G6 Ec - 11&12

Economie G6
Les 11&12
Verder met Economische Crisis


1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Economie G6
Les 11&12
Verder met Economische Crisis


Slide 1 - Diapositive

Voorspelbaar gedrag?
Hoe gaan we dat doen, ik hier, jullie daar?! 

Iedereen heeft eigen device, dat werkt en opgeladen is. 
Ik verwacht dat je camera werkt en dat je ook oordopes/headsetje hebt. 

Ik zal veelal LessonUp gebruiken, in combinatie met een tweetal Google Meet's (1 klassikaal met iedereen, 1 voor aparte uitleg/overleg). Standaard regel bij deelname: camera aan, geluid aan (oordopjes/headset), microfoon uit. 

Maak van je hart geen moordkuil, niet blij? Voel je vrij dit met me te bespreken: w.vanderkamp@cgu.nl 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Na vandaag, 

- toelichten waarom de omvang van het bruto binnenlands product een beperkte maatstaf is voor het meten van de welvaart.

- onderscheid maken tussen de verschillende inkomenscategorieën: loon, pacht, huur, rente en winst.

- de bruto toegevoegde waarde berekenen met behulp van gegevens uit de bedrijfskolom.
Spoorboekje

  • Introductie
  • Voorspelbaargedrag
  • LessonUp -> inloggen op account
  • Starttaak -> Welvaart BBP meten? 
  • Welvaart in enge en ruime zin
  • Vragen over HW vorige week?




  • Vrijdag geen les: wel planner volgen!
  • Leerdoelen check



Slide 3 - Diapositive

Wie is er? (voor starttaak)
Je blijft in de Google Meet tijdens de les.
Standaard afspraak, je neemt deel met camera aan, geluid aan (via oordopjes/headset) en microfoon gedempt. (Microfoon zet je aan op verzoek). 

Als je tijdens de les apart wil overleggen/uitleg wil met mij, dan kom je in aparte Meet.

Slide 4 - Diapositive

Maken opgave
Even rustig binnen komen: 
Lees dit artikel

s.v.p. eerst deze, wil 'm bespreken, in het kader 
van thema welvaart

Uitgelezen? 

(al gedaan? HW deze week A van 1.2  Inkomen hoe verdien je dat -> welvaart hoe meet je dat?)


timer
7:00

Slide 5 - Diapositive

Wie is er ?
Je blijft in de Google Meet tijdens de les.
Standaard afspraak, je neemt deel met camera aan, geluid aan (via oordopjes/headset) en microfoon gedempt. (Microfoon zet je aan op verzoek). 

Als je tijdens de les apart wil overleggen/uitleg wil met mij, dan kom je in aparte Meet.

Slide 6 - Diapositive

Waar denk je aan bij het begrip
welvaart

Slide 7 - Question ouverte

Alleen enge zin telt?

Slide 8 - Diapositive

Welvaart
Welvaart in enge zin, waarbij we alleen kijken naar de behoeftebevrediging met koopkracht (reële inkomen). Welvaart in enge zin wordt vaak uitgedrukt in het (reële) BBP per hoofd van de bevolking. 

Welvaart in ruime zin, waarbij we kijken naar behoeftebevrediging met andere schaarse middelen, zoals bijvoorbeeld de hoeveelheid vrije tijd of een gezond milieu.

Slide 9 - Diapositive

1. Een voorbeeld van een schaars goed is:
A
Zeewater
B
Water uit de kraan
C
Regenwater
D
Grondwater

Slide 10 - Quiz

Welke stelling is goed of fout?
I. Lucht is een schaars goed.
II. Een computer is een vrij goed.

A
Beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is goed
D
Beide zijn fout

Slide 11 - Quiz

Welke van onderstaande uitspraken is niet waar?
A
Als je salaris stijgt, neemt je welvaart in enge zin toe
B
Als de rente op je spaarrekening daalt neemt je welvaart in enge zin af.
C
Als je welvaart in ruime zin stijgt, word je gelukkiger
D
Als de ondernemer liefde ontvangt neemt zijn welzijn af.

Slide 12 - Quiz

Twee stellingen:
1. Vrijwilligerswerk kan bijdragen aan de welvaart in ruime zin.
2. Hoe groter de welvaart in enge zin, hoe groter de welvaart in ruime zin.

A
Beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is goed
D
Beide zijn fout

Slide 13 - Quiz

Twee stellingen:
1. Welvaart is, in tegenstelling tot welzijn, een meetbaar begrip.
2. Bij economische groei in enge zin is er sprake van productiegroei.

A
Beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is goed
D
Beide zijn fout

Slide 14 - Quiz

Opgaven maken
(ruimte voor vragen)
Bespreken in andere meet 

Weet je niet (meer) wat een balans is:
Weet je niet (meer) wat een resultatenrekening is: filmpje over de resultatenrekening
Filmpje over Toegevoegde waarde?

Straks opgaven bespreken
1.2 "inkomen, hoe verdien je dat" -> A "hoe meten we welvaart" opgave 6 en 11  
timer
30:00

Slide 15 - Diapositive

Bespreken
Bespreken in andere meet 

bespreken
1.2 "inkomen, hoe verdien je dat" -> A "hoe meten we welvaart" opgave 6 en 11  
timer
30:00

Slide 16 - Diapositive

Opgaven maken
(ruimte voor vragen)
Bespreken in andere meet 

Weet je niet (meer) wat een balans is:
Weet je niet (meer) wat een resultatenrekening is: filmpje over de resultatenrekening
Filmpje over Toegevoegde waarde?

Straks opgaven bespreken
1.2 "inkomen, hoe verdien je dat" -> A "hoe meten we welvaart" opgave 6 en 11  
timer
30:00

Slide 17 - Diapositive

0

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo

Leerdoelen: check?
Leerdoelen

Slide 20 - Diapositive