Weekthema 1 Transport 1A2

Thema 6: Transport
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Thema 6: Transport

Slide 1 - Diapositive

Basisstof 1: Bloed

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt de onderdelen van bloed benoemen

Je kunt de functies van deze onderdelen beschrijven

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Een volwassen mens heeft ongeveer 6 liter bloed

Dit stroomt allemaal door je bloedvaten

Slide 5 - Diapositive

Samenstelling bloed

Bloedplasma
Bloedcellen: Rode en witte
Bloedplaatjes

Slide 6 - Diapositive

Rode bloedcellen
Zijn kleine ronde schijfjes
Miljoenen in een druppel  bloed
Vervoeren zuurstof
Wordt gemaakt in het rode beenmerg
(in pijpbeenderen en platte beenderen

Slide 7 - Diapositive

Witte bloedcellen

Zijn er minder van
Witte bloedcellen hebben een celkern
Kunnen door wanden van bloedvaten heen


Slide 8 - Diapositive

Witte bloedcellen
Maken bacterien dood
Ze slokken ze op en gaan hierbij vaak ook zelf dood
De ziekteverwekkers met witte bloedcellen komen als pus of etter naar buiten

Slide 9 - Diapositive

Bloedplaatjes

Zorgen voor bloedstolling bij wondjes

Soms bloedstolling in een bloedvat:
die raakt verstopt
Dit heet trombose

Slide 10 - Diapositive

Bloedstolling

Slide 11 - Diapositive

Opdrachten maken!

Slide 12 - Diapositive

Waaruit bestaat bloedplasma voornamelijk?
A
Eiwitten
B
Water
C
Opgeloste stoffen
D
Zuurstof

Slide 13 - Quiz

Wat is de belangrijkste taak
van de rode bloedcellen?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
Afweer

Slide 14 - Quiz

Wat zorgt er voor de rode kleur in rode bloedcellen? Dit kan zuurstof vervoeren.
A
Glucose
B
Koolstofdioxide
C
Glycogeen
D
Hemoglobine

Slide 15 - Quiz

Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
Zuurstof en koolstofdioxide vervoeren

Slide 16 - Quiz

In welke bestanddelen van het bloed komen celkernen voor?
A
Alleen in rode bloedcellen
B
Alleen in witte bloedcellen
C
In rode bloedcellen en bloedplaatjes
D
In rode en witte bloedcellen

Slide 17 - Quiz

Wat is de belangrijkste taak van de Bloedplaatjes?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 18 - Quiz


Wat is trombose?
A
een tekort aan bloedplaatjes
B
een tekort aan witte bloedcellen
C
een stolsel buiten het bloedvat
D
een stolsel binnen het bloedvat

Slide 19 - Quiz

Etter of pus bestaat uit..
A
dode ziekteverwekkers
B
dode witte bloedcellen
C
dode ziekteverwekkers en dode bloedcellen
D
rodebloedcellen

Slide 20 - Quiz

Basisstof 2: de bloedsomloop

Slide 21 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt benoemen wat het bloedvatenstelsel is

Je kunt uitleggen wat de dubbele, kleine en grote bloedsomloop zijn en welke weg het bloed hierin aflegt


Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Bloedvaten
stelsel


Bestaat uit hart en bloedvaten

Bloedsomloop: het pompen van het hart en stromen van bloed door het lichaam

Slide 24 - Diapositive

Dubbele bloedsomloop

Kleine bloedsomloop

Grote bloedsomloop

Slide 25 - Diapositive

Kleine bloedsomloop


Van hart naar longen en terug

Slide 26 - Diapositive

Grote bloedsomloop


Van hart naar rest van het lichaam en terug

Slide 27 - Diapositive

Opdrachten maken!

Slide 28 - Diapositive

Wat hoort bij het bloedvatenstelsel?
Meerdere antwoorden mogelijk
A
hart en bloed
B
bloedvaten en bloed
C
geen van beiden
D
hart en bloedvaten

Slide 29 - Quiz

Hoe worden de kleine en de grote bloedsomloop samen genoemd?
A
bloedvatenstelsel
B
bloedvaten
C
dubbele bloedsomloop
D
hebben geen naam

Slide 30 - Quiz

Hoe wordt de bloedsomloop van de mens genoemd?
A
Enkele bloedsomloop
B
Vissenbloedsomloop
C
Dubbele bloedsomloop
D
Achtvormige bloedsomloop

Slide 31 - Quiz

Bij welke bloedsomloop gaat het bloed langs alle organen?
A
De kleine bloedsomloop
B
De grote bloedsomloop

Slide 32 - Quiz

Neemt het bloed zuurstof op in de longen in de grote bloedsomloop?
A
ja
B
nee

Slide 33 - Quiz

Bij een dubbele bloedsomloop gaat het bloed.......
A
2x door de longen
B
2x door het hart
C
2x door alle organen

Slide 34 - Quiz

A noemen we ......
A
rechterboezem
B
rechterkamer
C
linkerboezem
D
linkerkamer

Slide 35 - Quiz

Zit er in 1 of 2 veel
zuurstof ?
1
2
A
1
B
2

Slide 36 - Quiz



Waar komt het bloed terecht wanneer het van de longen afkomt?








21





Stel het aantal punten invoor deze vraag.










Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.








Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.







Differentiëer






Differentiëer





Instellingen



























































Quizvraag




















Na de plasmaferese worden de bloeddeeltjes teruggevoerd naar het bloed in de armader. Dit bloed stroomt uiteindelijk weer naar het hart toe.
In welk deel van het hart komt dit bloed dan als eerste terecht?
A
linkerboezem
B
linkerkamer
C
rechterboezem
D
rechterkamer

Slide 37 - Quiz

Naar welke bloedsomloop gaat het bloed vanuit de rechterkamer?
A
De grote
B
de kleine

Slide 38 - Quiz

Wat haalt de kleine bloedsomloop op?
A
koolstofdioxide
B
zuurstof
C
waterdamp

Slide 39 - Quiz

Hoe noemen we de bloedsomloop die naar de organen van het lichaam gaat?
A
kleine bloedsomloop
B
grote bloedsomloop

Slide 40 - Quiz

Oefen in de volgende dia met Quizlet Transport 1

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Lien