laatste les facilitair

Wat is emballage ?
A
een zwaar artikel
B
een verpakking die terug gaat
C
een zakje
D
dat een artikel weg is
1 / 17
suivant
Slide 1: Quiz
DVPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Wat is emballage ?
A
een zwaar artikel
B
een verpakking die terug gaat
C
een zakje
D
dat een artikel weg is

Slide 1 - Quiz

Hoe heet de voorraad op de computer?
A
de bulkvoorraad
B
de werkvoorraad
C
de administratieve voorraad
D
de werkelijke voorraad

Slide 2 - Quiz

Wat voor soort systeem hebben we in ons magazijn?

Slide 3 - Question ouverte

gebruiksartikel
verbruiksartikel
nietje
boek
schrift
paperclip
perforator
koptelefoons

Slide 4 - Question de remorquage

Noem 3 voorbeelden van niet-criminele derving.

Slide 5 - Question ouverte

Wat is de werkelijke voorraad?
A
de bulkvoorraad
B
de voorraad op de computer
C
de voorraad in het magazijn
D
de bulkvoorraad en de werkvoorraad samen

Slide 6 - Quiz

Waar vervoer je grote kratten met goederen mee?

Slide 7 - Question ouverte

zet in de goede volgorde
A. je telt de werkvoorraad van het artikel
B. je vergelijkt de getelde voorraad met de administratieve voorraad en schrijft het verschil op de telbon.
D. je kijkt op de computer hoe groot de voorraad is.
C. je vertelt aan je docent dat er verschil is

Slide 8 - Question de remorquage

Hoe kan het komen dat het verschil
+ 2 is op de telbon
A
er zijn er 2 gestolen
B
er zijn er 2 kapot gegaan
C
er zijn er 2 terug gekomen
D
er zijn er 2 te weinig mee gegeven aan de klant

Slide 9 - Quiz

Hoe heet dit hulpmiddel?
A
kruiwagen
B
steekwagen
C
vorkheftruck
D
magazijnwagen

Slide 10 - Quiz

Waar gebruik je dit voor?
A
om in het magazijn artikelen op te slaan
B
om artikelen in mee te geven aan de klant
C
om je pen bij de balie niet kwijt te raken
D
hier kunnen klanten hun artikelen in verzamelen

Slide 11 - Quiz

Ik wil dit graag hebben.
Welke bon maak je?
A
uitleenbon
B
pakbon
C
telbon
D
retourbon

Slide 12 - Quiz

Ik kom dit terug brengen.
Welke bon maak je?

A
uitleenbon
B
pakbon
C
retourbon
D
telbon

Slide 13 - Quiz

Ik breng de koptelefoon terug.
Welke bon moet jij in de map opzoeken dan?
A
telbon
B
retourbon
C
pakbon
D
uitleenbon

Slide 14 - Quiz

welke uitspraak is goed
A
derving komt altijd door diefstal
B
zichtmappen zijn snellopers in ons magazijn
C
iets wat geleend wordt moet die zelfde dag nog terug
D
nietjes zijn gebruiksartikelen

Slide 15 - Quiz

Wat is goed:
Als je een artikel controleert als het terug komt, dan .....
A
tel je het aantal
B
kijk je of het beschadigd is
C
kijk je of het compleet is
D
alle 3 de dingen

Slide 16 - Quiz

maak binnen de tijd een zo lang mogelijk woord met de letters uit
DIENSTVERLENING.
timer
3:00

Slide 17 - Question ouverte