Ontdekkingstocht naar vulkanen

Ontdekkingstocht naar vulkanen

Wat weet jij al over vulkanen en breuklijnen?

Leerdoel

Aan het einde van de les kunnen de leerlingen uitleggen hoe vulkanen werken en de begrippen lava, magma, continentplaten, convergent, divergent, transformaal en hotspot toepassen.

Introduceer het leerdoel en vertel de leerlingen wat ze kunnen verwachten van de les.

Wat zijn vulkanen?

Een vulkaan is een berg die ontstaat wanneer magma, as en gas uit de aarde omhoog komen. Er zijn verschillende soorten vulkanen en ze kunnen op verschillende plaatsen voorkomen.

Laat foto's van verschillende soorten vulkanen zien en vraag de leerlingen of ze er een kunnen herkennen.

Hoe werkt een vulkaan?

Een vulkaan werkt doordat magma uit de aarde omhoog komt en zich opbouwt in een reservoir onder de grond. Als de druk te groot wordt, barst de vulkaan uit en komt de magma naar buiten.

Laat een video zien van een vulkaanuitbarsting en bespreek hoe het werkt.

Breuklijnen

Breuklijnen zijn plaatsen waar de aardkorst langs elkaar beweegt. Dit kan leiden tot vulkaanuitbarstingen en aardbevingen.

Toon een kaart van de aardkorst en laat de leerlingen de breuklijnen aanwijzen.

Continentplaten

De aardkorst bestaat uit verschillende continentplaten die langs elkaar bewegen. Als twee platen naar elkaar toe bewegen, kan dit leiden tot vulkaanuitbarstingen en het ontstaan van bergen.

Toon een animatie van de beweging van continentplaten en bespreek hoe dit leidt tot vulkanisme.

Convergent, divergent en transformaal

Convergente plaatgrenzen ontstaan wanneer twee platen naar elkaar toe bewegen. Divergente plaatgrenzen ontstaan wanneer twee platen uit elkaar bewegen. Transforme plaatgrenzen ontstaan wanneer twee platen langs elkaar bewegen.

Laat de leerlingen voorbeelden geven van convergente, divergente en transforme plaatgrenzen.

Hotspots

Hotspots zijn plaatsen waar magma uit de aarde omhoog komt en vulkanen ontstaan. Hotspots kunnen op verschillende plaatsen voorkomen, ook op plekken waar geen breuklijnen zijn.

Laat foto's van hotspots zien en bespreek waar ze zich bevinden.

spots?

1. Plaatsen waar sneeuw het hele jaar door ligt
2. Plaatsen waar geen leven mogelijk is
3. Plaatsen waar magma uit de aarde omhoog komt
4. Plaatsen waar het altijd regent

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.