Infectie: een pathogeen is je inwendige milieu binnengedrongen (bloed/ weefsel/ lymfe/ cellen)
Slide 8 - Diapositive
Bacteriën
Vermeerderen zich
door ongeslachtelijke
voortplanting (mitose)
bij gunstige omstandigheden.
Alle bacteriën in een kolonie zijn genetisch identiek aan elkaar, ze zijn elkaars klonen.
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Stel, je hebt één bacterie in je mond niet kunnen wegpoetsen. De bacterie deelt elke 20 minuten. Je gaat om 22.00 uur naar bed. Hoeveel bacteriën zijn er ’s morgens om 7.00 uur in je mond?
Slide 11 - Question ouverte
Bacteriën
Onder ongunstige
omstandigheden vor-
men ze sporen.
In een spore staan de levensprocessen stil. De spore vormt weer een levende bacterie als de omstandigheden weer goed zijn.
Slide 12 - Diapositive
Wat zijn ongunstige omstandigheden voor bacteriën? Noem er minstens 2!
Slide 13 - Question ouverte
Schimmels
Vormen lange draden
van 1 cellaag dik.
Die schimmeldraden heten
mycelium.
Schimmels kunnen zich ongeslachtelijk en geslachtelijk voortplanten.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Virussen
Erfelijk materiaal (RNA
of DNA) in een
eiwitmantel.
Ze vermeerderen met behulp van een gastheercel.
Leven ze?
Slide 16 - Diapositive
1e verdedigingslinie
Dekweefselcellen (epitheelcellen) beschermen de mens tegen ziekteverwekkers en andere schadelijke invloeden van buiten.
Dekweefselcellen bevinden zich in de huid en in de wand van organen die direct in verbinding staan met de buitenwereld.
Welke organen zijn dat?
Slide 17 - Diapositive
Welke organen staan in directe verbinding met de buitenwereld?
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Diapositive
Huid
De huid beschermt tegen ziekteverwekkers, tegen kou/ warmte en tegen UV straling.
Vacht, vetlaagje onder de huid (in het onderhuids bindweefsel), zweetklieren, pigment.
Slide 20 - Diapositive
Huid: kou/ hitte
Bij kou: minder doorbloeding van de huid -> minder warmteverlies
Bij hitte: meer doorbloeding van de huid -> meer warmteverlies + verdamping van zweet.
Slide 21 - Diapositive
Hoe wordt de doorbloeding van je huid geregeld?
Slide 22 - Question ouverte
Onderhuids
bindweefsel
Haarzakjes met haren
Drukzintuigen
Vetweefsel
Slide 23 - Diapositive
Lederhuid
Spieren en talgklieren (haren)
Zweetklieren
Warmte en koude zintuigen
Tastzintuigen
Slide 24 - Diapositive
Zweetklieren zijn: exocriene klieren
Wat zijn endocriene klieren?
Slide 25 - Diapositive
Bouw zweetklieren
Slide 26 - Diapositive
Opperhuid
Kiemlaag en hoornlaag
Slide 27 - Diapositive
Kiemlaag
Huidstamcellen
Pigmentvormende cellen
Slide 28 - Diapositive
Kiemlaag
Slide 29 - Diapositive
UV-licht stimuleert pigmentvormende cellen (melanocyten) om pigmentkorrels (melaninen) te maken. Dit worden verdeeld over cellen in de opperhuid.
Pigmentkorrels houden UV straling tegen, voorkomt DNA schade.
Slide 30 - Diapositive
Hoornlaag
Dode cellen
Vetlaagje (talg)
Slide 31 - Diapositive
Andere epitheelcellen
Op plekken waar geen huid zit produceren epitheelcellen:
Traanvocht (met anti-bacterie-enzymen)
Slijm (vangt ziekteverwekkers en stof) -> slijmvliezen
Zoutzuur (in de maag - doodt ziekteverwekkers)
Ook hebben deze epitheelcellen soms trilharen die het slijm naar buiten werken. Bijvoorbeeld in de luchtpijp.