23 okt_herhaling

Welkom havo 1A!

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

Welkom havo 1A!

Slide 1 - Diapositive

Op tafel:
- laptop en log in op LessonUp
- map
- pen
Welkom havo 1A
timer
2:00
Ga zitten volgens de plattegrond. 

Slide 2 - Diapositive

Vandaag maandag 23 oktober: 
  • Mededelingen
  • Boekopdracht
  • Herhaling voor PTO 1
  • Oefenopdracht

Slide 3 - Diapositive

Mededeling
Dinsdag 24 oktober om 23.30 uur 

Laatste inlevermoment boekopdracht

De boekopdracht lever je in via ELO, opdrachten.



Slide 4 - Diapositive

Lessen verbeteren
Hoe kan de docent de volgende periode de lessen Nederlands verbeteren? 

Ga naar Magister en gebruik de link bij het huiswerk. 
Geef tips. 

Slide 5 - Diapositive

Herhaling les 1, 2, 3, 4, 6

Slide 6 - Diapositive

Je wenkbrauwen fronsen
Bewegen met je handen terwijl je praat
Instagramberichtje 
emoji's :)
Kletsen tijdens de les
gebarentaal
Knipogen
Getypte brief
Schouderklopje
Verbale communicatie
non-verbale communicatie

Slide 7 - Question de remorquage

Dat was les 1: verbale en non-verbale communicatie. 

Door naar les 2, 3 en 4. 

Slide 8 - Diapositive

Het tekstdoel van James Potter is:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 9 - Quiz

Het tekstdoel van een boete is:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Beschouwen

Slide 10 - Quiz

Het tekstdoel van de recensie over Morbius is
(let op de zin onderaan):
A
Amuseren
B
Activeren
C
Overtuigen
D
Beschouwen

Slide 11 - Quiz

Wat is het tekstdoel van de advertentie van de BasisFit?
A
Informeren
B
Activeren
C
Overtuigen
D
Beschouwen

Slide 12 - Quiz

Het tekstdoel van het artikel met de voor- en nadelen van een schooluniform is:
A
Informeren
B
Activeren
C
Overtuigen
D
Beschouwen

Slide 13 - Quiz

Welke 5 tekstdoelen zijn er?

Slide 14 - Question ouverte

Dat was les 2, 3 en 4: tekstdoelen:
informeren
beschouwen
overtuigen
activeren
amuseren

Door naar les 6: zelfstandig en bijvoeglijk naamwoorden en lidwoorden  

Slide 15 - Diapositive

Hoe herken je een zelfstandig naamwoord in een zin? Noem twee manieren.

Slide 16 - Question ouverte

Geef het lidwoord voor:
regenbuitje
timer
0:25

Slide 17 - Question ouverte

Geef het lidwoord voor:
fietsbel
timer
0:25

Slide 18 - Question ouverte

Geef het lidwoord voor:
probleem
timer
0:25

Slide 19 - Question ouverte

Geef het lidwoord voor:
problemen (let op!)
timer
0:25

Slide 20 - Question ouverte

Wat is de functie van een bijvoeglijk naamwoord in een zin?

Slide 21 - Question ouverte

De
ijssalon
een
boete
euro
stad
Florence
Italiaanse
de
politie
De politie in de Italiaanse stad Florence heeft een ijssalon een boete gegeven van 2000 euro.
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
een

Slide 22 - Question de remorquage

De zaak had een Nederlandse toerist 25 euro laten betalen voor een doorsnee ijsje.
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
De
ijsje
een
euro
toerist
Nederlandse
een
zaak

Slide 23 - Question de remorquage


Schrijf alle begrippen op die vandaag zijn langsgekomen.

Slide 24 - Question ouverte

Aan de slag met de laatste oefenopdracht. 

Beantwoord 3 vragen over tekst 1. 

Slide 25 - Diapositive