H2 Spelling 2HV

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

H2 Spelling

Leenwoorden 

Wat gaan we doen?

1. Lesdoel + aanpak

2. Bespreken huiswerk

3. Aan de slag

4. Boekopdracht en andere zaken

Lesdoelen

1. Je weet hoe je Engelse en Franse leenwoorden schrijft. 

2. Je kent het accent aigu, het accent grave en het accent circonflexe.

Huiswerk bespreken

 opdracht 2, 3 en 4 (blz. 65)

Aan de slag

• Je maakt opdracht 1 en 2 van het stencil

• Je werkt 15 minuten in STILTE

• Klaar? Lees verder in je leesboek

Wat heb je geleerd?

Wat weet je nu over leenwoorden?

Afsluiting les en vooruitblik

1.Boekopdracht 1: inleveren 22 december

2.Volgende week laatste paragraaf Spelling

3.Foto's bestellen

Uitleg

Engelse leenwoorden:

1. Je schrijft de woorden zoveel mogelijk aan elkaar: latenightshow, voicemail.

2. Is het rechterdeel van de samenstelling een voorzetsel, dan plaats je een koppelteken:  time-out, all-in, black-out

3. Als de combinatie wordt gezien als een woordgroep. Dan schrijf je de delen los: second opinion, low budget. 

Wanneer plaats je een koppelteken bij een Engels leenwoord?

1. Als het een samenstelling is
2. Als het begint met een hoofdletter
3. Als het rechterdeel van een samenstelling een voorzetsel is
4. Na elke klinker

Welk woorden zijn leenwoorden?
(geef meer dan 1 antwoord.)

1. dessert
2. gadgets
3. huiskamer
4. e-reader

Hoeveel procent van onze taal bestaat uit leenwoorden?

1. 10%
2. 25%
3. 50%
4. 75%

Welk woord is een leenwoord?

1. appel
2. computer
3. jas
4. tafel

Welke Franse leenwoorden ken jij?

Uitleg

Franse leenwoorden:

1. In sommige Franse woorden schrijf je op een klinker een accent.

Accent Aigu: decolleté

Accent grave: crèche

Accent circonflexe: enquête 

Sommige Franse woorden schrijf je zonder accenttekens: controle, diner.

Welk woord is een leenwoord?

1. toetje
2. cadeau
3. vlieg
4. vijgen

Welk van de volgende woorden is een leenwoord

1. bodyguard
2. afspraakje
3. proefwerk
4. model

Uit welke taal komt het leenwoord 'trottoir'?

1. Engels
2. Duits
3. Frans

Uit welke taal komt het leenwoord:
sowieso

1. Russisch
2. Duits
3. Engels
4. Zweeds

Benoem het leenwoord.
Ze draagt het liefst sneakers en een broek.

1. draagt
2. broek
3. liefst
4. sneakers

create.kahoot.it

Volgende les

Tweetallen op basis van het resultaat Kahoot

Oefenstof en plus opdrachten