Oefenen bloedsomloop 2KG

BLOEDSOMLOOP
3.1 t/m 3.6
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

BLOEDSOMLOOP
3.1 t/m 3.6

Slide 1 - Diapositive

Wat is de functie van de bloedsomloop?
A
Transport van stoffen
B
Bloed rondpompen
C
Warmte geven
D
Ziekte voorkomen

Slide 2 - Quiz

Hemoglobine kleurt je bloed rood
A
goed
B
fout

Slide 3 - Quiz


Waaruit bestaat pus?
A
dode bacteriën en etter
B
dode witte cellen en etter
C
dode bloedplaatjes en rode bloedcellen
D
dode witte bloedcellen en bacteriën

Slide 4 - Quiz

Waarom wordt de bloedsomloop van de mens een dubbele bloedsomloop genoemd?
A
Omdat de bloedsomloop bestaat uit aders en slagaders
B
Het bloed stroomt per omloop twee keer door het hart
C
Alle rode bloedcellen gaan per omloop twee keer door het hart.
D
Het hart zuurstofrijk en zuurstofarm bloed vervoert.

Slide 5 - Quiz

Zuurstofarm -
kleine bloedsomloop
Zuurstofrijk -
grote bloedsomloop
Zuurstofrijk -
kleine bloedsomloop
Zuurstofarm -
grote bloedsomloop

Slide 6 - Question de remorquage

Bovenste holle ader
Nier ader
Nierslagader
Aorta
Hoofdader
Hoofdharvaten
Onderste holle ader
Poortader
Hoofdslagader
Leverader

Slide 7 - Question de remorquage

Sleep de woorden naar de juiste plek
kleine bloedsomloop
rechterkamer
zuurstofarm
grote bloedsomloop
linkerkamer
rechterboezem
linkerboezem
zuurstofrijk

Slide 8 - Question de remorquage

16. Wat doen je hartkleppen?
A
Zorgen dat bloed niet van boezems naar kamers kan stromen
B
Zorgen dat bloed niet van kamers naar boezems kan stromen
C
Zorgen dat bloed niet van kamers naar bloedvaten kan stromen
D
Zorgen dat bloed niet van bloedvaten naar kamers kan stromen

Slide 9 - Quiz

1
2
3
Ader
Slagader
Haarvaten

Slide 10 - Question de remorquage

Welk bloedvat brengt het bloed weer naar het hart toe?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvaten

Slide 11 - Quiz

In welke bloedvaten worden stoffen in het bloed opgenomen en aan organen afgegeven?
A
aders
B
haarvaten
C
slagaders

Slide 12 - Quiz

Deze bloedvaten hebben kleppen
A
slagaders
B
haarvaten
C
Aders
D
Kransslagaders

Slide 13 - Quiz

Rechter kamer
Linker boezem
Rechter boezem
Linker kamer

Slide 14 - Question de remorquage

Aorta
Longslagader
Bovenste holle ader
Onderste holle ader
Longader

Slide 15 - Question de remorquage

16. Wat kun je krijgen van slagaderverkalking?
A
hartinfarct
B
spierpijn
C
obesitas
D
bloedarmoede

Slide 16 - Quiz

Wat is een hartinfarct?
A
hoge bloeddruk
B
slagaderverkalking
C
een deel van de hartspier krijgt geen zuurstof
D
herseninfarct

Slide 17 - Quiz

Welk deel van het hart is verstopt bij een hartinfarct?
A
hartslagader
B
hartader
C
kransslagader
D
kransader

Slide 18 - Quiz

Oorzaken van een hartinfarct zijn:
A
Overgewicht, lage bloeddruk, te veel sporten
B
Overgewicht, roken en diabetes
C
Epilepsie en overgewicht, een hoge bloeddruk

Slide 19 - Quiz