Herhaling kracht en beweging - les 7 - 4anat2


Herhaling kracht en beweging

Groep thuis:
  1. Opstart - vragenrondje
  2. Oefentoets maken
  3. Afsluiting - vragenrondje

Groep op school:
  1. Opstart
  2. Klassikale opgave(n)
  3. Voorbereiden toets
  4. Afsluiting
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon


Herhaling kracht en beweging

Groep thuis:
  1. Opstart - vragenrondje
  2. Oefentoets maken
  3. Afsluiting - vragenrondje

Groep op school:
  1. Opstart
  2. Klassikale opgave(n)
  3. Voorbereiden toets
  4. Afsluiting

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen/wensen
Groep thuis plaats jullie vragen/wensen in de chat. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Lege slide om de vragen te beantwoorden op het bord.
Groep thuis
Zelfstandig voorbereiden op de toets.
- Oefentoets 
- Afsluitende opgaven H2 en H4 
- SO andere versie maken 

10 minuten voor het einde van de les afsluiting/ vragenrondje

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenopgave 
Een auto met een massa van 2200 kg wordt weggetakeld met behulp van een kabel. De kabel zit onder een hoek van 23 graden met de horizontaal aan de auto vast. De spankracht in de kabel is 450 N. De wrijvingscoëfficiënt van het contactoppervlak tussen de banden van de auto en de weg is 0,007.
Bereken de snelheid van de auto na 5,0 s.
Verwaarloos de wrijving. De auto versnelt dus de gehele beweging. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


m = 2200 kg 
α = 23 graden 
F_span =  450 N
f = 0,007
t = 5,0 s 
v_begin = 0 m/s 
v_eind = ?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenopgave 2
Een auto rijdt met een constante snelheid op een rechte weg. Plotseling steekt een hert de weg over. De automobilist maakt een noodstop en komt 4,3 s later en 45 meter verderop tot stilstand. Bereken met welke snelheid (in km/h) hij oorspronkelijk reed.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbereiden toets
Zelfstandig voorbereiden op de toets.
- Oefentoets 
- Afsluitende opgaven H2 en H4 
- SO andere versie maken 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave rekenen
Een atleet werpt een speer met een massa van 800 g. Hij gooit vanuit stilstand. Hij oefent een constante kracht uit over een afstand van 1,5 m. De kracht die de atleet levert, is gelijk aan 100 N. 

A.   Bereken met welke snelheid de atleet de speer wegwerpt.

B.   Leg uit of een twee keer zo grote kracht een twee keer zo grote, minder of
       meer dan twee keer zo groter snelheid oplevert.

Slide 10 - Diapositive

a = Fnetto / m = 100 / 0,8 = 125 m/s^2
s = 1/2*a*t^2 —> t = 0,15 seconden
a = ∆v/∆t —> ∆v = a * t = 125 * 0,15 = 18,75 = 19 m/s

B. F 2x zo groot —> a 2x zo groot —> t wortel 2 x zo klein —> minder dan twee keer zo grote snelheid.