Oefentoets periode 3

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Wat gaan we vandaag doen?

- SO bespreken

- Oefentoets in LessonUp vorm. 

- Tijd over? Leren voor de toets, tijd om vragen te stellen

STRAKS PAS INLOGGEN, HOEFT NU NOG NIET!

Wat nu?

- In 5 tot 10 minuten

- SO vragen even bij langs 

- Geen behoefte aan? In STILTE leren voor de toets

Wie was er niet en wil het SO nog inhalen? Woensdag?

Oefentoets 

- In tweetallen (eigen naam gebruiken!)

- Vragen beantwoorden via LessonUp (meerkeuze)

- Let op: je hebt beperkte tijd per vraag

- Tussendoor vraag bespreken

- Je mag geen hulpmiddelen gebruiken (alleen pen en papier)

- Winnende duo krijgt iets!

We gaan beginnen!

Let dus op de tijd!

Welk proces is exotherm?

1. Het bakken van een ei
2. Het smelten van kaarsvet
3. Het verbranden van aardgas
4. Elektrolyse van water

Zal een reactie met een hoge activeringsenergie sneller of of minder snel verlopen dan een reactie met een lage activeringsenergie?

1. Sneller
2. Minder snel
3. Even snel.

Sleep de omschrijving naar de juiste energiediagram

endotherm

exotherm

reactie heeft continu energie nodig

er komt energie vrij bij de reactie

Waarmee kun je een reactie NIET versnellen?

1. Dichtheid verhogen
2. Temperatuur verhogen
3. Katalysator toevoegen
4. Hoeveelheid stof verhogen

De reactiesnelheid is hoger bij

1. Fijne verdelingsgraad
2. Minder fijne verdelingsgraad
3. Verdelingsgraad is niet van invloed

Reactie A verloopt bij kamertemperatuur en reactie B bij 10 graden. Welke reactie verloopt sneller?

1. Reactie A
2. Reactie B
3. Verlopen even snel
4. Kan je niet zeggen

Wat is de molmassa van methaan?
C = 12 u en H = 1 u

1. 12 g/mol
2. 16 g/mol
3. 12 u
4. 4 u

Antwoord vorige vraag heb je voor volgende 2 vragen nodig. 

Molmassa van methaan = 16 g/mol

Je hebt 32 gram methaan, hoeveel mol is dit?

1. 0,5 mol
2. 1 mol
3. 2 mol
4. 4 mol

Je hebt 0,2 mol methaan, hoeveel gram is dit?

1. 0,0125 g
2. 3,2 g
3. 80 g
4. 112 g

CH4 + 2 O2 --> CO2 + 2 H2O
H = 1 u, C = 12 u en O = 16 u
Je hebt in totaal 80 gram zuurstof. Hoeveel gram methaan heb je dan nodig om met alle zuurstof te reageren?

1. 5 g
2. 10 g
3. 15 g
4. 20 g

waterstof en stikstof --> ammoniak
Wat zijn de scheikundige weergaven voor die drie stoffen?

1. H, N, NH3
2. H2, N2, NH3
3. H2O, N, HNO2
4. O2, N2, NO2

NH3

N2, H2

N2, H2, NH3

Welke weersverwachting geef jij voor de toets?

Welke onderwerpen vind je nog lastig/ heb je nog vragen? Noteer die hier!

Nu leren voor de toets 

- Vragen stellen 

- Overzicht 'wat te leren voor de toets' doornemen 

- Samenvatting maken

- Opdrachten uit het boek nog een keer maken