8-2 Frequentie

• Natuurkunde
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 4

8-2 Frequentie  

Wat gaan we doen:

...

(blz. 18)

 Lesdoelen:

- Ik begrijp hoe muziekinstrumenten  

   verschillende tonen maken.

- Ik weet welke tonen je kunt horen.

- Ik kan uitleggen wat het verband is 

   tussen een trilling en de toonhoogte.

Muziekinstrumenten

Trillen van snaar of lucht maakt geluid

Snaarinstrumenten:

Dikke snaren maken lager geluid (trillen langzamer)

Korte snaren maken hoger geluid (trillen sneller)

Blaasinstrumenten:

Lengte van trillende lucht (luchtkolom) bepaalt toonhoogte.

Wordt bepaald door kleppen die dicht zijn.

Korte luchtkolom = hoge tonen.

FREQUENTIE EN TRILLINGSTIJD BEREKENEN

Toonhoogte wordt bepaald door aantal trilingen.

Het aantal trillingen in één seconde heet de frequentie, symbool f

De eenheid van frequentie is hertz (Hz)

Hele hoge tonen gebruiken we vaak kilohertz (kHz)

1 kHz = 1000 Hz

...

...

Oscilloscoop

Je kan de trilling van een geluidsbron kan je in een diagram zichtbaar maken. Hiervoor gebruiken we een oscilloscoop.

Geluid zichtbaar maken

Met een toongenerator kun je alle tonen maken.

Meet een oscilloscoop maar je de trilling zichtbaar.

Maak nu in de les (1 van 2)

48a, b, 49 a, b

51, 52, 53, 54

Maak nu in de les (2 van 2)

63 t/m 66 

Huiswerk:

34 t/m 47 

55 t/m 62