Werkwoordspelling (verleden tijd)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Je kent en herkent een persoonsvorm in de verleden tijd;

Je kunt de persoonsvorm in de verleden goed spellen.

Wat weet je nog?

Theorie: de verleden tijd

Oefenen met de verleden tijd

Zelfstandig leren

Afsluiting en vooruitblik

juist

onjuist

In de tegenw. tijd kijk je naar de laatste letter van de stam voor het toepassen van 't Kofschip

Als 'je' achter de persoonsvorm staat, gebruik je de ik-vorm.

In de tegenwoordige tijd voeg je nooit een d toe achter de stam

De stam is hetzelfde als de ik-vorm

Hoe herken je de verleden tijd in een zin?

Welke opties heb je qua vervoegen in de verleden tijd?

Is het de persoonsvorm? Ja

Is het de verleden tijd? Ja

Is het de persoonsvorm? Ja

Is het de verleden tijd? Ja

Is het een sterk werkwoord?

Is het een zwak werkwoord?

sterk werkwoord

(klankverandering)

zwak werkwoord

(klank blijft gelijk)

zwemmen

duiken

buigen

werken

varen

bakken

lachen

durven

houden

verhuizen

stofzuigen

snuiven

knijpen

melken

vouwen

maken

Stemhebbend

Stemloos

Stemhebbend

 a, e, i, o, u, y, ij, en b, d, g, l, m, n, r, v, w, z

Stemloos

t, f, k, s, ch, p

Stemhebbend

+de

Stemloos

+te

verleden tijd

+te

verleden tijd

+de

verleden tijd

sterk werkwoord

(klankverandering)

relaxen

verhuizen

lachen

stressen

brainwashen

posten

netflixen

ervaren

chillen

krabben

kloppen

bederven

buigen

zwijgen

surfen

updaten

Ga aan de slag met de oefeningen uit het oefenboekje werkwoordspelling

en/of

Kies gerichte oefeningen op cambiumned.nl