H8 Rekenen Terugblik
1 / 42
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Sleep de tekens tussen de juiste breuken:
Niet gebruikt:
Slide 2 - Question de remorquage
Sleep de tekens tussen de juiste breuken:
Niet gebruikt:
Slide 3 - Question de remorquage
Welke breuk is het grootst?
A
345617
B
34566
C
345619
D
34562
Slide 4 - Quiz
Welke breuk is het grootst?
A
3456345
B
3457345
C
7953345
D
1257345
Slide 5 - Quiz
Welke breuk is het kleinst?
A
45634
B
34734
C
95334
D
12534
Slide 6 - Quiz
Sleep de juiste tussenstap naar de juiste plek:
Niet gebruikt:
Slide 7 - Question de remorquage
Het verschil van 12 en 4 is
Slide 8 - Question ouverte
De som van 16 en 8 is
Slide 9 - Question ouverte
Het product van 18 en 3 is
Slide 10 - Question ouverte
Het quotiënt van 12 en 4 is
Slide 11 - Question ouverte
Sleep naar de juiste plek:
Zet de bewerkingen in de juiste volgorde:
1:
2:
3:
4:
Slide 12 - Question de remorquage
Bereken. Vul alleen het antwoord in.
54 - 40 : 5 x (11 - 7) + 2 =
54 - 40 : 5 x (11 - 7) + 2 =
3
Slide 13 - Question ouverte
Welke berekening moet ik maken om
8 uit te rekenen?
8 uit te rekenen?
6
Slide 14 - Question ouverte
Hoe kun je
12 x 12 x 12 x 12
ook schrijven?
12 x 12 x 12 x 12
ook schrijven?
A
4 x 12
B
412
C
124
D
4 x 4 x 4 x 4
Slide 15 - Quiz
Het product van 0,8 en 3 =
A
0,24
B
3,8
C
2,4
Slide 16 - Quiz
Vul het juiste getal in:
Het verschil van 2,48 en 0,13 is ....
Het verschil van 2,48 en 0,13 is ....
Slide 17 - Question ouverte
Vul het juiste getal in:
De som van 1,9 en 0,5 is ....
De som van 1,9 en 0,5 is ....
Slide 18 - Question ouverte
Vul het juiste getal in:
De uitkomst van
12,3 + 3 x 0,2 = ....
De uitkomst van
12,3 + 3 x 0,2 = ....
Slide 19 - Question ouverte
Wat komt op de plaats van het vraagteken?
A
10
B
100
C
0,1
D
0,01
Slide 20 - Quiz
Wat komt op de plaats van het vraagteken?
23,9 x ? = 2390
A
10
B
100
C
0,1
D
0,01
Slide 21 - Quiz
12,6 x 0,01 =
Slide 22 - Question ouverte
A
1
B
52
C
73
D
Geen van allen
Slide 23 - Quiz
A
128
B
43
C
73
D
Geen van allen
Slide 24 - Quiz
Bereken, noteer alleen je antwoord.
Noteer je antwoord in de vorm van a/b
Noteer je antwoord in de vorm van a/b
Slide 25 - Question ouverte
Los op en vereenvoudig zover mogelijk:
Geef je antwoord in de vorm van: a b/c
Geef je antwoord in de vorm van: a b/c
Slide 26 - Question ouverte
Slide 27 - Question ouverte
Bereken:
Geef je antwoord in de vorm van: a b/c
Geef je antwoord in de vorm van: a b/c
Slide 28 - Question ouverte
Bereken:
=
Slide 29 - Question ouverte
Bereken hoeveel .. deel is van 54.
Slide 30 - Question ouverte
deel van 48 =
Slide 31 - Question ouverte
Bereken:
Geef je antwoord in de vorm van a/b
Geef je antwoord in de vorm van a/b
Slide 32 - Question ouverte
schrijf als één breuk:
=
=
A
B
C
D
Slide 33 - Quiz
Schrijf als één breuk:
=
=
A
B
C
D
Slide 34 - Quiz
% betekent 'gedeeld door 100'
A
Waar
B
Niet waar
Slide 35 - Quiz
Hoeveel % is 0,1
A
1%
B
10%
C
100%
D
1000%
Slide 36 - Quiz
Hoeveel % is 0,73
A
7%
B
3%
C
73%
D
100%
Slide 37 - Quiz
Als ik een decimaal getal als percentage wil schrijven dan doe ik:
Decimaal getal x .....
Decimaal getal x .....
Slide 38 - Question ouverte
Schrijf als decimaal getal:
4/500
4/500
Slide 39 - Question ouverte
Schrijf als decimaal getal:
12/25
12/25
Slide 40 - Question ouverte
Schrijf als percentage:
12/25 = .... %
12/25 = .... %
