4B §12.4
1 / 15
La durée de la leçon est: 90 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Tijdens het rijden is de nettokracht op de scooter 0N. Wat betekent dit voor de snelheid?
A
De snelheid wordt groter
B
De scooter staat stil
C
De snelheid wordt kleiner
D
De snelheid verandert niet.
Slide 3 - Quiz
Om een voorwerp te versnellen is een nettokracht nodig
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Jesse moet afremmen, omdat plotseling iemand de weg oversteekt. Hij remt zo hard mogelijk. De snelheid word kleiner. Hoe noem je deze beweging?
A
Ingehouden beweging
B
Vertraagde beweging
C
Langzame beweging
D
Stoppende beweging
Slide 5 - Quiz
Tussen 0 en 2 s is er een
A
eenparige beweging
B
versnelde beweging
C
vertraagde beweging
D
stilstand
Slide 6 - Quiz
Op 4 s is er een
A
eenparige beweging
B
versnelde beweging
C
vertraagde beweging
D
stilstand
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Waar hangt de lengte van de remweg NIET van af?
A
De beginsnelheid
B
De totale massa
C
Remkracht
D
Concentratie
Slide 11 - Quiz
Margriet zit meestal alleen op haar scooter. Bij 25km/h is haar remweg 6 meter. Nu heeft Margriet haar zus achterop. Haar snelheid is weer 25km/h. Ze remt altijd met dezelfde remkracht. Wat is haar remweg nu?
A
Haar remweg is nu ook 6m.
B
Haar remweg is nu langer dan 6m.
C
Haar remweg is nu korter dan 6m.
Slide 12 - Quiz
Waarom heeft een vrachtauto een grotere stopafstand dan een personenauto?
A
De vrachtwagen is langer.
B
De vrachtauto heeft een grotere massa.
C
De vrachtauto mag niet zo hard rijden als een personenauto.
Slide 13 - Quiz
Als de krachten op een voorwerp evenwicht maken, is de nettokracht op het voorwerp 0 N
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Morgen heb ik §12.4 af!
😒🙁😐🙂😃
