Paragraaf 3.2 en 3.3

Paragraaf 3.2 en 3.3
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 3.2 en 3.3

Slide 1 - Diapositive

Wat werd weergegeven op de vorige dia?

Slide 2 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen de lange en de korte waterkringloop?

Slide 3 - Question ouverte

Water stroomt altijd richting ...
A
Rivieren
B
De zee
C
Meren

Slide 4 - Quiz

Water stroom altijd richting de zee. Daar start opnieuw de waterkringloop. Vandaar de naam 'kringloop'. 

Slide 5 - Diapositive

Infiltratie
Water dat na een regenbui (of na hevige sneeuwval) in de grond zakt. 

Ook dit water stroomt uiteindelijk, via de grond, naar de zee.

Slide 6 - Diapositive

Soms valt er in een aantal maanden heel veel regen. Hoe heet deze periode?

Slide 7 - Question ouverte

Een speciale wind vanaf zee, zorgt in sommig landen voor een regentijd. 
Deze wind heet: moesson

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Wat voor problemen ontstaan er door de regentijd?

Slide 10 - Question ouverte

In benedenloop (Nederland bv) veel overlast van water door... 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Als een rivier in korte tijd veel water moet afvoeren...
Dan heet dit: Piekafvoer

Slide 13 - Diapositive

Bomen en planten houden water vast. Wat gebeurt er wanneer we bomen gaan kappen?

Slide 14 - Question ouverte

Overstromingen kunnen ook ontstaan door orkanen. Dan valt er vaak veel regen en overstroomt de rivier. 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Sommige landen hebben teveel water, anderen juist tekort. 

Vaak zijn landen afhankelijk van een rivier. 

Slide 17 - Diapositive

Goed voorbeeld = Egypte ->

Slide 18 - Diapositive

En als er nu geen rivier is...?

Slide 19 - Diapositive

Grondwater
Mensen die niet in de buurt van een rivier wonen, moeten gebruik maken van grondwater. 

Slide 20 - Diapositive

Is de stelling juist?
In droge gebieden valt meer regen, dan mensen water gebruiken.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 21 - Quiz

Stelling is onjuist.
Door weinig water ontstaat er ook veel waterstress (problemen die ontstaan door tekort aan water).

 

Slide 22 - Diapositive

Is de volgende stelling juist of onjuist?

Rivieren stromen altijd in één land.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

De Nijl stroomt door 9 landen... 

Slide 24 - Diapositive

Ruzie!
Want alle landen willen zoveel mogelijk water van de rivier gebruiken. 
Stuwdammen zorgen voor grote problemen. Soms zelfs wateroorlogen!

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Wat zou een oplossing kunnen zijn voor het waterprobleem?

Slide 27 - Question ouverte

Oplossingen zijn:
- Water oppompen uit een aquifer.  

Slide 28 - Diapositive

Een aquifer is een grondlaag waar ook water in zit. Dit water kunnen wij als mensen zelf oppompen en gebruiken als drinkwater. 

Nadeel = fossiel water. 

Slide 29 - Diapositive

Wat betekent 'fossiel water'?

Slide 30 - Question ouverte

Fossiel water
Water dat heel oud is. Het heeft veel jaren gekost om deze laag te laten ontstaan en het duurt heel lang voor het weer wordt aangevuld. 

Slide 31 - Diapositive

Andere oplossing
Irrigatie = besproeien van landbouwgewassen. 

Ontzilten = van zout water, zoet water maken. (Wel heel duur en lang proces helaas :( )

Slide 32 - Diapositive