Spelling verleden tijd

Spelling - Verleden tijd

Havo 1

1 / 34

Slide 1: Diapositive

NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

La durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Spelling - Verleden tijd

Havo 1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning

Wat weet je nog?

Theorie: de verleden tijd

Oefenen

Zelfstandig leren

Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mentimeter

Slide 3 - Diapositive

Woordweb > waarom is goed kunnen spellen belangrijk?

Waarom is spellen belangrijk?

-Bij een sollicitatiebrief komt het erg slordig over als er fouten in staan;

-Spel- en grammaticale fouten hebben invloed op jouw geloofwaardigheid;

-Een correct geschreven tekst leest makkelijker.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen

-Je weet hoe je de persoonsvorm vindt;

-Je herkent sterke en zwakke werkwoorden;

-Je kunt de persoonsvorm in de verleden tijd goed spellen.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik

De vorige les ging over werkwoordspelling tegenwoordige tijd (TT)

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vind je de persoonvorm?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Moeder ... (smeren) nog maar een boterham met pindakaas voor haar spruit.

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Anton ... (lozen) zijn vrienden, zodat hij de chocolade in zijn eentje kan opeten.

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De verleden tijd

De verleden tijd gaat over zaken of handelingen die in het verleden plaatsvonden.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regels

We kennen de stam nog van de tegenwoordige tijd. Dit is het hele werkwoorden zonder -en. Bijvoorbeeld:

Branden - brand

Bakken - bak

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sterk of zwak?

Je kunt werkwoorden opdelen in sterke werkwoorden en zwakke werkwoorden.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden, denk je?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

STERKE

werkwoorden

Hebben de KRACHT om in de verleden tijd van klank te veranderen

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regels verleden tijd

bij sterke werkwoorden

In het enkelvoud: schrijf op zoals het klinkt

In het meervoud: schrijf op zoals het klinkt

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld sterke werkwoorden

kopen : ik koop - ik kocht

lopen : ik loop - ik liep

geven : wij geven - wij gaven

kruipen : zij kruipen - zij kropen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ZWAKKE

werkwoorden

De klank blijft in de verleden tijd hetzelfde

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

sterk werkwoord

(klankverandering)

zwak werkwoord

(klank blijft gelijk)

zwemmen

duiken

buigen

werken

varen

bakken

lachen

durven

houden

verhuizen

stofzuigen

snuiven

knijpen

melken

vouwen

maken

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Regels verleden tijd

bij zwakke werkwoorden

In het enkelvoud: stam + te / stam + de

In het meervoud: stam + ten / stam + den

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regels verleden tijd

bij zwakke werkwoorden

-Vaak hoor je of je stam + te(n) of stam + de(n)

moet gebruiken;

-Gebruik een ezelsbruggetje als je

het niet (zeker) weet.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ezelsbruggetje zwakke werkwoorden

- 't ex-kofschip

- taxi-kofschip
- 't sexy fokschaap

- xtc koffieshop

Let op: de klinkers doen niet mee!

Kies het woord dat je het makkelijkst kunt onthouden!

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gebruiksaanwijzing 't ex-kofschip

Stap 1: Kijk naar het hele werkwoord (zwakke ww!)

Stap 2: Haal -en eraf
Stap 3: Kijk naar de letter waar het werkwoord nu mee eindigt

Stap 4: Staat deze letter in 't ex-kofschip?

Stap 5: Ja > dan zet je achter de ik-vorm -te(n)
Nee > dan zet je achter de ik-vorm -de(n)

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Persoonsvorm verleden tijd

Ik ................. (deinzen) er niet voor terug moeilijke opgaven te maken.

laatste letter stam

't ex-kofschip

ja - te(n)

nee - de(n)

stam = deinz

't ex kofschip

nee = ik-vorm +de

deins +de

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet in de verleden tijd:
Wij ... (dromen) van een zonnige vakantie

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hij ... (proberen) de les te snappen.

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Dubbel d of dubbel t

Als de stam eindigt op een 'd' dan zet je er volgens de regels ook -de(n) achter -> brand -brandde.

Als de stam eindigt op een 't' dan zet je er volgens de regels ook -te(n) achter -> zet - zette.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hij ... (zetten) de wekker op half zeven

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De wond ... (bloeden) hevig.

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Let op!

verbazen-> = verbaz-

-z staat niet in '"t ex-kofschip" dus -> +d

ik verbaasde

doven-> = dov-

-v staat niet in "t kofschip" dus -> hij doofde(n)

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

verleden tijd

+te

verleden tijd

+de

verleden tijd

sterk werkwoord

(klankverandering)

relaxen

verhuizen

lachen

stressen

brainwashen

posten

netflixen

ervaren

chillen

uploaden

kloppen

bederven

buigen

zwijgen

surfen

updaten

Slide 30 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu zelf oefenen...

-Ga naar CambiumNed.nl;

-Ga naar oefenen > spelling > werkwoordspelling;

-Maak de oefening persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd;

-Maak de oefening verleden tijd van zwakke en sterke werkwoorden.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je kan nu...

-Je weet hoe je de persoonsvorm vindt;

-Je herkent zwakke en sterke werkwoorden;

-Je kunt de persoonsvorm in de verleden tijd goed spellen.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor de volgende les:

Zie magister voor het huiswerk!

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelling verleden tijd

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Question de remorquage

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Question ouverte

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Question de remorquage

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Plus de leçons comme celle-ci

Spelling persoonsvorm in de vt

Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F

Spelling verleden tijd

VT Sterke werkwoorden

T1A pv tt + sterke ww

H6 vt van sterke ww

T1B Hammie sterke ww

Sterke werkwoorden