T4 1.2 Lezen (voorbereiding toets)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

T4 - leestoets

Woensdag 31 oktober toets 1.1 en 1.2 Lezen

Wat moet je kennen en kunnen?

- Concentratie houden en een tekst nauwkeurig kunnen lezen

- Kernzinnen kunnen vinden

- Weten hoe je een meerkeuzevraag kunt beantwoorden

- Weten hoe je open vragen kunt beantwoorden

- De leerteksten uit het boek leren!

Op bladzijde 47 staan de soorten vragen die je kunt krijgen!

Onderdelen die altijd terugkomen!

• Functie van de inleiding en het slot (MK)
• Tussenkopje 'bedenken' voor een alinea of alinea's (MK)
• De hoofdgedachte van een tekst bepalen (MK)
• Een zin citeren (OV)
• Tekstverbanden tussen alinea's
• Het doel van de schrijver (I, A, O, A)

Tekstverbanden

Op bladzijde 24 in je boek staat een tabel met tekstverbanden en signaalwoorden.

Je hebt dit eerdere jaren ook gehad. 

Op de volgende pagina staat een link met een site waarop je met tekstverbanden kunt oefenen. Ga naar die site.

https:

Vraag 34 a
Noteer het signaalwoord in alinea 2 van tekst 7.

34 b. Wat is het tekstverband tussen alinea 1 en 2?

34 c. Zoek het verband tussen alinea 3 en 4. Je moet het tekstverband eruit halen zonder signaalwoord!

1. Alinea 3 en 4 vormen een opsomming
2. Alinea 3 en 4 vormen een tegenstelling
3. Alinea 4 geeft een reden voor alinea 3
4. Alinea 4 geeft een uitleg bij alinea 3

Opdracht 25 a
Citeer een zin uit alinea 7 waaruit blijkt wat er verandert.

25 b
Welk kopje geeft het best de inhoud weer van alinea 7?

1. 20 procent
2. 80 procent
3. Oudere sporters
4. Smalle piramide

25 c
Welke twee nadelen heeft dit?

25 d
Welk kopje geeft het best de inhoud weer van alinea's 8 en 9?

1. Binnen in plaats van buiten
2. Britse jeugd
3. Kinderen activeren
4. Laag instapniveau

25 e
Wat is de belangrijkste functie van alinea 10?

1. een advies
2. een nieuw gegeven toevoegen
3. een samenvatting geven
4. een waarschuwing geven

Dit waren enkele voorbeelden...

NU

• Kijk je het werk van dinsdag na (18, 19, 21, 22, 23, 24)
• Maak 1.2 opdracht 28, 31 en 32