H10 Quiz 1J

Sleep de breuken op de juiste plaats bij de getallenlijn

1/6

2/6

5/6

1/2

1/3
1 / 39
suivant
Slide 1: Question de remorquage
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Sleep de breuken op de juiste plaats bij de getallenlijn

1/6

2/6

5/6

1/2

1/3

Slide 1 - Question de remorquage

Van de som

is de juiste volgorde van berekenen:
A
4 : 2 2 + 4 17 - 8
B
17 - 8 4 x 9 2 + 4
C
17 - 8 4 : 2 4 x 9
D
17 - 8 4 x 9 4 : 2

Slide 2 - Quiz

Sleep de breuken naar de decimale getallen die even groot zijn.
2/10
4/10
6/1000
25/100
75/100
5/10
1/10

Slide 3 - Question de remorquage

Welke breuken zijn gelijknamig?


A
103en83
B
76en67
C
1629en1689
D
21en42

Slide 4 - Quiz


2/3 = .../9

Slide 5 - Question ouverte

Met 5 personen hebben we 100 euro verdiend. Ieder krijgt 20 euro.
Een hoeveelste deel is dat? (a/b)

Slide 6 - Question ouverte

Met 5 personen hebben we 250 euro verdiend.

3/5 deel is .... euro


Slide 7 - Question ouverte


Slide 8 - Question ouverte

Wat betekent %

Slide 9 - Question ouverte

Wat betekent 35%
A
Keer 35
B
3500
C
35100
D
35 gedeeld door 100

Slide 10 - Quiz

Wat betekent 83%
A
10083
B
181
C
83100
D
3550

Slide 11 - Quiz

15% kun je schrijven als breuk. Welke?
Vereenvoudig de breuk zover mogelijk.

Geef je antwoord in de vorm van a/b

Slide 12 - Question ouverte

7/10 =
A
10070
B
4032
C
70100
D
3240

Slide 13 - Quiz

Vul in:
6/25 = ... %

Slide 14 - Question ouverte

Vul in:
8% = .... deel

Slide 15 - Question ouverte

Vul in:
17/20 = .... %

Slide 16 - Question ouverte

Welke waarde heeft de 8 in het getal

0,478

Geef je antwoord in de vorm van a/b

Slide 17 - Question ouverte

Welke waarde heeft het getal

0,478

Geef je antwoord in de vorm van a/b

Slide 18 - Question ouverte

Welke waarde heeft het getal

0,4

Geef je antwoord in de vorm van a/b

Slide 19 - Question ouverte

Welke waarde heeft het getal

0,47

Geef je antwoord in de vorm van a/b

Slide 20 - Question ouverte

Welke decimaal getal hoort er bij de breuk

28/100


Slide 21 - Question ouverte

Welke decimaal getal hoort er bij de breuk

345/1000


Slide 22 - Question ouverte

Welk decimaal getal hoort er bij de breuk

38/50

Slide 23 - Question ouverte

Welk percentage hoort er bij het decimale getal 0,58?

0,58 = ...%

Slide 24 - Question ouverte

Welke breuk hoort er bij het decimale getal 0,036?

0,036 = ...

(geef je antwoord in de vorm van a/b)

Slide 25 - Question ouverte

Schrijf als decimaal getal:

14/50

Slide 26 - Question ouverte

Aantekening:
Handige breuken/decimalen om uit je hoofd te kennen:

Slide 27 - Diapositive

Vul het juiste teken in:
A
<
B
>

Slide 28 - Quiz

Vul het juiste teken in:
A
>
B
<

Slide 29 - Quiz

Schrijf als breuk:

2,15 = ...

Geef je antwoord als: a b/c

Slide 30 - Question ouverte

Vul het juiste teken in:

3 4/5 .... 3 4/7
A
<
B
>

Slide 31 - Quiz


34,78 x 1000 =


Slide 32 - Question ouverte

Als ik een getal vermenigvuldig met 100, dan schuift de
komma .... plaats(en) naar ....

(geef elk antwoord op een nieuwe regel)

Slide 33 - Question ouverte

Als ik een getal vermenigvuldig met 0,1 dan schuift de
komma .... plaats(en) naar ....

(geef elk antwoord op een nieuwe regel)

Slide 34 - Question ouverte

Als ik een getal vermenigvuldig met 0,001 dan schuift de
komma .... plaats(en) naar ....

(geef elk antwoord op een nieuwe regel)

Slide 35 - Question ouverte


893,6 x 0,01 =


Slide 36 - Question ouverte

en de laatste vraag...

Slide 37 - Diapositive


746,6 x 0,0001 =


Slide 38 - Question ouverte

Huiswerk:
Maken: Oefenproefwerk H10

Slide 39 - Diapositive