog in het Nederlandse geschiedenisonderwijs. Dat is de afgelopen tijd gelukkig veranderd en wordt het belang van deze oorlog ook voor ons leerlingen onderkend. Al is het alleen maar vanwege het feit dat de strijd in de loopgraven inmiddels ruim honderd jaar geleden in ons Europa heeft plaatsgevonden.Maar de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog zijn niet te onderschatten en alleen daarom al van groot belang om een plek te krijgen binnen het Historisch Overzicht vanaf 1848: van de ruim één miljoen Belgische vluchtelingen, naar de opkomst van Adolf Hitler en uiteindelijk de Tweede Wereldoorlog. Met name dat laatste is voor historici ook vaak de reden om te spreken van één grote wereldoorlog die slechts onderbroken werd door een wapenstilstand van ongeveer twintig jaar.De Grote Oorlog spreekt in eerste instantie niet veel leerlingen aan: het is een grote onbekende en, mede vanwege het ontbreken van tastbare bronnen én bekende speelfilms. Maar als het onderwerp wordt behandeld dan verbazen de leerlingen zich niet alleen over de zinloosheid van een loopgravenoorlog, maar ook over de uitvindingen tijdens de ‘oorlog van de uitvinders’ die steeds gruwelijker wapentuig bracht voor op, onder en boven het slagveld.
Lesson plan with 1 Lesson
Watersnood! Wat neem jij mee?
Canonvenster de watersnoodVoortgezet onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les hebben de leerlingen kennis gemaakt met de gebeurtenis en de gevolgen van de watersnoodramp. Aan het eind van de les kunnen de leerlingen een vertaalslag maken naar de huidige dreiging van het water door te onderzoeken of ze in een risicogebied wonen en te bedenken welke eigendommen van belang zijn tijdens evacuatie. Watersnood! Wat neem jij mee? In februari 1953 breken de dijken en grote delen van zuidwest-Nederland lopen onder water. Een ramp! Wat neem jij mee als jouw straat opeens vol water zou staan? Inleiding De Deltawerken zijn over de hele wereld bekend. Ze zijn gebouwd om een rampnacht als in 1953 te voorkomen. In Zeeland begaven de dijken het toen onder de druk van een grote storm. 1836 mensen kwamen om, tienduizenden raakten dakloos. “Dit nooit weer,” was de reactie in Nederland. En er is daarna heel veel geïnvesteerd in nieuwe dijken en ingenieuze bouwwerken om Nederland te beschermen tegen het water. Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding Onze dijken beschermen ons nu tegen een overstroming en hoewel de kans gelukkig klein is, kan het natuurlijk een keer misgaan.. In deze opdracht ontdekken leerlingen hoe hoog het water bij jullie in de klas zou komen als de dijken vandaag zouden breken. Misschien ligt jullie klas wel gunstig en houden jullie droge voeten. Maar misschien staat het wel tot het plafond! En wat zou jij in dat geval meenemen? Wat is belangrijk? Je tablet? Je teddybeer..? Kinderen leven zich in die moeilijke nacht van toen in en praten over hun bezittingen en hun gevoelens. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Bekijk de les en video.-Bekijk met de leerlingen deze website en kijk hoe hoog het water bij jullie komt. Als bij jullie het water niet hoog komt, stel je dan voor dat je klas in bijvoorbeeld Den Haag ligt. -Hang een briefje op de muur hoe hoog het water in de klas zou komen. Meet het samen met de leerlingen uit. -Laat de leerlingen individueel een lijstje maken met maximaal vijf dingen die zij mee zouden willen nemen als het water in hun straat opeens hoog zou staan. Doe deze opdracht ook als het water in de klas niet hoog zou staan. Het gaat om het inleven in de geschiedenis. -Laat vijf kinderen hun lijstje voorlezen in de klas. Staan er dingen op die overeenkomen met andere kinderen? Of staan er juist hele andere dingen op? Waarom zijn juist deze dingen belangrijk voor deze leerlingen? -Discussieer erover in de klas. LinksCanon van Nederland - De watersnoodOverstroomik?
GeschiedenisBasisschoolMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoGroep 5-8Leerjaar 1,2
Lesson plan with 6 Lessons
Vrijheid en gelijkheid
Tijdvak van Pruiken en Revoluties
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6
Waarover gaat deze serie?
Als Lodewijk XIV als 22-jarige definitief de Franse kroon gaat dragen begint de centralisatiepolitiek van zijn belangrijkste raadgever en mentor, de inmiddels overleden kardinaal Mazarin, vruchten af te werpen. Lodewijk rekent definitief af met het feodalisme en maakt Parijs het centrum van het koninkrijk.Lodewijk is een absolute monarch: zijn wil is wet. Of zoals hij het zelf formuleerde: "L'état, c'est moi." ("De staat, dat ben ik”). Historisch niet helemaal correct overigens, maar wel passend bij het beeld dat de geschiedenis heeft bij de goddelijke en absolute monarch. En de leerlingen vinden het een prachtige quote!De opvolgers van Lodewijk XV en Lodewijk XVI konden schijnbaar moeiteloos deze politiek blijven doorgaan. Schijnbaar, want er veranderde wel het één en ander. Niet zozeer in de weelde van het paleis van Versailles, maar wel in de straten en salons van de Franse steden. De Verlichting met ideeën over vrijheid en gelijkheid zette de bourgeoisie, de rijke burgers, aan het denken. De gebeurtenissen tijdens de Franse Revolutie hebben ook invloed gehad op de staatsinrichting van Nederland. Een nieuwe grondwet, de scheiding der machten en uiteindelijk een beperking van de macht van de monarch. Hoewel dat laatste overigens pas later kwam, tijdens het Revolutiejaar 1848.De Franse Revolutie is niet perse een makkelijk onderwerp. Maar met de nodige anekdotes over het leven aan het hof van Versailles en de werking van de guilliotine tijdens de Terreur, blijkt dit achteraf één van de meest gewaardeerde onderwerpen.
Een oneerlijke verdeling
De middeleeuwse maatschappijpiramide stond in het Frankrijk van de 18e eeuw nog stevig overeind. De goddelijke monarch die met het Droit Divine, het goddelijke recht, was boven de drie standen verheven. De eerste- en tweede stand: de geestelijkheid en de adel, bij elkaar goed voor ongeveer 500.000 Fransen, maar in het bezit van ongeveer 75% van alle grond. In slide 5 van deze les zit een 360º-video waarmee leerlingen op hun device kunnen ‘rondlopen’ in het paleis van Versailles. De video is lineair: de leerlingen kunnen naar een volgende ruimte gaan door de video vooruit te spoelen.En dan de derde stand, met rond de 20 miljoen Fransen. Die derde stand was een enorm diverse groep: van de allerarmste boeren tot de rijke bourgeoisie met rijkdommen die zelfs het vermogen van de verarmde adel overstegen.Binnen die derde stand broeit het: de ideeën van de Verlichting voeren de boventoon tijdens gesprekken in de salons van Parijs. De motor van de Revolutie begint zich warm te draaien, alleen 'het chassis', het Franse volk, is nog niet in beweging gekomen. Dat verandert na nieuwe belastingen en misoogsten in 1788/1789. De derde stand-troepen, gedreven door honger, worden gemobiliseerd met spotprenten gemaakt door de bourgeoisie. De Bastille, wapendepot en gevangenis, wordt bestormd!Onderwerpen:arm en rijk in Frankrijkde oorzaken van de Franse Revolutiede bestorming van de BastillePersonen:Lodewijk XIVLodewijk XVIVideo's:
Lesson plan with 10 Lessons
De Oude Grieken
Tijd van Grieken en Romeinen.
Culturele en kunstzinnige vormingGeschiedenis+4Middelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6
WAAROVER GAAT DEZE SERIE?
De bakermat van de Westerse beschaving, zoals de Griekse Oudheid regelmatig wordt genoemd, heeft zijn sporen nagelaten in de geschiedenis. Of het nu de Olympische Spelen, kunst, filosofie, politiek of mythologie is, onderdelen van de Oude Grieken kom je vandaag de dag in Nederland nog steeds tegen. Al dan niet in een aangepaste variant.De Griekse samenleving was zeker niet de eerste hoogontwikkelde cultuur in de geschiedenis: het vorige onderwerp ging immers over de hoogontwikkelde cultuur van de Oude Egyptenaren. Maar het is wel de eerste Europese hoogontwikkelde cultuur met 'moderne' kenmerken die wij, deels, hebben overgenomen.Het onderwerp over de Oude Grieken wordt niet altijd in het VMBO behandeld. Meestal omdat het soms als 'te moeilijk' wordt gezien. Dat is jammer, want de ervaring leert dat vrijwel alle leerlingen dit een boeiend onderwerp vinden. Wel is het zo dat er een weloverwogen keuze gemaakt moet worden wélke onderdelen allemaal worden behandeld.
De Griekse Goden
Vraag je aan leerlingen of ze iets weten over de Griekse mythologie weten, dan zal het meestal niet gelijk tot antwoorden leiden. Stel je de vraag andersom, bijvoorbeeld: door een naam als Ajax, Herakles of Nike te gebruiken, dan weten de leerlingen vaak meer dan ze denken. Dit geldt ook voor populaire jeugdfilms, zoals: The Hunger Games of Maze Runner,waarbij thema's en zelfs complete verhaallijnen, zijn overgenomen uit de Griekse mythen (in dit geval: Theseus en Ariadne)Deze les werkt het best als je de verhalen kent en goed kunt vertellen. Pas dan komen de verschillende personages goed uit de verf. Een site als wikipedia kan hierbij van pas komen, maar er zijn ook talloze 'Griekse mythen voor kinderen'-sites te vinden die de verhalen compact uitleggen. Een link is toegevoegd, en te vinden onder Links en Bijlagen, onder dit lesplan.In deze les zit een serie open vragen waarbij leerlingen worden gevraagd een korte samenvatting te maken naar aanleiding van een aantal mythen. Deze interactieve onderdelen zijn optioneel, maar ook aan te passen.Onderwerpen:kenmerken van de Griekse mythologie, o.a.: menselijke en goddelijke eigenschappenOlympische Goden
Lesson plan with 12 Lessons
De Eerste Wereldoorlog (Bovenbouw)
Tijd van Wereldoorlogen
GeschiedenisInformatievaardighedenMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6
Waarover gaat Deze serie?
‘De oorlog die aan ons land is voorbij gegaan’. Dat was toch een beetje de positie van de Eerste Wereldoorlog in het Nederlandse geschiedenisonderwijs. Dat is de afgelopen tijd gelukkig veranderd en wordt het belang van deze oorlog ook voor ons leerlingen onderkend. Al is het alleen maar vanwege het feit dat de strijd in de loopgraven inmiddels ruim honderd jaar geleden in ons Europa heeft plaatsgevonden.Maar de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog zijn niet te onderschatten en alleen daarom al van groot belang om een plek te krijgen binnen het Historisch Overzicht vanaf 1848: van de ruim één miljoen Belgische vluchtelingen, naar de opkomst van Adolf Hitler en uiteindelijk de Tweede Wereldoorlog. Met name dat laatste is voor historici ook vaak de reden om te spreken van één grote wereldoorlog die slechts onderbroken werd door een wapenstilstand van ongeveer twintig jaar.De Grote Oorlog spreekt in eerste instantie niet veel leerlingen aan: het is een grote onbekende en, mede vanwege het ontbreken van tastbare bronnen én bekende speelfilms. Maar als het onderwerp wordt behandeld dan verbazen de leerlingen zich niet alleen over de zinloosheid van een loopgravenoorlog, maar ook over de uitvindingen tijdens de ‘oorlog van de uitvinders’ die steeds gruwelijker wapentuig bracht voor op, onder en boven het slagveld.
1. Spanning in europa
In deze les wordt de naam Eerste Wereldoorlog kort behandeld. Het is goed om uit te leggen dat de naam zelf pas later (vermoedelijk rond 1920) werd gebruikt en dat voor de meeste landen die erbij betrokken waren de term Grote Oorlog veel meer passend was. Het was de Oorlog die alle oorlogen zou beëindigen, waarna de kaarten in Europa voorgoed waren geschud.Deze les start bij de Slag bij Waterloo en Congres van Wenen. Hiervoor is bewust gekozen, aangezien hier de basis werd gelegd voor een machtsevenwicht dat uiteindelijk in de tweede helft zou worden verstoord, wat op zijn beurt weer zou leiden tot de Eerste Wereldoorlog.In deze les worden, voor de historische volledigheid, meer oorzaken van de Eerste Wereldoorlog behandeld dan de syllabus voorschrijft. Dat is niet erg, maar wellicht is het verstandig om te benadrukken welke in het examen kunnen terugkomen.Alle oorzaken bij elkaar waren genoeg om een oorlog te beginnen, maar uiteindelijk was het bekende druppel, de aanslag op de Oostenrijkse kroonprins Frans Ferdinand door Servische nationalist Gavrilo Princip, die ervoor zorgde dat de Europese landen met elkaar in oorlog kwamen.Dit onderwerp leent zich dan ook uitstekend om de historische vaardigheid oorzaak, gevolg en aanleiding uit te diepen. Onderwerpen:terminologie van de Eerste Wereldoorlogoorzaken van de Eerste Wereldoorlog: militarisme, nationalisme, modern imperialisme, wapenwedloop, bondgenootschappende verschillende Europese bondgenootschappende aanleiding: de aanslag op Frans FerdinandPersonen:Frans FerdinandGavrilo PrincipVideo's:
Lesson plan with 38 Lessons
Historisch Overzicht vanaf 1848 en Staatsinrichting
Tijdvak van Burgers en StoommachinesTijdvak van WereldoorlogTijdvak van Televisie en Computer
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6
NEDERLAND VAN 1848 TOT 1914
Als in Nederland in 1848 een nieuwe grondwet komt, is dat de eerste stap richting een democratischer Nederland: de macht van de koning wordt ingeperkt en de positie van het Nederlandse parlement wordt versterkt. Toch blijft het stemrecht beperkt tot een zeer beperkte groep, die mag stemmen volgens het principe van het censuskiesrecht. Geleidelijk wordt het stemrecht weliswaar opgerekt, bijvoorbeeld middels het Caoutchouc-artikel van 1887, maar pas in 1919 hebben 'alle' Nederlanders inspraak. Om dit te kunnen bereiken is door de groepen, die toen waren achtergesteld, hard gestreden.Rechten (en plichten) van Nederlanders zijn zó vanzelfsprekend voor leerlingen. Dit onderwerp laat zien dat deze verworvenheden niet zonder slag of stoot in de Grondwet zijn gekomen. En dat ze nog relatief kort geleden in Nederland zijn ingevoerd. Algemeen kiesrecht en emancipatie van achtergestelde groepen zijn 'slechts' 100 jaar geleden ingevoerd en/of geborgd in onze Grondwet. Een dergelijk referentiekader blijft voor leerlingen een lastig gegeven, maar de huidige (nationale en internationale) maatschappij biedt genoeg 'vergelijkingsmateriaal' om leerlingen een beeld te helpen ontwikkelen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: kinderarbeid of discriminatie op grond van sekse, ras of seksuele geaardheid in andere delen van de wereld.Dit onderwerp helpt leerlingen tevens om, bij latere onderdelen van het Historisch Overzicht vanaf 1848, te laten zien wanneer democratie in gevaar komt c.q. dreigt te komen. Of dit nu tijdens de Duitse bezetting is, de Sovjet-Unie ten tijde van Stalin, of het (Islamitisch) terrorisme is.
De Eerste Wereldoorlog
‘De oorlog die aan ons land is voorbij gegaan’. Dat was toch een beetje de positie van de Eerste Wereldoorlog in het Nederlandse geschiedenisonderwijs. Dat is de afgelopen tijd gelukkig veranderd en wordt het belang van deze oorlog ook voor ons leerlingen onderkend. Al is het alleen maar vanwege het feit dat de strijd in de loopgraven inmiddels ruim honderd jaar geleden in ons Europa heeft plaatsgevonden.Maar de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog zijn niet te onderschatten en alleen daarom al van groot belang om een plek te krijgen binnen het Historisch Overzicht vanaf 1848: van de ruim één miljoen Belgische vluchtelingen, naar de opkomst van Adolf Hitler en uiteindelijk de Tweede Wereldoorlog. Met name dat laatste is voor historici ook vaak de reden om te spreken van één grote wereldoorlog die slechts onderbroken werd door een wapenstilstand van ongeveer twintig jaar.De Grote Oorlog spreekt in eerste instantie niet veel leerlingen aan: het is een grote onbekende en, mede vanwege het ontbreken van tastbare bronnen én bekende speelfilms. Maar als het onderwerp wordt behandeld dan verbazen de leerlingen zich niet alleen over de zinloosheid van een loopgravenoorlog, maar ook over de uitvindingen tijdens de ‘oorlog van de uitvinders’ die steeds gruwelijker wapentuig bracht voor op, onder en boven het slagveld.
Lesson plan with 38 Lessons
Historisch Overzicht vanaf 1848 en Staatsinrichting
Tijdvak van Burgers en StoommachinesTijdvak van WereldoorlogTijdvak van Televisie en Computer
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6
NEDERLAND VAN 1848 TOT 1914
Als in Nederland in 1848 een nieuwe grondwet komt, is dat de eerste stap richting een democratischer Nederland: de macht van de koning wordt ingeperkt en de positie van het Nederlandse parlement wordt versterkt. Toch blijft het stemrecht beperkt tot een zeer beperkte groep, die mag stemmen volgens het principe van het censuskiesrecht. Geleidelijk wordt het stemrecht weliswaar opgerekt, bijvoorbeeld middels het Caoutchouc-artikel van 1887, maar pas in 1919 hebben 'alle' Nederlanders inspraak. Om dit te kunnen bereiken is door de groepen, die toen waren achtergesteld, hard gestreden.Rechten (en plichten) van Nederlanders zijn zó vanzelfsprekend voor leerlingen. Dit onderwerp laat zien dat deze verworvenheden niet zonder slag of stoot in de Grondwet zijn gekomen. En dat ze nog relatief kort geleden in Nederland zijn ingevoerd. Algemeen kiesrecht en emancipatie van achtergestelde groepen zijn 'slechts' 100 jaar geleden ingevoerd en/of geborgd in onze Grondwet. Een dergelijk referentiekader blijft voor leerlingen een lastig gegeven, maar de huidige (nationale en internationale) maatschappij biedt genoeg 'vergelijkingsmateriaal' om leerlingen een beeld te helpen ontwikkelen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: kinderarbeid of discriminatie op grond van sekse, ras of seksuele geaardheid in andere delen van de wereld.Dit onderwerp helpt leerlingen tevens om, bij latere onderdelen van het Historisch Overzicht vanaf 1848, te laten zien wanneer democratie in gevaar komt c.q. dreigt te komen. Of dit nu tijdens de Duitse bezetting is, de Sovjet-Unie ten tijde van Stalin, of het (Islamitisch) terrorisme is.
De Eerste Wereldoorlog
‘De oorlog die aan ons land is voorbij gegaan’. Dat was toch een beetje de positie van de Eerste Wereldoorlog in het Nederlandse geschiedenisonderwijs. Dat is de afgelopen tijd gelukkig veranderd en wordt het belang van deze oorlog ook voor ons leerlingen onderkend. Al is het alleen maar vanwege het feit dat de strijd in de loopgraven inmiddels ruim honderd jaar geleden in ons Europa heeft plaatsgevonden.Maar de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog zijn niet te onderschatten en alleen daarom al van groot belang om een plek te krijgen binnen het Historisch Overzicht vanaf 1848: van de ruim één miljoen Belgische vluchtelingen, naar de opkomst van Adolf Hitler en uiteindelijk de Tweede Wereldoorlog. Met name dat laatste is voor historici ook vaak de reden om te spreken van één grote wereldoorlog die slechts onderbroken werd door een wapenstilstand van ongeveer twintig jaar.De Grote Oorlog spreekt in eerste instantie niet veel leerlingen aan: het is een grote onbekende en, mede vanwege het ontbreken van tastbare bronnen én bekende speelfilms. Maar als het onderwerp wordt behandeld dan verbazen de leerlingen zich niet alleen over de zinloosheid van een loopgravenoorlog, maar ook over de uitvindingen tijdens de ‘oorlog van de uitvinders’ die steeds gruwelijker wapentuig bracht voor op, onder en boven het slagveld.
Lesson plan with 1 Lesson
Schrijven op een wasplankje
Canonvenster Karel de GroteBasisonderwijs groep 6-8 LesdoelenAan het eind van de les kunnen leerlingen een verband leggen tussen Karel de Grote en het middeleeuwse karolingische schrift. Aan het eind van de les kennen de leerlingen de betekenis van de begrippen: Karel de Grote, karolingische minuskel, wasplankje.Aan het eind van de les kunnen leerlingen hun eigen handtekening op een wasplankje ontwerpen, wat overeenkomt met de wijze waarop Karel de Grote dit ooit deed. Schrijven op een wasplankjeKarel de Grote wilde eenheid in zijn grote rijk: één geloof, één munt en ook één handschrift. Zo kon iedereen hetzelfde lezen en begrijpen. Die nieuwe schrijfletter moest natuurlijk wel geoefend worden. Dat kon je goed doen op een wasplankje. InleidingLang niet iedereen leerde schrijven in de tijd van Karel de Grote. Er waren geen scholen. Alleen in kloosters of aan het hof werd (aan jongens) schrijfles gegeven. Bij dit nieuwe schrift werden voor het eerst hoofdletters en spaties tussen de woorden gebruikt. Dat maakte het lezen een stuk gemakkelijker. Maar het leren schrijven was nog steeds een hele klus. Er was nog geen papier, perkament en inkt waren te kostbaar om te verspillen. Je kon de letters oefenen met een stokje in het zand. Ook gebruikte men een wasplankje. In de was kon je de letters krassen en daarna weer uitvegen om opnieuw te beginnen. Een handige uitvinding van de Romeinen die ook in de tijd van Karel de Grote nog veel gebruikt wordt. Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding In deze opdracht gaan de leerlingen aan de slag met het schrijven op een wasplankje. Ze voelen hoe lastig het is om met een houten staafje mooie letters te maken in de was. Ze oefenen letters van het schrift van Karel de Grote en maken zijn handtekening na. Ook maken ze hun eigen ‘Karolingische’ handtekening. Voor deze opdracht zijn wasplankjes nodig. Deze zijn hier kant en klaar te koop. Je kunt ze ook met de leerlingen zelf maken. De les wordt dan natuurlijk wel een stuk langer. Zie hiervoor het werkblad wasplankjes maken, bekijk dit werkblad voor de uitleg. Ook staat er een materialenlijst met wat je allemaal nodig hebt. Bijenwas ervoor is hier te bestellen. -Bestel of maak wasplankjes en schrijfstiftjes.-Zet alle benodigdheden klaar in de klas.-Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Laat de digibordslides zien in de klas; een museumdocent legt hierin met een filmpje iets uit over Karel de Grote, zijn schrift en het wasplankje. -Ga met de kinderen aan de slag. LinksCanon van Nederland - Karel de GroteWasplankjes bestellenBijenwas bestellen
GeschiedenisBasisschoolMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoGroep 6-8Leerjaar 1,2
Lesson plan with 1 Lesson
Yes! Je eigen gedenkbord
Themales gedenkbordenVoortgezet onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les kennen de leerlingen de functie en betekenis van gedenkborden. Aan het eind van de les kunnen de leerlingen een gedenkbord ontwerpen met de aspecten die hierbij belangrijk zijn: een bijzondere gebeurtenis, een passende afbeelding, een datum of jaartal. Yes! Je eigen gedenkbord Om belangrijke gebeurtenissen uit onze geschiedenis te herdenken of te vieren, zoals de Eerste Spoorlijn, maakten mensen vroeger gedenk- en vierborden. Maak je eigen gedenkbord voor iets belangrijks uit jouw geschiedenis (of die van de school). Inleiding De Canon van Nederland bevat vijftig belangrijke gebeurtenissen uit de geschiedenis van Nederland. Om zulke belangrijke gebeurtenissen te herdenken of vieren maakten mensen vroeger vaak gedenk- en vierborden. Deze zetten of hangen mensen dan op een mooi plekje in huis als herinnering aan die belangrijke gebeurtenis. De collectie van het Nederlands Openluchtmuseum heeft heel veel van deze borden. Bijvoorbeeld van de kroning van Koning Willem I, de eerste Nederlandse Koning. Of van de eerste spoorlijn in 1839, de Watersnood van 1953 of over Willem van Oranje. Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding In deze opdracht bekijken de leerlingen een aantal gedenkborden en ontdekken ze meer dit over deze belangrijke gebeurtenis uit onze geschiedenis. Daarna gaan ze aan de slag met het maken van een eigen gedenkbord van een belangrijke gebeurtenis uit hun eigen geschiedenis (of die van de school). Voorbereiding Om een echt bord te maken, koop je witte borden en porseleinverf, bijvoorbeeld bij Pipoos. Je kunt natuurlijk ook werken met een rond papier en gewone plakkaatverf. -Leg alle materialen klaar in de klas. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Laat de leerlingen de digibordmodule zien. Hierin zien ze voorbeelden van gedenkborden. -Laat de leerlingen zelf een gebeurtenis uit hun eigen geschiedenis bedenken die ze willen herdenken of vieren. Je kunt er natuurlijk ook eentje voorschrijven. -Vul het werkblad in over deze gebeurtenis (gebruik het werkblad gedenkbord). -Ga aan de slag met de verf, papier en/of borden en maak mooie gedenk- en vierborden over alle onderwerpen die de leerlingen bedacht hebben. -Hang ze op in de klas en laat de leerlingen rondlopen en vragen stellen aan elkaar over hun gebeurtenis.LinksCanon van Nederland - Willem van OranjeCanon van Nederland - Koning Willem ICanon van Nederland - De eerste spoorlijnCanon van Nederland - De watersnoodVind meer gedenkborden in de museumcollectieBestel porseleinverf
GeschiedenisBasisschoolMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoGroep 6-8Leerjaar 1,2
Lesson plan with 13 Lessons
De Tweede Wereldoorlog (onderbouw)
TIjd van Wereldoorlogen
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6
WAAROVER GAAT DEZE SERIE?
Het is ongetwijfeld het onderwerp dat veel leerlingen het meest aanspreekt. Totdat het vooral jongens blijken te zijn die een vreemd soort swastika-fascinatie hebben of te vaak naar Discovery Channel hebben gekeken en alles weten van die ene tank (‘Meneer, je weet wel...’). Om vervolgens tot de conclusie te komen dat ze vrij weinig tot niets weten van het verloop en de gebeurtenissen van c.q. uit de oorlog.Deze serie lessen leent zich dan ook erg goed om gebruik te maken van een digitale werkvorm als: 'bekend, benieuwd, bewaard' en/of ‘Ik dacht...., nu denk ik...’ , waarbij een woordweb of open vraag ingezet kan worden.Het behandelen van dit onderwerp is per definitie samenvatten: het onderwerp is simpelweg te uitgebreid om in zijn geheel te behandelen (in de beperkte lestijd die er vaak is gegeven). Dit betekent dat er keuzes is gemaakt voor een aantal hoofdonderwerpen: het verloop van de oorlog, de Duitse Bezetting, de jodenvervolging en de dekolonisatie van Indonesië. Met name de eerste twee lessen hebben een wat meer ‘highlights’-karakter, terwijl de laatste lessen veel dieper op de materie ingaan dan de leerlingen zouden moeten kennen voor het eindexamen.Uiteraard kan elke gebruiker zijn of haar keuzes verwerken in de lessen.De Tweede Wereldoorlog moet veel aandacht in de les krijgen. Maak daarom gebruik van de eerder genoemde fascinatie bij de leerlingen. Het vraagt echter ook een gedegen kennis en voorbereiding van de docent, met name vanwege de vele vragen die tijdens de les worden gesteld. Dat is natuurlijk geweldig, en wil je het een beetje kanaliseren dan zijn de genoemde werkvormen ideaal: je kunt van tevoren namelijk al enigszins bekijken waar de interesses van de leerlingen liggen.
1. De wereld in Brand
De les Duitsland onder Hitler eindigt met de Duitse aanval op Polen in september 1939. Deze les begint met dat gegeven, het is immers het startschot van de Tweede Wereldoorlog. Deze les is het beste te zien als een tijdlijn met daarop de belangrijkste gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog, daarbij gebruik makend van fascinerende afbeeldingen uit die periode. Veel van deze afbeeldingen zijn voorzien van hotspots: interactieve knoppen in LessonUp die een toelichting of bijschrift kunnen geven. Ideaal voor in de klas, maar ook zeker als de leerlingen de les zelfstandig doornemen.In deze les wordt een aantal gebeurtenissen genoemd die in andere lessen wat uitgebreider worden behandeld, zoals bijvoorbeeld: de Duitse aanval op Nederland en de bezetting van Nederlands-Indië. Wellicht is het handig dit om tijdens de les aan te geven.Wat in deze les duidelijk aan de gebeurtenissen is te zien, is dat de Duitse oorlogsmachine tot Operatie Barbarossa vrijwel onoverwinnelijk lijkt. Achteraf is overigens gebleken dat de geoliede oorlogsmachine vooral door de kracht van overrompeling zijn slag kon slaan en dat zij over veel minder materieel bleken te beschikken dan altijd werd aangenomen. Met name het structurele tekort aan grondstoffen nekt de Duitsers al vroeg in de oorlog. Zelf zó groot dat eigenlijk al vanaf het begin van de oorlog veel gebruik wordt gemaakt van voetsoldaten en paarden.Leerlingen vinden het bijzonder om te zien dat de oorlog vanaf 1942 voor de Duitsers al een verloren zaak is. Hoewel de Slag bij Stalingrad pas in februari 1943 wordt beslecht, is de Duitse opmars al ruim daarvoor vastgelopen. Niet alleen in het oosten, maar ook in Noord-Afrika waar het Afrikakorps van Erwin Rommel moest buigen voor de Britten onder leiding van Montgomery.Overigens zijn dit slechts enkele van de essentiële keerpunten in de oorlog die in deze les worden genoemd. Sommige keerpunten in deze les zijn overigens niet verplichte examenstof.In deze les is vanzelfsprekend reeds een bruggetje gemaakt naar het volgende hoofdstuk: de Koude Oorlog. Onderwerpen:De Blitzkrieg van 1939-19401942-1943: Hitler's oorlog loopt vastKeerpunten van de Tweede WereldoorlogDe oorlog in AziëPersonen:Adolf HitlerJozef StalinWinston ChurchillFranklin RooseveltErwin RommelBernard Montgomery
Lesson plan with 7 Lessons
De Vroege Middeleeuwen
Tijd van Monniken en Ridders
GeschiedenisBasisschoolMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoGroep 6-8Leerjaar 1-6
WAAROVER GAAT DEZE SERIE?
Het is fascinerende tijd en zeker geen middelmatige tussenperiode: de middeleeuwen. De negatieve status die dit tijdperk in de geschiedschrijving heeft gekregen is zeker niet altijd terecht. Zeker, de middeleeuwen hadden zo hun momenten met hun langdurige oorlogen, dodelijke ziekten, almachtige kerk en onwetende burgers. Maar als je de ontwikkelingen in de middeleeuwen volgt zie je dat West-Europa langzaamaan vanuit de donkere nadagen van het Romeinse Rijk weer opkrabbelt. Zover is het nog niet bij de eerste deel van de middeleeuwen. Voor dit tijdvak, dat van Monniken en Ridders, hebben we gekozen voor de meer universele term: Vroege Middeleeuwen, hoewel deze benaming niet altijd meer wordt gehanteerd in de methoden.De Vroege Middeleeuwen kenmerken zich door het ontstaan van Frankische Rijk, met zijn bekendste koning Karel de Grote, dat voortkwam uit het vacuüm dat door de val van het West-Romeinse Rijk was nagelaten; door het leenstelsel als oplossing en ondergang voor het nieuwe bestuur; maar ook door de Angelsaksische missionarissen die zichzelf in levensgevaarlijk situaties brachten met de kerstening van delen van Europa. Het is de tijd van ridders, die als een soort huurlingen de vorsten helpen in oorlogen. Van het hofstelsel met vroonhof en horigen. En van monniken die in kloosters monnikenwerk leveren in scriptoria. Kortom: het is écht een fascinerende tijd.
De koning en zijn leenmannen
In deze les wordt eerst ingegaan op de naam en periodisering van de middeleeuwen. Voor het gemak wordt in de methoden meestal uitgegaan van twee tijdvakken, Monniken en Ridders en Steden en Staten, die rond het jaar 500 beginnen en duizend jaar later eindigen in 1500 voor Christus. Dat is natuurlijk een versimpeling, en ook historici kunnen elkaar nog regelmatig in de haren vliegen als het gaat om de periodisering. De tijdbalk in deze les gaat uit van de val van het West-Romeinse Rijk als startpunt en de ‘ontdekking’ van Amerika door Columbus als eindpunt. Dit had ook de val van Constantinopel kunnen zijn, maar als je kijkt naar de benaming van de tijdvakken vóór (Tijd van Grieken en Romeinen) en ná (Tijd van Ontdekkers en Hervormers), dan is de keuze in deze les logischer.Op zich is deze les niet heel groot, maar dat wil niet zeggen dat het eenvoudig is voor leerlingen. Het feodale stelsel is best ingewikkelde materie, zeker als je er diep op zou ingaan. Voor leerlingen is deze light-versie meer dan voldoende om het systeem te begrijpen: voor een vorst als Karel de Grote was het land te groot om alleen te besturen, door gebruik te maken van leenmannen was (of leek) dit eenvoudiger. Er wordt ingegaan op de rechten en plichten van de leenmannen, maar ook op de nadelenOnderwerpen:De opkomst en ondergang van het Frankische RijkHet leenstelselPersonen:Karel de GroteLodewijk de Vrome
Lesson plan with 6 Lessons
Een nieuwe tijd
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2
WAAROVER GAAT DEZE SERIE?
De Nederlandse historicus Johan Huizinga verwoordde het misschien wel heel scherp door de stellen dat de Renaissance wat Noord-Europa niet zozeer het begin van iets nieuws was geweest, maar eerder het verdwijnen, 'wegslijten' van middeleeuwse culturele vormen. En als je kijkt naar de veranderingen in de nieuwe tijd klopt dit ook grotendeels. Het is alleen wel van belang te zien dat dit wegslijten niet begon op 1 januari 1500, maar dat sommige veranderingen al zeker honderd jaar daarvoor in gang waren gezet. Sterker nog: zonder middeleeuwen zou er nooit een Renaissance, de Tijd van Ontdekkers en Hervormers, hebben kunnen plaatsvinden. Voor leerlingen is dat wel een belangrijk ding om zich te realiseren, juist aan het begin van dit onderwerp: geschiedenis is een constructie. Zonder de (voorgaande) fundering kan het niet bestaan.Waarom dan zo specifiek aan het begin van dit onderwerp? Het beeld dat wij tegenwoordig hebben van de middeleeuwen is grotendeels ontleend aan de manier waarop mensen in de nieuwe tijd de periode beschreven: een middelmatige, barbaarse tijd waarin alles van die geweldige Romeinen om zeep is geholpen. Daarbij wordt gemakshalve vergeten dat zonder het overschrijven in de kloosters veel kennis van de Grieken en Romeinen bewaard is gebleven. Deze serie gaat niet alleen in op een nieuwe manier van denken, maar over nieuwe werelden, een nieuwe kerk en een nieuw land. Het is een boordevolle serie met soms pittige onderwerpen. Eventueel kan er de keuze worden gemaakt hiervan twee onderdelen te maken: één over de ontdekkers en hervormers, en één over het ontstaan van de Republiek.Wil je alleen de Renaissance en de Reformatie behandelen dan kan dat natuurlijk ook. Hiervoor kun je gebruik maken van deze lesserie.
De renaissance
De Renaissance begon in Italië. Dat had vooral te maken met de politieke en economische omstandigheden in die tijd, waarbij vooral de macht van de steden en de handel met onder andere Afrika en het Midden-Oosten een belangrijke rol speelden.Een exact startpunt van de Renaissance, de wedergeboorte, aan te duiden is onmogelijk en wellicht ook zinloos. Sommige historici noemen 1300 zelfs als startpunt. Dat wordt voor leerlingen in de onderbouw simpelweg te lastig om te begrijpen: “Maar dat is toch in de middeleeuwen…?”.Voor de leerlingen is het vooral interessant om in te gaan op de belangrijkste kenmerken, zoals een veranderd mensbeeld, een nieuwsgierige en meer individualistische mens en een sterke secularisatie. Veel van deze veranderingen komen ook terug in de renaissancekunst, maar dit is een gevolg, geen oorzaak.Met leerlingen kijken naar kunst is geweldig! Zeker als het gaat om de verschillen tussen middeleeuwse en renaissancekunst, maar ook de fascinerende ontwerpen, schetsen en schilderijen van Leonardo da Vinci blijven leerlingen boeien.Onderwerpen:De periodisering van de RenaissanceEen nieuwe manier van denkenPersonen:Leonardo da Vinci
Lesson plan with 6 Lessons
De Late Middeleeuwen
Tijd van Steden en Staten
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2
WAAROVER GAAT DEZE SERIE?
Voor het gemak laten wij de late middeleeuwen in deze serie parallel lopen aan de tijd van Steden en Staten. Of dit historisch altijd helemaal correct is, is natuurlijk de vraag. Maar voor leerlingen is het wel zo prettig om de naam van het tijdvak te laten corresponderen met één van de duidelijkste kenmerken van de late middeleeuwen: het ontstaan van steden. Dat is voor leerlingen overigens ook meestal een onderwerp van vragen: “Waren er dan geen steden meer?”. Natuurlijk waren die er wel, en ook altijd geweest, maar de grootte van de Europese steden was sinds de val van het Romeinse Rijk natuurlijk afgenomen. Zo kende Rome in de vierde eeuw een inwoneraantal van ruim 1 miljoen. Dit aantal zou pas in de twintigste eeuw weer worden behaald. Rond het jaar 800 was het inwoneraantal zelfs gedaald tot rond de 25.000!In deze serie wordt ingegaan op de groei en het ontstaan van steden in de middeleeuwen, en het leven in zo’n middeleeuwse stad. Helaas gaat het wellicht wat te ver om leerlingen mee te nemen naar het Franse Carcassonne, maar ook in Nederland is er nog een aantal mooie voorbeelden te vinden van middeleeuwse steden, zoals Amersfoort of Deventer.In de late middeleeuwen neemt de macht van de Kerk ook toe. Maar tegelijkertijd zie je twijfel ontstaan, en komen de eerste bewegingen tegen de kerk zoals de flagellanten en de katharen (of: Albigenzen). Het laat duidelijk zien dat zonder de middeleeuwen het tijdvak erna, dat van Ontdekkers en Hervormers, simpelweg niet mogelijk was geweest. En dat zelfs grote Renaissance-denkers en- kunstenaars zoals Leonardo da Vinci en Botticelli geboren zijn in de Middeleeuwen.De geschiedenis is niet iets dat stopt op de eerste januari van een mooi afgerond jaartal: het is een vloeiend geheel dat vaak pas achteraf goed een plek is te geven.
Werken in de stad
Werken in de stad is onlosmakelijk verbonden werken op het land. In de vorige serie werd al ingegaan op het drieslagstelsel. Maar er waren meer belangrijke uitvindingen die voor een hogere opbrengst zorgden. Hierdoor konden horigen zich vrijkopen van hun heer en nam de handel, onder andere op de jaarmarkten, toe.Overigens heeft de toename van de handel meerdere oorzaken die wel interessant zijn om aan de leerlingen te vermelden. Zo nemen na het jaar 1000 de aanvallen van de Vikingen af, waardoor Europa veiliger wordt. Meestal is er geen tijd om de Vikingen te behandelen, maar wellicht kan op deze plek een korte uitweiding plaatsvinden.In deze les wordt ingegaan op het begrip gilde. Voor veel leerlingen is dit begrip op zich niet lastig, nog het feit hoe een gilde werkt en op welke wijze je je kunt opwerken. Wat ze meestal wel bijzonder vinden is dat er, ‘nota bene in de middeleeuwen’, afspraken worden gemaakt over prijs en kwaliteit. Dat vinden ze heel modern en kunnen dat maar moeilijk plaatsen in een tijd waarin ze elkaar nog maar kort daar voor de hersens in sloegen in het Frankische Rijk. Dit geeft maar weer eens aan welk beeld er van de middeleeuwen is.In deze les wordt ook kort ingegaan op de Hanze en het belang ervan voor een aantal steden. In principe is de Hanze ook een soort gilde, alleen op veel grotere schaal afspraken werden gemaakt over prijzen.Onderwerpen:Van jaarmarkten naar stedenWerken en leven in een gildeIn de bovenstaande afbeelding zijn de gildenhuizen aan de Grote Markt van Antwerpen te zien.
Lesson plan with 6 Lessons
De Oude Grieken
Tijd van Grieken en Romeinen.
Culturele en kunstzinnige vormingGeschiedenis+4Middelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1
WAAROVER GAAT DEZE SERIE?
De bakermat van de Westerse beschaving, zoals de Griekse Oudheid regelmatig wordt genoemd, heeft zijn sporen nagelaten in de geschiedenis. Of het nu de Olympische Spelen, kunst, filosofie, politiek of mythologie is, onderdelen van de Oude Grieken kom je vandaag de dag in Nederland nog steeds tegen. Al dan niet in een aangepaste variant.De Griekse samenleving was zeker niet de eerste hoogontwikkelde cultuur in de geschiedenis: het vorige onderwerp ging immers over de hoogontwikkelde cultuur van de Oude Egyptenaren. Maar het is wel de eerste Europese hoogontwikkelde cultuur met 'moderne' kenmerken die wij, deels, hebben overgenomen.Het onderwerp over de Oude Grieken wordt niet altijd in het VMBO behandeld. Meestal omdat het soms als 'te moeilijk' wordt gezien. Dat is jammer, want de ervaring leert dat vrijwel alle leerlingen dit een boeiend onderwerp vinden. Wel is het zo dat er een weloverwogen keuze gemaakt moet worden wélke onderdelen allemaal worden behandeld.
De Griekse Goden
Vraag je aan leerlingen of ze iets weten over de Griekse mythologie weten, dan zal het meestal niet gelijk tot antwoorden leiden. Stel je de vraag andersom, bijvoorbeeld: door een naam als Ajax, Herakles of Nike te gebruiken, dan weten de leerlingen vaak meer dan ze denken. Dit geldt ook voor populaire jeugdfilms, zoals: The Hunger Games of Maze Runner,waarbij thema's en zelfs complete verhaallijnen, zijn overgenomen uit de Griekse mythen (in dit geval: Theseus en Ariadne)Deze les werkt het best als je de verhalen kent en goed kunt vertellen. Pas dan komen de verschillende personages goed uit de verf. Een site als wikipedia kan hierbij van pas komen, maar er zijn ook talloze 'Griekse mythen voor kinderen'-sites te vinden die de verhalen compact uitleggen. Een link is toegevoegd, en te vinden onder Links en Bijlagen, onder dit lesplan.In deze les zit een serie open vragen waarbij leerlingen worden gevraagd een korte samenvatting te maken naar aanleiding van een aantal mythen. Deze interactieve onderdelen zijn optioneel, maar ook aan te passen.Onderwerpen:kenmerken van de Griekse mythologie, o.a.: menselijke en goddelijke eigenschappenOlympische Goden