Groep 7 3.2 lijdend voorwerp en verledentijd met kofschip

• Nederlands
• Primary Education
• Age 9

Taal groen, harde kaft 3.2

Thema 3 week 2

-Lees blz. 84-85 De Ommelebommelesteen

en leer de themawoorden op blz. 85 en maak daarna:

-Blz. 86-87 nr 1 en 2

Als je daar klaar mee bent, neem je blz 88-89 voor je en bekijk je de volledige video op de volgende slide.

Het lijdend voorwerp

Stappenplan vinden lijdend voorwerp:

1. zoek het gezegde: alle werkwoorden in de zin

2. zoek het onderwerp: wie (of wat) 'doet die werkwoorden'?

3. zoek het lijdend voorwerp: wat + onderwerp + gezegde

Jantje heeft een lekker ijsje gekocht

Stap nummer 1: zoek het gezegde
Ik geef jou dit kleine boekje
(tip: alle werkwoorden)

Stap nummer 2: zoek het onderwerp
Ik geef jou dit kleine boekje
tip: wie + gezegde (dus WIE geeft)

Stap nummer 3: zoek het lijdend voorwerp
Ik geef jou dit kleine boekje
(tip: wat + onderwerp + gezegde, dus wat GEEF IK)

Stap nummer 1: zoek het gezegde
De beste schrijver heeft dit boek geschreven.

Stap nummer 2: zoek het onderwerp
De beste schrijver heeft dit boek geschreven.

Stap nummer 3: zoek het lijdend voorwerp
De beste schrijver heeft dit boek geschreven.

zoek het lijdend voorwerp (LV) (tip: volg het stappenplan, dus: 1.gezegde, 2.onderwerp, 3.lijdend voorwerp)
Ik leen een prachtig boek

1. ik
2. boek
3. een prachtig boek
4. leen

zoek het lijdend voorwerp:
dit prachtige boek vertelt het mooiste verhaal.

1. dit prachtige boek
2. vertelt
3. verhaal
4. het mooiste verhaal

zoek het LV:
Dit kleine boekje heeft een grote prijs gewonnen

1. dit kleine boekje
2. heeft gewonnen
3. een grote prijs
4. prijs

Taal groen, harde kaft 3.2

Neem blz. 90-91 leenwoorden voor je en bekijk de video op de volgende slide

Taal groen, dikke kaft

Maak nu de opdracht over leenwoorden:

Blz. 90-91 leenwoorden: maak nr 1

Spelling blauw

-Maak blz 46-47: woorden met th die klinkt als t

Als je daar klaar mee bent, ga je naar de volgende slide.

 

Spelling blauw

Verleden tijd, weet je nog welke 'regel` je daar goed bij kunt gebruiken? --> t Kofschip X!

Spelling blauw

het volgende stappenplan is daar ERG handig bij (tip: schrijf het over in je schrift). 

voorbeeldzin: 

Vorige week (praten) ik met jou over ons nieuwe huis.

1. Wat is het hele werkwoord (Dus de wij/jullie vorm): praten

2. Haal de -en er vanaf, dus dan houd je de stam over: prat 

3. zit de laatste letter in 't Kofschip? T --> Ja. Dan komt er TE achter

4. neem de juiste ik-vorm en plak de juiste uitgang achter uit stap 3: Praat+te

5. Is het onderwerp (ik) meervoud of enkelvoud? Enkelvoud: dus er komt GEEN N achter

antwoord: praatte

Spelling blauw

nu jij in de volgende slides met de quiz: maak het serieus want ik zie je foutjes en het aantal fouten die je hebt gemaakt!!

Wat is de juiste verledentijdsvorm: (tip: houd het stappenplan ernaast!)

Wij (haasten) ons naar het ziekenhuis

1. haasten
2. haaste
3. haastten
4. haastte

Wat is de juiste verledentijdsvorm: (tip: houd het stappenplan ernaast!)

Ik (kleuren) gisteren het blaadje blauw

1. kleurte
2. kleurde
3. kleurten
4. kleurden

Wat is de juiste verledentijdsvorm: (tip: houd het stappenplan ernaast!)

Wij (hopen) op een goed einde

1. hoopte
2. hoopten
3. hoopde
4. hoopden

Wat is de juiste verledentijdsvorm: (tip: houd het stappenplan ernaast!)

Het vliegtuig (zweven) gisteren boven ons hoofd.

1. zweevde
2. zweevte
3. zweefte
4. zweefde

Wat is de juiste verledentijdsvorm: (tip: houd het stappenplan ernaast!)

Hij (verbazen) mij met zijn handschrift.

1. verbaazde
2. verbaazte
3. verbaaste
4. verbaasde

Wat is de juiste verledentijdsvorm: (tip: houd het stappenplan ernaast!)

Wij (geloven) jou niet

1. geloovden
2. geloovten
3. gelooften
4. geloofden

Wat is de juiste verledentijdsvorm: (tip: houd het stappenplan ernaast!)

wij (raden) het juiste antwoord direct

1. raden
2. raaden
3. raadden
4. raadten

Wat is de juiste verledentijdsvorm: (tip: houd het stappenplan ernaast!)

ik (verwachten) geen bus op dit tijdstip

1. verwachte
2. verwachtte
3. verwachten
4. verwachtten

Wat is de juiste verledentijdsvorm: (tip: houd het stappenplan ernaast!)

Gisteren (koken) hij een lekkere maaltijd

1. Kookde
2. kookte
3. kokte
4. kookten

Wat is de juiste verledentijdsvorm: (tip: houd het stappenplan ernaast!)

de weerman (voorspellen) dat het zou regenen

1. voorspelde
2. voorspelte
3. voorspellde
4. voorspellte