14.2 De huid en het onderhuidse bindweefsel

14.2 Huid.            14.3. Ademhalingsstelsel.
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

14.2 Huid.            14.3. Ademhalingsstelsel.

Slide 1 - Diapositive

De huid is het grootste orgaan van je lichaam

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Functies van de huid
Beschermt het lichaam tegen invloeden van buiten
(bv. UV, beschadigingen)
Houdt waterverlies tegen door verdamping

Slide 4 - Diapositive

De huid bestaat uit de opperhuid en de lederhuid

Slide 5 - Diapositive

De opperhuid
Bestaat uit de kiemlaag en de hoornlaag

Slide 6 - Diapositive

De opperhuid
Soms is de hoornlaag heel dik = EELT

Slide 7 - Diapositive

De opperhuid
Pigmentcellen in de kiemlaag voor bescherming tegen uv straling

Slide 8 - Diapositive

De opperhuid
haren in de huid zitten in een huidzakje en daaraan zit een talgkliertje, deze produceert talg (houdt de hoornlaag soepel)

Slide 9 - Diapositive

De lederhuid
Hier liggen bloedvaten, haarspiertjes, zweetklieren met zweetkanaaltjes, zintuigen en uitlopers van zenuwen

Slide 10 - Diapositive

De lederhuid

Slide 11 - Diapositive

Onderhuidse bindweefsel
Hier ligt vet opgeslagen in de vetcellen 
Vet dient als reservevoedsel en als isolerende laag

Slide 12 - Diapositive

Regeling van de lichaamstemperatuur
- minder of meer verbranding
- verwijden of vernauwen van de bloedvaten
- weinig of veel zweten
- haren 

Slide 13 - Diapositive

Ademhalingsstelsel
 het ademhalingsstelsel

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Gaswisseling
Het opnemen van zuurstof en het afgeven van koolstofdioxide noem je gaswisseling.


Slide 16 - Diapositive

Gaswisseling
Het opnemen van zuurstof en het afgeven van koolstofdioxide noem je gaswisseling.

Voor verbranding in cellen = zuurstof nodig. Dit wordt opgenomen uit de omgeving. Koolstofdioxide dat bij de verbranding ontstaat, is een afvalstof. Dit moet weer aan de omgeving worden afgegeven. 

Slide 17 - Diapositive

Hoe is het ademhalingsstelsel opgebouwd?
Je ademhalingsstelsel bestaat uit:
  • Neus-, mond-, keelholte
  • Luchtpijp
  • Bronchiën
  • Luchtpijptakjes
  • Longblaasjes

Slide 18 - Diapositive

Luchtpijp en bronchiën
  • Luchtpijp met kraakbeenringen
  • 2 Bronchiën met kraakbeenringen
  • Luchtpijptakjes zonder kraakbeenringen, wel spiertjes
  • bekleed met slijmvlies en trilhaarcellen om het slijm naar boven te vervoeren.

Slide 19 - Diapositive

Neusholte

  • Neusharen: houden stofdeeltjes tegen
  • Neusslijmvlies: kleine stofdeeltjes en ziekteverwekkers blijven kleven
  • Trilhaarcellen: verplaatsen slijm naar de keelholte

Slide 20 - Diapositive

longblaasjes
1. Veel longblaasjes

2. Dunne wand longblaasjes

3. Veel dunne haarvaten

4. O2 opname; CO2 afgifte

Slide 21 - Diapositive

§14.2. 1, 2, 4, 7 (blz. 190 - 198)
§14.3. 1, 2, 3, 5, 7 (blz. 199 - 208)
Of Online 

Slide 22 - Diapositive

Gaswisseling is het wisselen van koolstofdioxide en zuurstof.
Waardoor gaat de gaswisseling in de longen snel?
A
Groot oppervlak van de longblaasjes
B
Dunne wand van de longblaasjes
C
Groot oppervlak van de longblaasjes en een dunne wand longblaasjes
D
Dunnen wand longblaasjes en snel in en uit ademen

Slide 23 - Quiz

Hoe wordt dit gedeelte van het ademhalingsstelsel genoemd?
A
Bronchiën
B
Longblaasjes
C
Luchtpijp
D
Strottenhoofd

Slide 24 - Quiz

In welke stand staat de huig bij ademhalen?
En het strotklepje?
A
huig 1, strotklepje 1
B
huig 1, strotklepje 2
C
huig 2, strotklepje 1
D
huig 2, strotklepje 2

Slide 25 - Quiz

Onderdelen ademhalingsstelsel
neusholte
luchtpijp
long
middenrif
huig
slokdarm
longblaasje

Slide 26 - Question de remorquage

De huid:

De huid bestaat uit verschillende onderdelen. In welk deel liggen je zintuigen in de huid?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid
D
Opperhuid

Slide 27 - Quiz

Het neusslijmvlies zuivert ingeademde lucht. Wat is een andere taak van het neusslijmvlies?
A
Het maken van bloeddeeltjes.
B
Het regelen van de groei.
C
Het vochtig maken van ingeademde lucht.

Slide 28 - Quiz

De huid voorkomt uitdroging. De huid blijft soepel door _____
A
Zweet
B
Vocht
C
Talg
D
Slijm

Slide 29 - Quiz

Lagen van de huid
Opperhuid
lederhuid
Onderhuids bindweefsel

Slide 30 - Question de remorquage