Voorbereiding toets

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Laatste Nederlands toets van het schooljaar

-

En verder

3 vwo: herhaling  jaar 1 en 2 verder  argumentatie, tegenargumenten, weerleggingen, functiewoorden zoals een nuance, verschijnsel of een verklaring. Signaal woorden, verschil tussen beschouwing, betoog en verhandeling

4 vwo: alles wordt herhaald en verdiept vooral met argumentatie waar ook de aanvaardbaarheid van argumenten.

5 vwo: veel herhaling en verdieping.

Begrijpend lezen: waar werken we eigenlijk naartoe?

1 vwo: tekstdoelen, inleiding, middenstuk en slot. Feiten en meningen 

2 vwo: tekstverbanden, feiten meningen argumenten, kritisch lezen, publiek kennen

Examen

https://www.examenblad.nl/examendocument/2022/cse-1/nederlands-vwo/opgaven/2022/vwo/f=/VW-1001-a-22-1-o.pdf

Lezen

Hoofdstuk 1

Hoofdzaken, bijzaken en kernzinnen

Hoofdstuk 2 

Tekstverbanden en signaalwoorden

Oorzakelijk verband: doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, dus, dankzij

Vergelijkend verband: in vergelijking met, net als, evenals, zoals, meer, groter, beter dan, vergeleken met

Hoofdstuk 2 tekstverbanden

Concluderend verband: dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al, het blijkt dat, dan ook

Redengevend verband: omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor, vanwege

Hoofdstuk 3 nog meer tekstverbanden

Voorwaardelijk verband: als, dan, indien, tenzij, wanneer, mits

Toegevend verband: ook al, weliswaar, hoewel, ofschoon, desondanks, niettemin

H 4. Feiten, meningen en argumenten

H. 5 Kritisch lezen

Wanneer is een bron betrouwbaar en een tekst objectief?

H.6 Over tekst en publiek

Bepalen voor welk publiek een tekst geschreven is

Woordenschat

H. 4 Rijmende uitdrukkingen

Tekstverbanden en signaalwoorden

Hoofdgedachte kernzinnen

Mening argument en feit

H. 5 Bijbelse uitdrukkingen

H. 6 Oude naamvallen