Lezen 3.3 betogende tekst

Welkom klas 2V1
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom klas 2V1

Slide 1 - Diapositive

Ga de 1e 10 min. lezen in je boek
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Lesplanning
27-11-2024
  • 3.3 Lezen: wat is een betogende tekst?

  • Aan de slag! Maken: opdrachten 1 t/m 10

  • Check lesdoel (heb ik de lesdoelen behaald?)


Lesdoelen: 
  • aan het eind van de les weet je wat een betogende tekst is;
  • aan het eind van de les kun je argumenten, tegenargumenten en weerleggingen herkennen.

Slide 3 - Diapositive

Betogende tekst
  • 'Betogen' betekent 'met bewijzen aantonen'
  • Een schrijver geeft zijn mening (standpunt) en verdedigt die met een argument.
  • De schrijver wil de lezer overtuigen (= tekstdoel) dat zijn mening juist is.
  • Tekstvormen: ingezonden brief, recensie, klachtenbrief, beoordeling, boekbespreking

Slide 4 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 5 - Question ouverte

Wat hebben de begrippen 'betogende tekst' en 'mening' met elkaar te maken?

Slide 6 - Question ouverte

In een betogende tekst komen geen feiten voor.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Betogende tekst

Argumenten
  • Argument = informatie waarmee de schrijver de lezer wil overtuigen van zijn gelijk.
  • Kan een feit of mening zijn.

Tegenargument
  • Argument van iemand met een andere mening over het onderwerp.
  • Schrijver kan dit tegenargument weerleggen: hij vertelt waarom dat
tegenargument niet beter is dan zijn argument.

Slide 8 - Diapositive

Betogende tekst
  • Tekstopbouw = (meestal) driedeling

  1. Inleiding: schrijver noemt het onderwerp en geeft zijn mening daarover.
  2. Kern: schrijver geeft argumenten voor zijn mening.
  3. Slot: schrijver trekt een conclusie of vat het belangrijkste nog eens samen.


  • Hoofdgedachte: mening van de schrijver + belangrijkste argument.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Wat is jouw mening over de onderstaande vraag?
Vind je dat de lessen op jouw school later moeten beginnen, of juist eerder?
- Schrijf je mening op en geef er twee argumenten bij.

Slide 11 - Question ouverte

Betogende tekst
Standpunt: Alle leerlingen in de onderbouw moeten hun huiswerk op school maken.
  • Argument 1: Veel kinderen maken geen huiswerk en presteren daardoor slechter.

  • Argument 2: Alleen rijke ouders kunnen huiswerkklassen betalen en dat zorgt voor kansenongelijkheid.

  • Tegenargument: Als leerlingen hun huiswerk op school maken, leren ze niet zelfstandig te werken, terwijl ze dat wel moeten kunnen als ze gaan studeren.

  • Weerlegging tegenargument: Leerlingen moeten inderdaad leren zelfstandig te werken, maar dat kan ook pas vanaf de 3e klas, omdat anders de overgang van de basisschool naar de middelbare te groot is.

Slide 12 - Diapositive

Lesplanning
  • 3.3 Lezen: wat is een betogende tekst?

  • Maken van 3.3: opdrachten 3 t/m 7, blz. 173-177





Lesdoel: 

  • aan het eind van de les weet je wat een betogende tekst is;
  • aan het eind van de les kun je argumenten, tegenargumenten en weerleggingen herkennen.

Slide 13 - Diapositive

Lesplanning
  • 3.3 Lezen: wat is een betogende tekst?
  • Aan de slag! Maken: opdrachten 3 t/m 7, blz. 170-173

  • Noteer op een post-it het antwoord op de vraag: 
Wat is een betogende tekst?

  • Volgende les: 
Maken van 3.3:  af opdrachten 3 t/m 7, 
Aan de slag: 10 t/m 19, blz. 178 t/m 183

Lesdoel: 
  • aan het eind van de les weet je wat een betogende tekst is;
  • aan het eind van de les kun je argumenten, tegenargumenten en weerleggingen herkennen.

Slide 14 - Diapositive

Lesplanning
11-12-2024
  • Lezen
  • Terugblik § 3.3
  • Nakijken gemaakt werk opdr. 4, 7, 9, 13, 21, 23
  • Samenwerkingsopdracht betoog

  • Check lesdoel (heb ik de lesdoelen behaald?)


Lesdoelen: 
  • aan het eind van de les weet je wat een betogende tekst is;
  • aan het eind van de les kun je argumenten, tegenargumenten en weerleggingen herkennen.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Ga lezen in je boek

Slide 18 - Diapositive

Wat is "kritisch lezen"?

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Welke tekstverbanden ken je tot nu?

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Nakijken

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Een stelling (standpunt) is een bewering die je doet over iets. 




  • De middelbare school begint pas om 11.00 uur.
  • SOM moet niet zichtbaar zijn voor ouders.
  • Alle leerlingen moeten na hun examen verplicht een tussenjaar nemen.
  • Proefwerken moeten worden afgeschaft.
  • Vanaf 14 jaar moet je stemrecht hebben.
  • Vuurwerk moet verboden worden.
  • Verplichte fitness op school voor jongeren met overgewicht.
  • De restjes van het kerstdiner mogen niet weggegooid worden.
  • Alle Nederlanders moeten thuis een noodpakket klaar hebben liggen
Wat gaan we doen?

  1. Pak een gekleurd strookje papier.

Slide 28 - Diapositive

Wat gaan we doen?

  1. Lees de stelling voor
  2. Bedenk en noteer op je strookje datgene wat bij jouw kleur hoort
  3. Overleg in je groepje de uitkomsten
  4. Verbeter en vul aan waar nodig 
  5. Klassikaal bespreken
Argument 1
Argument 2
Tegen-
argument
Weerlegging tegenargument
timer
5:00

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive