Herhaling - les 2 - 4anat1

Herhaling H5
Lesplanning:
  1. Klassikale opgave
  2. Inzage oefentoets
    - vragenrondje / bespreken ...
  3. Evt. klassikale opgave
  4. Zelfstandig voorbereiden toets
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhaling H5
Lesplanning:
  1. Klassikale opgave
  2. Inzage oefentoets
    - vragenrondje / bespreken ...
  3. Evt. klassikale opgave
  4. Zelfstandig voorbereiden toets

Slide 1 - Diapositive

Een eenvoudige waslijn is niet zo sterk. Als je er hard aan trekt, kan hij knappen. Leg uit dat het daarom beter is de waslijn niet te strak te spannen.

Slide 2 - Question ouverte

Keuze: constructie of berekenen

Slide 3 - Diapositive

hoek = 15 ⁰
m = 20*10³ kg --> Fz = 196, 2 kN
a = 0,95 m/s²
Fstuw = 11 * 10⁴ N 
Flift = ? 
Fw,l = ?

Slide 4 - Diapositive

Inzage oefentoets
Kijk je gecorrigeerde oefentoets na. 
Wat moet je nog oefenen voor de toets?

Slide 5 - Diapositive

Oefentoets bespreken

Slide 6 - Diapositive

Oefenopgave 
Een auto met een massa van 2200 kg wordt weggetakeld met behulp van een kabel. De kabel zit onder een hoek van 23 graden met de horizontaal aan de auto vast. De spankracht in de kabel is 450 N. De wrijvingscoëfficiënt van het contactoppervlak tussen de banden van de auto en de weg is 0,007.
Bereken de snelheid van de auto na 5,0 s.
Verwaarloos de wrijving. De auto versnelt dus de gehele beweging. 

Slide 7 - Diapositive

Gegeven
m = 2200 kg 
α = 23 graden 
F_span =  450 N
f = 0,007
t = 5,0 s 
v_begin = 0 m/s 
v_eind = ?

Slide 8 - Diapositive

Voorbereiden toets
Zelfstandig voorbereiden op de toets.
- Afsluitende opgaven H4
- Extra oefenmateriaal in de studiewijzer
- Moeilijke opgaven nogmaals maken
- Formatieve toets leerdoel 1 t/m 3

Slide 9 - Diapositive

De krachtmeter wijst 15 N aan. Bereken/bepaal de grootte van de massa.

Slide 10 - Diapositive

  1. Maak een schets
    teken alle krachten die op het voorwerp werken.

  2.  Bedenk in welke richting de resulterende kracht nul of bekend is. 

Slide 11 - Diapositive

De twee mannen leveren
een even grote maar
tegengestelde kracht
van 500 N.
De krachtmeter meet
een kracht van ...
A
0 N
B
500 N
C
1000 N
D
Geen van deze antwoorden.

Slide 12 - Quiz

Wie wint is
degene die ...
A
harder aan het touw trekt.
B
een korte krachtstoot geeft.
C
harder tegen de grond duwt.

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive