Woordenboek gebruiken

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Comment utiliser un dictionnaire?

Leerdoel:

Ik weet hoe ik een woordenboek Nederlands-Frans moet gebruiken.

Hoe is een woordenboek gestructureerd?

1. Op volgorde van thema.
2. Op alfabetische volgorde.

Welk woord kom je het éérst tegen in een woordenboek?

1. koala
2. koe
3. kracht
4. kosten

In welke volgorde vind je de volgende woorden in een woordenboek?

moeder

mol

mand

maan

mijn

mosterd

mond

mouw

Betekenis bepalen

Zoekopdracht 1

Stel, je wilt de volgende zin schrijven:

Onze kraan lekt.

Hoe vertaal je "kraan" in deze zin? Gebruik je woordenboek.

Hoe vertaal je "kraan"?

Zoekopdracht 2

Stel, je wilt de volgende zin schrijven:

Ik ben gestoken door een bij.

Hoe vertaal je "bij" in deze zin? Gebruik je woordenboek.

Hoe vertaal je "bij"?

Attention!

Kijk goed welke betekenis je precies nodig hebt. Sommige woorden hebben meerdere betekenissen.

Voorbeelden:

- PAD: (1) een weggetje; (2) een dier (soort kikker).

- ARM: (1) lichaamsdeel; (2) niet rijk.

"Die mensen zijn arm."
Hoe vertaal je "arm" in deze zin?

Werkwoorden

Stel...

Je wilt de volgende zin schrijven: 

Ik heb mijn slaapkamer gepoetst.

Echter, je weet niet wat "gepoetst" is, welk zoekwoord gebruik je om het woord in je woordenboek op te zoeken?

Welk Nederlands zoekwoord gebruik je om "gepoetst" te kunnen vertalen?

Vertaal nu de hele zin. Je mag je woordenboek gebruiken:
Ik heb mijn slaapkamer gepoetst.

Blijf de woordvolgorde goed toepassen!

(Tijd -) Onderwerp - Werkwoorden - Rest - Plaats (-Tijd)

Demain, je vais faire du shopping avec ma copine à Amsterdam.

Je vais faire du shopping avec ma copine à Amsterdam demain.

Zelfstandige naamwoorden

De Franse vertaling van "bloem" = "fleur".
"Fleur" is een ... woord.

1. mannelijk
2. vrouwelijk

Stel...

Je wilt de volgende zin schrijven: 

Ik heb mijn tanden gepoetst.

Echter, je weet niet wat "tanden" is, welk zoekwoord gebruik je om het woord in je woordenboek op te zoeken?

Zoekwoord om de betekenis van "tanden" te achterhalen?

Stel...

Je wilt de volgende zin schrijven: 

Ik heb mijn tanden gepoetst.

- tand = dent (m)

Dan moet je alleen van "tand" nog "tanden" maken. Dat doe je door er een +s achter te zetten, dus dents.

Bijvoeglijke naamwoorden

De regel moet je kennen

Want deze staat niet in een woordenboek.

Bijvoeglijk naamwoord = eigenschap van een mens, dier of ding.

Bijna alle bijvoeglijk naamwoorden staan ACHTER het zelfstandig naamwoord (le chat noir), behalve:

De regel moet je kennen

bon - goed 

beau - mooi

joli - mooi/leuk

haut - hoog

long - lang

petit - klein

jeune - jong

vieux - oud

grand - groot

gros - dik

mauvais - slecht

méchant - slecht/ gemeen

nouveau - nieuw

autre - ander

De regel moet je kennen

Een bijvoeglijk naamwoord past zich altijd aan aan het zelfstandig naamwoord waar het iets over zegt.

ZN = vrouwelijk

Bijv. Nw. = vrouwelijk

	Enkelvoud	Meervoud
Mannelijk	-	+s
Vrouwelijk	+e	+es

Uitzonderingen

	mannelijk	vrouwelijk
-eux	amour eux	amour eu se
-if	sport if	sport ive
-on	b on	b onne
-ien	ital ien	ital ienne

Tips bij schrijfvaardigheid

1. Houd de zinnen simpel, zodat je de standaard zinsbouw kunt aanhouden.

2. Let op werkwoordgebruik (vervoeg in de juiste vorm en juiste tijd).

3. Kijk goed of je de woorden juiste geschreven hebt (accenten, lidwoorden, ...).