Socio-emotionele ontwikkeling

Socio-emotionele ontwikkeling
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
GedragswetenschappenSecundair onderwijs

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Socio-emotionele ontwikkeling

Slide 1 - Diapositive

Socio- emotionele ontwikkeling

Emotionele ontwikkeling = ontwikkeling van gevoelens of emoties

Sociale ontwikkeling = ontwikkeling van het kind in relatie tot zijn sociale omgeving

Slide 2 - Diapositive

Wat is hechting?

Slide 3 - Carte mentale

Hechting volgens John Bowlby 
(1907 - 1990) 

Slide 4 - Diapositive

Maar wat is nu hechting?
Onder hechting verstaan we de emotionele, affectieve en duurzame band tussen zijn ouder (opvoeder) en kind. Voor een kind betekent dit dat hij troost en nabijheid vindt bij zijn ouder, vooral als hij bang, gespannen of verdrietig is.

De basis voor de hechtingsrelatie wordt gelegd in het eerste levensjaar en blijft het hele leven van belang. De wijze waarop kinderen zijn gehecht, wordt zichtbaar als de kinderen 12 á 15 maanden oud zijn.

Slide 5 - Diapositive

De basis van die hechtingsrelatie is mede afhankelijk van factoren
  • Kindfactoren zoals een aangeboren afwijking, het temperament of een moeilijke start.
  • Ouderfactoren zoals een depressie bij de ouder, postnatale stress, eigen jeugdherinneringen en rolmodellen.
  • Omgevingsfactoren zoals het sociale netwerk of armoede.
  •  De hechting van de ouders: een ouder die zelf een onveilige hechtingsrelatie heeft ervaren, zal meer moeite hebben een stabiele, veilige, relatie op te bouwen met zijn kind.

Wanneer een kind een veilige hechtingsrelatie opbouwt met zijn ouders, vergroot dat de kans op een ongestoorde, met name sociale en emotionele, ontwikkeling. Ook bevordert een veilige hechting nieuwsgierigheid, leergierigheid en het toegeven aan de drang tot exploratie.

Slide 6 - Diapositive

Hechtingstheorie John Bowlby 

Volgens Bowlby zijn er vijf instinctieve reacties die verband houden met gehechtheid: zuigen, zich vastklampen, volgen, huilen en glimlachen. Hij benadrukte het belang van een goede interactie tussen ouder (opvoeder) en kind nodig is om een goede hechting tot stand te laten komen.

In eerste instantie omschreef deze theorie de hechting bij jonge kinderen, maar ondertussen is de theorie uitgebreid naar de hechting bij relaties tussen volwassenen 
(partneranalyse).

Slide 7 - Diapositive

Hechtingstheorie John Bowlby 
Er zijn vier verschillende hechtingsstijlen binnen de hechtingstheorie:

  • De veilige hechting (zorgfiguur is toegankelijk -warm)
  • De angstig-ambivalente hechting (separatieangst - zorgfiguur is afwezig op cruciale momenten)
  • De vermijdende hechting (zorgfiguur is afstandelijk)
  • De gedesorganiseerde hechting (zorgfiguur is onvoorspelbaar/trauma's)

 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

Opdracht sociale experimenten
Verschillende psychologen voerden experimenten uit omtrent gehechtheid. 

 We bespreken drie experimenten: 
  • het experiment van Mary Ainsworth  
  • het experiment van René Spitz  
  • het experiment van Harry Harlow

Per tafel vind je informatie over een experiment. Lees het experiment en informeer jouw medeleerlingen hieromtrent.

Slide 11 - Diapositive

Het experiment van Mary Ainsworth

Slide 12 - Diapositive

Het experiment van René Spitz (pasgeboren baby’s)

Slide 13 - Diapositive

Het experiment van Harry Harlow


Slide 14 - Diapositive

Prenatale fase


Socio-emotionele ontwikkeling start in de buik - ouders zoeken contact met het kind (tikken op de buik)




Baby

  • veilige hechting is nodig om de wereld te ontdekken
  • hechtingsgedrag is duidelijk wanneer het kind bang, moe of ziek is
  • voorkeur voor 1 of 2 personen, meestal ouders
  • Zorgfiguren

Slide 15 - Diapositive

Peuter

  • Wil de wereld ontdekken, maar hij heeft grenzen nodig
  • Eigen wil, peuterpuberteit
  • Ontwikkeld zijn eigen persoonlijkheid
Vroege kindertijd

  • School, contact met andere kinderen
  • Begrijpt de realistische wereld, maar fantaseert ook veel
  • Neemt verschillende rollen op, m.a.w. het kind experimenteert (persoonlijkheid)

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Kan een gevolg zijn van de 1000 dagen in een mensenleven
Is geen gevolg
Goede partner-
relatie
Kansen 
op de arbeids-markt
Schoolloop-
baan
Opvoeding van 
eigen kinderen
Ziektes

Slide 18 - Question de remorquage

Midden kindertijd

  • Het kind begrijpt dat zijn inspanningen niet altijd een garantie is tot succes
  • Meer behoefte aan zelfstandigheid
  • Spiegelt zich aan leeftijdsgenoten
Adolescentie

  • loskomen van de ouders (conflict)
  • behoeft aan een peergroup 
  • losmakingsproces = iemand worden = 1ste stappen eigen identiteit = ontwikkeling zelfbeeld
  • Experimenteren en identificeren is belangrijk in het proces van identiteitsontwikkeling
  • oudere adolescenten  hebben meer aandacht voor persoonlijke eigenschappen en sociale vaardigheden, minder voor uiterlijk

Slide 19 - Diapositive

Vroege volwassenheid

  • Doelen en verlangens verwezenlijken
  • liefdesleven en intieme relaties, hangt af van eigen identiteit  dat in de puberteit verworven is
  • Meer verantwoordelijkheid - stichten eigen gezin
  • Reflecteren
Midden en late volwassenheid

  • Meer tijd voor zichzelf
  • Lege nest syndroom
  • Ruimer denken
  • Zorgelozer genieten van het leven

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

De psychosociale ontwikkelingstheorie van Eric Erikson (1902 –1994) 

Slide 22 - Diapositive

De psychosociale ontwikkelingstheorie van Eric Erikson
  • Hij deed vooral onderzoek naar de invloed van de samenleving op de ontwikkeling van kinderen. 
  • Hij is bekend vanwege zijn theorie van de 8 ontwikkelingsfase, die hij introduceerde in 1963. Deze theorie richt zich op het spanningsveld tussen de behoeften en wensen van het kind als individu en de voortdurend veranderende eisen van de sociale omgeving tijdens de ontwikkeling. 
  • Zijn vrouw Joan voegde daar voor haar dood een negende fase toe, namelijk de ouderdom

Slide 23 - Diapositive

De psychosociale ontwikkelingstheorie van Eric Erikson

  • Iedere fase in de psychosociale ontwikkeling van de mens wordt gekenmerkt door een conflict. Dit conflict moet op positieve wijze opgelost worden voordat het individu kan doorgaan naar de volgende fase (vertrouwen versus wantrouwen). 
  • Vergeleken met het model van Sigmund Freud (1856-1939), de grondlegger van de psychoanalyse, geeft het minder ruimte aan het onbewuste van de psychoseksuele dimensie.

Slide 24 - Diapositive

Opdracht: Bekijk het filmpje over 8 fasen van Erikson. 
 Vul het schema verder aan.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Kritiek op de theorie van Erik Erikson



  • Critici van Erikson's theorie zeggen dat zijn theorie meer van toepassing is op jongens dan op meisjes, en dat er meer aandacht wordt besteed aan de kindertijd dan aan het volwassen leven, ondanks de bewering dat het een theorie over alle levensfasen is.

  • Er zijn veel vragen gerezen omtrent Erikson's overtuiging van identiteitsvorming. Want hoe zit het met volwassenen die zichzelf herontdekken en een ander begrip van hun leven ontwikkelen als gevolg van de veranderingen en ervaringen die ze in het leven opdoen?


Slide 27 - Diapositive