Thema 6: paragraaf 6.4

Aanpassingen dieren
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Aanpassingen dieren

Slide 1 - Diapositive

Herhalen Herhalen Herhalen!!

Slide 2 - Diapositive

Biologische evenwicht
Optimumkromme

Slide 3 - Question de remorquage

Wat is een populatie?
A
Een boom
B
Verschillende dieren in een gebied
C
Een groep individuen vd zelfde soort in 1 gebied
D
Alles wat in een bepaald gebied leeft

Slide 4 - Quiz

Wat is een biologisch evenwicht?
A
Er zijn evenveel van twee soorten dieren.
B
Geboorte, sterfte en migratie van soorten zorgen voor een biologisch evenwicht.
C
Beide groepen wegen het zelfde.

Slide 5 - Quiz

                      Lesdoelen

Na deze les:
  1. Weet je waarom dieren zich aanpassen aan het milieu?
  2. Weet je wat gestroomlijnde dieren zijn?

Slide 6 - Diapositive

Aanpassingen bij dieren
Dieren hebben aanpassingen in het milieu waarin ze leven. Deze aanpassingen kunnen te maken hebben met voeding, voortbeweging, ademhaling en voortplanting

Slide 7 - Diapositive

Aanpassen aan het water
  • Gestroomlijnde lichaamsvormen 
  • Hebben kieuwen en vinnen
  • Huid bedekt met schubben en slijm

Slide 8 - Diapositive

Aanpassen aan het land
  • Niet gestroomlijnd
  •  Vaak zwaarder omdat ze hun eigen gewicht moeten dragen.
  • Stevige poten en zwaar skelet

Slide 9 - Diapositive

Aangepast aan land
zoolganger
teenganger
topganger/hoefganger

Slide 10 - Diapositive

Vogels (Poten)
Poten aangepast aan functie

Slide 11 - Diapositive

Vogels (snavel)
Priemsnavel: diep in de grond
Haaksnavel: in stukken scheuren
Pincetsnavel: voor kleine insecten
Kegelsnavel: voor het eten van zaden
Zeefsnavel: voor waterplantjes en kleine water diertjes

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Wat is een gestroomlijnd lichaam?
A
Waslaagje die het lichaam bedekt
B
Verandering van kleur in het lichaam
C
Dit zijn de vinnen van een waterdier
D
Wanneer kop, lijf en staart in elkaar overlopen.

Slide 14 - Quiz

Een voorbeeld van een teenganger is een:
A
Mens
B
Paard
C
Beer
D
Hond

Slide 15 - Quiz

                      Lesdoelen

Na deze les:
  1. Weet je waarom dieren zich aanpassen aan het milieu?
  2. Weet je wat gestroomlijnde dieren zijn?

Slide 16 - Diapositive