Termen magazijn

Beheren van een magazijn
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
LogistiekPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Beheren van een magazijn

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les:
  • Ik ken de betekenis van de volgende begrippen: Gebruiksgoederen en verbruiksgoederen

Slide 2 - Diapositive

Gebruiksgoederen
Verbruiksgoederen

Slide 3 - Carte mentale

Termen:
- Magazijn  =  plaats waar artikelen worden opgeslagen.
- Artikelen  =  goederen
- Gebruiksartikelen = goederen die worden gebruikt
- Verbruiksartikelen = goederen/spullen die worden verbruikt


Slide 4 - Diapositive

Gebruiksgoederen
Goederen die door klanten worden geleend. Kunnen vaker gebruikt worden. De gebruiksgoederen worden teruggebracht naar het magazijn.

Voorbeelden zijn; 
scharen, perforator, boeken, dymotang en nietmachine.

Slide 5 - Diapositive

Verbruiksgoederen
Goederen die op gaan. 
Verbruiken = opmaken 

Voorbeelden zijn;
gummen, schriften, nietjes, potlood, lijmstift

Slide 6 - Diapositive

Nauwkeurigheid
Nauwkeurigheid is erg belangrijk bij orderverzamelen.
De klant wil natuurlijk graag de producten die hij heeft besteld. Deze producten wil hij  ook graag in de juiste kleur, maat, vorm en aantal!

Slide 7 - Diapositive

Verbruiks-goederen
Gebruiks-goederen

Slide 8 - Question de remorquage

Slide 9 - Lien

Aan de slag!
- Vraag aan de collega's welke 
Gebruiksgoederen en verbruiksgoederen ze willen bestellen.
Noteer dit nauwkeurig op de lijst.

Slide 10 - Diapositive