Schrijfdossier klas 4v - opdracht 3(v1) - nieuwsbericht - geleid schrijfplan

Schrijfportfolio 4v opdracht 3
Informerende teksten

Eerst: evaluatie klachtenbrief
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Schrijfportfolio 4v opdracht 3
Informerende teksten

Eerst: evaluatie klachtenbrief

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt een klachtenbrief geschreven. Wat vond je moeilijk aan deze opdracht?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je iets aan de feedback van je klasgenoot gehad?
ja
nee
Ik heb de feedback niet bekeken.

Slide 3 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je behoefte aan extra hulp / uitleg? Zo ja, waarbij/waarover?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Nieuw onderdeel:  
informerende teksten

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warming up, een poll:
Ben jij iemand die in de app of op social media berichten plaatst of liever beeldmateriaal?
A
Tekst
B
Beeld

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Weet je het nog...
In welke volgorde plaats je je bronnenlijst?
A
Alfabetisch op voornaam
B
Chronologisch
C
Alfabetisch op achternaam

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen een functioneel beeld en een illustratief beeld?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je een tekst beoordeelt, let je bijvoorbeeld op de structuur van de tekst. Welke driedeling moet de tekst bevatten?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen opdracht 3
  • Je past het juiste schrijfdoel toe (informeren); 
  • Je kunt een heldere structuur in je stuk aanbrengen door het gebruik van verbindings- en signaalwoorden;
  • Je kunt goede tussenkopjes maken; 
  • Je weet wat een schrijfplan is en hoe het je kan helpen bij het schrijven van een langere tekst;
  • Je kunt je tekst voorzien van functionele of illustratieve beelden;
  • Je kunt correct citeren en een citaat inbedden;
  • Je kent de structuur en vorm van verschillende tekstsoorten met een informerend karakter (nieuwsbericht, instructie, verslag, uiteenzetting).

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is géén functie van een inleiding?
A
aanleiding noemen
B
belangstelling wekken
C
samenvatting geven
D
onderwerp introduceren

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijfopdracht
Je gaat zo kijken naar twee afbeeldingen, kies er één. Schrijf bij de afbeelding een nieuwsbericht in ongeveer 100 woorden. 
Na de foto's volgen de eisen aan de opdracht. Je schrijft hem in 20 minuten.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
3:00

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nieuwsbericht. Zorg dat het volgende in je bericht staat:

  • Wat gebeurde er?
  • Waar gebeurde het?
  • Wie waren erbij betrokken?
  • Wanneer gebeurde het?
  • Waarom/waardoor gebeurde het?
  • Hoe gebeurde het?
  • Zorg voor een duidelijke Lead.
  • Verwerk tenminste één citaat.
  • Gebruik minstens twee signaalwoorden.
timer
20:00

Slide 14 - Diapositive

Vraag na 20 minuten een leerling zijn/haar nieuwsbericht te delen en bespreek (elementen) uit de leerdoelen van deze les.
(hieronder herhaling relevante leerdoelen)
  • Je past het juiste schrijfdoel toe (informeren) 
  • Je kunt een heldere structuur in je stuk aanbrengen door het gebruik van verbindings- en signaalwoorden
  • Je kunt goede tussenkopjes maken 
  • Je kunt correct citeren en een citaat inbedden
Op de volgende twee slides vind je de originele artikelen

Stuur hieronder je nieuwsbericht (les van gisteren in). We bespreken er zo twee.

Slide 15 - Question ouverte

Je past het juiste schrijfdoel toe (informeren); 
Je kunt een heldere structuur in je stuk aanbrengen door het gebruik van verbindings- en signaalwoorden;
Je kunt goede tussenkopjes maken; 
Je weet wat een schrijfplan is en hoe het je kan helpen bij het schrijven van een langere tekst;
Je kunt je tekst voorzien van functionele of illustratieve beelden;
Je kunt correct citeren en een citaat inbedden;
Je kent de structuur en vorm van verschillende tekstsoorten met een informerend karakter (nieuwsbericht, instructie, verslag, uiteenzetting).

Slide 16 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Artikel over discriminatie
Je hebt nu twee nieuwsberichten gelezen over de discriminatie Als je verder gaat zoeken, zul je nog meer bronnen over dit onderwerp vinden. Er zijn nl. helaas heel wat 'groepen' die gediscrimineerd worden. Schrijf een informerend artikel over dit onderwerp met een eigen vraagstelling en een vaste structuur. 
  • Je publiek bestaat uit jongeren tussen de zestien en achttien jaar oud.
  • De lengte van je artikel is ongeveer 400 woorden
  • Naast de twee bronnen die je al hebt, zoek je er nog drie.
  • Lees al je bronnen en maak een selectie van de informatie die je met je lezers wilt delen.
  •  Maak meteen een goede bronnenlijst en voeg deze toe aan je artikel.
  • Je neemt minstens één citaat op in je tekst.
  • Kies een toepasselijke tekststructuur. 
  • Om je te helpen een gestructureerd artikel te schrijven, ga je nu eerst op de volgende slides een schrijfplan maken. Je kunt ook het schrijfplan gebruiken dat in de ELO staat.
  • Tot slot voeg je een illustratief beeld toe aan je tekst. (zie blz 149 voor uitleg)

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Citeren?
Parafraseren: informatie in je eigen woorden zetten
Citeren: letterlijk de bron herhalen (je mag geen woorden aanpassen)

Hoe? Door aanhalingstekens te gebruiken en de bron te vermelden. Voorbeelden:
De minister zei met overtuiging: "Dit kunnen we niet toestaan!"
"Dit speelt al langer," zegt een inwoner uit Ter Apel. 
Volgens Truijens is "de respectvolle behandeling geen vanzelfsprekendheid".

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bronvermelding / literatuurlijst
Verwijzen in de tekst na parafrase en/of citaat:
Invoegen voetnoot:
Achternaam, Voorletter/Naam, titel, in: krant, datum.
Zie blz 143-144 voor verschillende tekstsoorten

Literatuurlijst:
op alfabetische volgorde achternaam
(voorbeeld oude usb - 5h schrijven)

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voorbeeld
Jansen, C., Steehouder, M. & Gijsen, M. (Red.). (2004). Professioneel communiceren: Taal- en communicatiegids. Groningen: Martinus Nijhoff.
 

Nederhoed, P. (2004). Helder rapporteren: Een handleiding voor het opzetten en schrijven van rapporten, scripties, nota's en artikelen. (8e dr.). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.

Renkema, J. (2005). Schrijfwijzer (4e dr.). Den Haag: Sdu.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijfplan maken
Je gaat nu het schrijfplan maken voor je artikel.
Je schrijft het artikel met de houvast van één van de vaste tekststructuren die je vindt op bladzijde 133-138 van je boek. Neem eerst deze theorie door!

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het onderwerp waar je over gaat schrijven?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor wie ga je schrijven? Dus: wie is je publiek? Probeer zo nauwkeurig mogelijk te omschrijven.

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel een goed afgebakende vraag die je gaat beantwoorden in je artikel.

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke structuur kies je om je artikel te schrijven?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een brainstorm met ideeën voor de titel.

Slide 27 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf een opzet voor je inleiding:
- introduceer je onderwerp
-noem de hoofdgedachte
-wek de belangstelling van je publiek

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Over welk deelonderwerp gaat je eerste alinea? Denk aan de structuur die je hebt gekozen.

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Over welk deelonderwerp gaat je tweede alinea? Denk aan de structuur die je hebt gekozen.

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Over welk deelonderwerp gaat je derde alinea? Denk aan de structuur die je hebt gekozen.

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vat de drie deelonderwerpen van je tekst samen in één zin.

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Kies het illustratieve beeld dat je zou kunnen gebruiken bij je tekst (voor de definitieve versie mag je veranderen)

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijven!
Je hebt je met je schrijfplan goed voorbereid en je gaat nu je artikel schrijven. Klaar? Loop de aandachtspunten nog eens langs:
  • Je past het juiste schrijfdoel toe (informeren); 
  • Je kunt een heldere structuur in je stuk aanbrengen door het gebruik van verbindings- en signaalwoorden;
  • Je kunt je tekst voorzien van functionele of illustratieve beelden;
  • Je kunt correct citeren en een citaat inbedden;
  • Je hebt een bronnenlijst gemaakt;
  • Je hebt gewerkt volgens één van de vaste structuren;
  • De tekst is goed geschikt voor je publiek.

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tevreden?
Lever je artikel uiterlijk ...  in, in Magister.
Beoordeling:
Je krijgt feedback van je docent. 

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions