Klinisch redeneren week 2

Klinisch Redeneren 
Week 2
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Klinisch Redeneren 
Week 2

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
De student:
• Neemt een kritisch houding aan t.o.v. het verpleegkundig proces op stage
• Legt in eigen woorden uit wat kwaliteitsindicatoren en veiligheidsindicatoren zijn
• Is instaat om indicatoren gegevens van zijn eigen stageplek terug te vinden
• Benoemt de speerpunten van kwaliteitsverbetering in de zorg
van dit moment

Slide 2 - Diapositive

Verpleegkundige proces
Gaat over het doen van je werk !

''Een systematische benaderingswijze voor het denken en doen van verpleegkundige'' 

Vereist: nemen van besluiten, klinische inzichten, kritische vaardigheden. 


 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Verpleegkundig proces
Cyclisch proces vanaf verzamelen van gegevens tot en met evalueren van zorg:
  • Fase 1: Gegevens verzamelen om tot een verpleegkundige diagnose te komen
  • Fase 2: Planning > stellen van verpleegkundige diagnosen en interventies
  • Fase 3: Uitvoering van de vastgestelde strategie en monitoren 
  • Fase 4: Evaluatie... zijn de opgestelde doelen bereikt?

Slide 5 - Diapositive

Verpleegkundig proces op de stage afdeling

Slide 6 - Carte mentale

Kwaliteitsindicatoren 
Doel: Met kwaliteitsindicatoren kan de kwaliteit van zorg gecontroleerd en verbeterd worden. 
Interne indicatoren: zijn bedoeld voor het beoordelen van de eigen zorgprocessen. 
Externe indicatoren zijn bedoeld om verantwoording af te leggen over de kwaliteit van de zorg aan patiënten, zorgverzekeraars, en de Inspectie.

Slide 7 - Diapositive

Kwaliteitsindicatoren 
IGJ: Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. 
Gebruikt kwaliteitsindicatoren om te bepalen welke zorgprocessen in een ziekenhuis extra aandacht behoeven of om nader onderzoek vragen.

Kwaliteitsindicatoren zijn gestandaardiseerde, wetenschappelijk onderbouwde maatstaven voor de kwaliteit van zorg die kunnen worden gebruikt om de klinische prestaties en uitkomsten te meten en op te volgen.  

Slide 8 - Diapositive

Veiligheidsindicatoren 
Organisaties zoeken naar manieren om inzicht te krijgen in de veiligheidstoestand in hun bedrijf om, wanneer dat nodig is, extra maatregelen te nemen en om de effectiviteit van interventies te kunnen meten. 

Veel verschillende indicatoren. Denk aan ziekteverzuim, bedrijfsongeval, MIP melding. 10 thema's VMS. Welke? 

Slide 9 - Diapositive

VMS thema's 
1. Verwisseling van en bij de patiënt 
(2. Veilige zorg zieke kinderen)
3. Kwetsbare ouderen 
4. Voorkmen lijnsepsis en behandeling sepsis
5. Optimale zorg ACS (acute coronair syndrome) 
6. High risk medicatie
7. Nierinsufficiëntie 
8. Medicatieverificatie opname en ontslag
9. Vroege herkenning en behandeling pijn
10. Vitaal bedreigde patiënt herkennen en behandelen
11. Wondinfectie post operatief voorkomen 

Slide 10 - Diapositive

Welke actuele ontwikkelingen kwaliteit?

Slide 11 - Question ouverte

Actuele speerpunten kwaliteitsverbetering

Slide 12 - Diapositive

Klinisch redeneren
Gaat over de zorgsituatie !

''Observaties en interpretaties structureren, 
medische kennis koppelen aan observaties en juiste vervolg stappen beredeneren''
 

Slide 13 - Diapositive

Klinisch redeneren

Slide 14 - Carte mentale

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Waar worden classificaties in de Nederlandse gezondheidszorg niet voor gebruikt?
A
Beschrijven van deelnemende specialisme
B
Beschrijven resultaten zorg
C
Beschrijven uitgevoerde handelingen

Slide 18 - Quiz

Wat is een ander woord voor classificatie?
A
Structuur
B
Indeling
C
Samenstelling
D
Toetsen

Slide 19 - Quiz

Waar worden classificaties o.a. voor gebruikt in de Nederlandse gezondheidszorg?
A
Verzamelen van gegevens
B
Stellen van diagnose
C
Beide antwoorden goed
D
Beide antwoorden fout

Slide 20 - Quiz

Casus
Een zorgvrager is erg angstig voor kleine ruimtes. Hij moet een MRI-scan ondergaan en ziet hier heel erg tegenop. Als verpleegkundige wil je de zorgvrager graag helpen en ondersteunen bij het verminderen van de angst.
 

Slide 21 - Diapositive

Wat gebruik je hiervoor als hulpmiddel?
A
NIC
B
NOC
C
Beide
D
Beide niet

Slide 22 - Quiz

NIC versus NOC
NIC = Verpleegkundige interventies
NOC= verpleegkundige zorgresultaten
NANDA = Verpleegkundige diagnoses 
 

Slide 23 - Diapositive

Het Omaha system is een...
A
Verwijssysteem
B
Interventiesysteem
C
Declaratiesysteem
D
Classificatiesysteem

Slide 24 - Quiz

Wat is het doel van het Omaha System?
A
Het meten van de prestaties van de vpk door leidinggevende
B
Doorverwijzen van cliënten
C
Vastleggen zorgproces in duidelijke taal
D
Informatie over protocollen

Slide 25 - Quiz

Omaha system
Het Omaha System is een classificatiesysteem dat het gehele zorgproces dekt. Het Omaha System dient om het volledige zorgproces in duidelijke taal te beschrijven.


Slide 26 - Diapositive

Casus
Marjon, een ervaren verpleegkundige, is al een aantal jaar werkzaam op een afdeling. Er wordt een zorgvrager opgenomen met een ziektebeeld dat Marjon bekend is. Zij heeft al veel zorgvragers met dit probleem verzorgd. De zorgvrager is erg ziek en moet intensieve zorg krijgen.

Slide 27 - Diapositive

Wat zal Marjon in eerste instantie doen, om een inschatting te maken van de toestand van de zorgvrager?
A
Hulp vragen aan collega's
B
Analyse maken van de situatie
C
Gebruik maken van voorgevoel
D
Het bijbehorende protocol volgen

Slide 28 - Quiz

Casus
Bob, een verpleegkundige, werkt sinds kort op een afdeling. Hij is net afgestudeerd en dit is zijn eerste baan. Op de afdeling ligt een zieke zorgvrager die hij intensief moet verzorgen.

Slide 29 - Diapositive

Waarvan zal Bob vooral gebruik maken om een inschatting te maken van de toestand van de zorgvrager?
A
Zijn voorgevoel
B
Analyse van de situatie maken
C
Het bijbehorende protocol
D
Hulp van collega's

Slide 30 - Quiz

Opdracht 
We hebben nu een aantal redeneerhulpen gehad: Omaha system, NIC, NOC en NANDA.

Jullie gaan als opdracht de redeneerhulpen verder uitwerken. Dit is alvast een voorbereiding op een casus die jullie later gaan uitwerken. 

De volgende redeneerhulpen moeten worden uitgewerkt: 
SCEGS, ICF, Gordon, Verkorte Checklist Veilige Zorg, ABCDE 




Slide 31 - Diapositive

 Afsluiting 
Vragen? 

Tot volgende week!
Bedenk alvast welk onderwerp je nader zou willen onderzoeken

Onderwerpen volgende week:
PICO
Informatiebronnen





Slide 32 - Diapositive