T4 1.2 informatieve tekst

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

1.2 informatieve tekst

Vorige les

1.2 opdracht 2, 3 en 4

Hoe gaat leesvaardigheid?

😒🙁😐🙂😃

Meerkeuzevragen

- meestal 4 antwoordmogelijkheden --> alfabetische volgorde

Stappenplan meerkeuzevragen

Open vragen

Tips voor verkennend lezen

Maken

1.2 opdracht 5, 7, 8, 9, 10 en 11

Deel 2

Vorige les

Spelling

Tegenwoordig deelwoord

Opbouw tekst

Inleiding - kern- slot

Inleiding - kern

Functies inleiding

Inleiding kan meer dan één functie hebben

Aandacht van de lezer trekken

Functies van de inleiding

- Onderwerp aangeven of beschrijven;

- Aanleiding noemen: de reden waarom de tekst geschreven is;

- Centrale vraag stellen: vraag wordt in de rest van de tekst beantwoord;

- Mening van de schrijver geven: rest van de tekst argumenten;

- Korte samenvatting

- Een of meer personen introduceren

Functies van het slot

- Conclusie geven (dus, daarom, dan ook)

- Samenvatting geven (kortom, samenvattend)

- Advies geven (Het is beter... het is slim...)

- waarschuwing geven

- Toekomstverwachting uitspreken

Maken

1.2 opdracht 12, 14, 15, 16 en 17

deel 3

Leerdoelen

Je kent

- de opbouw van de kern

Opbouw van de kern

Kern --> bestaat uit meerdere alinea's.

Kernzin --> belangrijkste zin uit de alinea (1e, 2e of laatste zin)

Voorbeeldvraag

Welk kopje geeft het best de inhoud weer van de alinea's x en x?

Maken

1.2 opdr. 20, 21, 23, 24, 25 en 26

Deel 4

Vorige les

- Opbouw van de les

- Zijn er nog vragen?

Leerdoel

Je weet hoe je de hoofdgedachte kunt bepalen

Je kunt tekstverbanden herkennen

De hoofdgedachte bepalen

 Belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt.
--> Hier heb je het onderwerp voor nodig.

(Onderwerp --> titel en inleiding van de tekst lezen) 

Stappenplan hoofdgedachte bepalen

1 Lees de titel en de inleiding.

2 Bepaal het onderwerp van de tekst.

3 Bedenk wat de tekst je vertelt over dit onderwerp:

• Informatieve tekst? Wat is de belangrijkste informatie?

• Betogende tekst? Wat vindt de schrijver van het onderwerp?

4 Formuleer de hoofdgedachte in één zin of kies het antwoord dat de hoofdgedachte het best beschrijft.

Tekstverbanden

--> Woorden, zinnen en alinea’s van een tekst zijn met elkaar verbonden.
In een examen worden veel vragen over tekstverbanden van alinea’s gesteld.

Klassikaal tekst 7 verkennend lezen

+ opdr. 31 maken

Maken (zelfstandig)

1.2: opdr. 32 (f niet) en 34 

- Tekst 'Campagne ‘Denk 2x na…’ 

Markeer/omcirkel/onderstreep de signaalwoorden

- Welke verbanden zie je tussen zinnen en alinea's?

Deel 5

Vorige les

- Hoofdgedachte

- Tekstverbanden

Tekst 8 'Tot later'

Werkboek A blz. 37

Maken (in stilte)

1.2: opdr. 36, 37, 38 en 39

Klaar?

- Kies een boek www.lezenvoordelijst.nl (15-18 jaar)

- Ga naar de mediatheek

Deel 6

Vorige les

1.2: opdr. 36, 37, 38 en 39

--> nakijken

Het tekstdoel bepalen

Een schrijver schrijft een tekst altijd met een bepaalde bedoeling.

Maken

1.2 opdr. 42, 43, 44 en 45