Leesvaardigheid oefentoets en herhaling


A
Amuseren
B
Activeren
C
Overtuigen
D
Opiniëren
1 / 21
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon


A
Amuseren
B
Activeren
C
Overtuigen
D
Opiniëren

Slide 1 - Quiz

Lezers de gelegenheid geven hun mening te vormen
A
Opiniëren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Informeren

Slide 2 - Quiz

In Israël zijn de restaurants weer open, maar alleen voor personen met een vaccinatiebewijs

A
Informeren
B
Overtuigen
C
Opiniëren
D
Activeren

Slide 3 - Quiz

Betoog
Beschouwing
Uiteenzetting
Overtuigen
Opiniëren
Informeren

Slide 4 - Question de remorquage

Bij welk tekstdoel horen de tekstsoorten: reclametekst, flyer, uitnodiging?
A
Overtuigen
B
Activeren
C
Amuseren
D
Informeren

Slide 5 - Quiz

Bij welk tekstdoel horen de tekstsoorten: gebruiksaanwijzing, studieboek, nieuwsbericht?
A
Overtuigen
B
Activeren
C
Amuseren
D
Informeren

Slide 6 - Quiz

Tekstsoorten

Doel van een krantenbericht
A
Informeren
B
Je iets laten doen
C
Mening geven
D
Amuseren

Slide 7 - Quiz

1. Welke tekstvormen horen bij welke tekstsoorten?
informatieve tekst
betogende tekst
activerende tekst
amuserende tekst
advertentie
nieuwsbericht
liedtekst
recensie

Slide 8 - Question de remorquage

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Informeren
Activeren
Overtuigen
Amuseren
Opiniëren

Slide 9 - Question de remorquage

Uitleg
indeling tekst
- inleiding: onderwerp introduceren
- middenstuk: deelonderwerpen
- slot: samenvatten / concluderen

Slide 10 - Diapositive

Functies van de inleiding
Inleiding
  • Onderwerp van de tekst introduceren.
  • Aandacht trekken

Slide 11 - Diapositive

Het middenstuk

  • Het middenstuk behandelt de diverse aspecten van het onderwerp. 
  • Dit noemen we de deelonderwerpen.
  • denk aan:
  • Gevolgen / voordelen / oplossingen

Slide 12 - Diapositive

Slot
Als de tekst bestaat uit een driedeling bevat de tekst altijd een slot. In het slot staat een korte samenvatting van de tekst of  het slot geeft een conclusie

Slide 13 - Diapositive

Wat voor soort inleiding heeft deze tekst?
A
Reden – de schrijver legt uit waarom hij deze tekst heeft geschreven.
B
Belangrijkste informatie – de belangrijkste informatie staat al in de inleiding.
C
Opbouw – de schrijver geeft aan wat voor informatie er in de tekst komt.
D
Voorbeeld – de schrijver maakt de lezer nieuwsgierig door een situatie te beschrijven.

Slide 14 - Quiz

Wat is GEEN functie van de inleiding van een tekst?
A
aanleiding noemen
B
samenvatting geven
C
onderwerp introduceren
D
belangstelling wekken

Slide 15 - Quiz

Wat vind je in het middenstuk van de tekst?
A
de inleiding
B
de mening van de schrijver
C
de conclusie
D
de deelonderwerpen

Slide 16 - Quiz

In het middenstuk van de tekst worden :
A
aspecten van het onderwerp besproken
B
wordt de samenvatting gegeven
C
staan de belangrijkste alinea's
D
staat de hoofdgedachte

Slide 17 - Quiz

Welke functie heeft het middenstuk van de tekst?
A
Nieuwsgierig maken
B
Samenvatten
C
Het onderwerp uitwerken in deelonderwerpen

Slide 18 - Quiz

In het slot van een tekst...
A
...staat vaak veel informatie over het onderwerp (hoe, waarom of wat e.d.)
B
...wordt het belangrijkste van de tekst nog een keer herhaald.
C
..staat waarom je nieuwsgierig wordt om verder te lezen
D
...wordt het onderwerp van de tekst ingeleid.

Slide 19 - Quiz

Is de tekst een inleiding of een slot?
A
inleiding
B
slot

Slide 20 - Quiz

Maken oefentoets
Deel 1 en 2 via Nieuw Nederlands, Cursus 2 lezen in de rechterbalk staat oefentoets. 

Slide 21 - Diapositive