1kg pv vdw en hele ww

Start les
  • Lesboek, etui en schrift op tafel
  • Pak het boek "Spijker Zwijgen"
  • Wacht rustig af
Welke vorm van het werkwoord staat altijd in de zin?
1 / 23
suivant
Slide 1: Carte mentale
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Start les
  • Lesboek, etui en schrift op tafel
  • Pak het boek "Spijker Zwijgen"
  • Wacht rustig af
Welke vorm van het werkwoord staat altijd in de zin?

Slide 1 - Carte mentale

Bouwplan:
Persoonsvorm
Onderwerp
Vandaag:
Lesdoelen
Wij kennen 3 werkwoordvormen.

  • Wat is een persoonsvorm
  • Hele werkwoord
  • Voltooid deelwoord

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Drie werkwoordsvormen
1. persoonsvorm
Staat altijd in de zin.
Vraag van de zin maken/tijdproef/ meervoud (getalsproef)
Mijn broer brengt mij een kopje thee.
brengt = pv

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Drie werkwoordsvormen
2. voltooid deelwoord
 (te herkennen aan ge/be/ve, vaak meer achteraan in de zin)
Mijn broer heeft mij een kopje thee gebracht.
heeft= pv
gebracht = voltooid deelwoord

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Drie werkwoordsvormen
3. hele werkwoord
 ( je kan er we voorzetten, vaak achterin de zin, eindigt op -en)
Mijn broer zal mij een kopje thee brengen.
zal = persoonsvorm
brengen = hele werkwoord

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De persoonsvorm is altijd een
A
werkwoord
B
persoon

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de persoonsvorm?

Het heeft niet zo kunnen zijn.
A
Het
B
zijn
C
kunnen
D
heeft

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.
De persoonsvorm in deze zin is:
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voltooid deelwoord?
A
aankomen
B
groeten
C
gedaan
D
zwemmen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het voltooid deelwoord?
A
is
B
gestruikeld

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het hele werkwoord.
A
poetsen
B
poets
C
poetst
D
gepoetst

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het hele werkwoord?
A
kun
B
jij
C
voorstel
D
doen

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het hele werkwoord?
A
Jogg
B
Jogde
C
Jog
D
Joggen

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

We zijn naar de winkel geweest.
pv = ....

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

We zijn naar de winkel geweest.
voltooid deelwoord = ....

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Morgen gaan we naar de bioscoop.
gaan =
kies uit pv/vdw/hele ww

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Morgen zullen we naar de bioscoop gaan?
gaan =
kies uit pv/vdw/hele ww

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Sjaak weet niet of hij de finish heeft gehaald.
gehaald is?
kies uit pv/vdw/hele ww

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Frietjes heb ik al lang niet meer gegeten.
pv= ...

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Frietjes heb ik al lang niet meer gegeten.
gegeten = ...

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Wij kennen 3 werkwoordvormen.

  • Wat is een persoonsvorm
  • Hele werkwoord
  • Voltooid deelwoord

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel behaald?

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ik wil meer uitleg over......

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions