Kwaliteitsborging in de zorg: Samen werken aan veilige zorg

Kwaliteitsborging in de zorg: Samen werken aan veilige zorg

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je de basisprincipes van kwaliteitsborging in de zorg uitleggen en toepassen.

Benadruk het belang van kwaliteitsborging en hoe het bijdraagt aan veilige zorg.

Wat weet je al over kwaliteitsborging in de zorg?

Inleiding

Wat is kwaliteitsborging in de zorg?

Definieer kwaliteitsborging en bespreek waarom het essentieel is in de zorgsector.

Wet- en regelgeving

Welke wet- en regelgeving is van toepassing op kwaliteitsborging in de zorg?

Beschrijf belangrijke wetten en regels, zoals de Kwaliteitswet Zorginstellingen en de Wet BIG.

Kwaliteitsindicatoren

Wat zijn kwaliteitsindicatoren en hoe worden ze gebruikt?

Leg uit wat kwaliteitsindicatoren zijn en hoe ze worden gebruikt om de kwaliteit van zorg te meten en verbeteren.

 Kwaliteitsverbetering

Hoe kan kwaliteitsborging bijdragen aan kwaliteitsverbetering?

Bespreek methoden en tools voor kwaliteitsverbetering, zoals audits, incidentmeldingen en patiënttevredenheidsonderzoeken.

Samenwerking

Waarom is samenwerking belangrijk bij kwaliteitsborging in de zorg?

Leg uit hoe samenwerking tussen verschillende zorgprofessionals bijdraagt aan een veilige en kwalitatieve zorgomgeving.

Praktijkvoorbeelden

Geef enkele praktijkvoorbeelden van kwaliteitsborging in de zorg.

Laat verschillende voorbeelden zien, zoals het gebruik van checklists, protocollen en intercollegiale toetsing.

Interactieve oefening

Groepswerk: Identificeer mogelijke risico's in een zorgscenario en bedenk maatregelen om deze te minimaliseren.

Verdeel de leerlingen in groepen en geef ze de tijd om samen te werken en ideeën uit te wisselen. Bespreek daarna de resultaten klassikaal.

 Samenvatting

Wat heb je vandaag geleerd over kwaliteitsborging in de zorg?

Vat de belangrijkste punten van de les samen en beantwoord eventuele vragen van de leerlingen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.