examentraining uitscheiding

Examentraining
BI/K/9 Het lichaam in stand houden: voeding en genotmiddelen, energie, transport en uitscheiding
BI/K/11 Reageren op prikkels


bvj 4b th 7: opslag, uitscheiding en (bescherming)
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Examentraining
BI/K/9 Het lichaam in stand houden: voeding en genotmiddelen, energie, transport en uitscheiding
BI/K/11 Reageren op prikkels


bvj 4b th 7: opslag, uitscheiding en (bescherming)

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

(               )

Slide 3 - Diapositive

De koolstofdioxide in je bloedplasma bevindt zich in het ... milieu
A
Inwendig milieu
B
Uitwendig milieu

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

De lucht in je longen wordt bij het ... milieu gerekend. Wat moet er op de ...?
A
Inwendig milieu
B
Uitwendig milieu

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

De longen houden het inwendig milieu constant door
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 9 - Quiz

Welke rol heeft de lever bij het instant houden van een constant inwendig milieu?
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

gewoon wat informatie, niet leren

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Diabetespatiënten hebben .... aan insuline.
A
teveel
B
tekort

Slide 15 - Quiz

De volgende stoffen zijn antagonisten
A
insuline en glucagon
B
adrenaline en insuline
C
insuline en glycogeen
D
oestrogeen en progesteron

Slide 16 - Quiz

Welke twee hormonen worden geproduceerd door de alveesklier?
A
Insuline en glycogeen
B
Insuline en glucagon
C
Insuline en adrenaline
D
Insuline en glucose

Slide 17 - Quiz

Welke invloed heeft insuline op het glucosegehalte van het bloed?
A
door insuline daalt het glucosegehalte in het bloed
B
door insuline stijgt het glucosegehalte in het bloed

Slide 18 - Quiz

Veel vragen fout?
Bekijk het volgende filmpje

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Nieren en urinewegen

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo


A
Nieren
B
Alvleesklieren
C
Evenwichtsorgaan
D
Longen

Slide 25 - Quiz

Onderdelen van een nier
  • Nierschors: Vorming van urine
  • Niermerg: Vorming van urine
  • Nierbekken: Verzamelen van urine

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Wat is de juiste volgorde?
A
nieren - urineblaas - urineleider - urinebuis
B
nieren - urinebuis - urineblaas - urineleider
C
nieren - urineleider - urineblaas - urinebuis

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Vidéo

Wat zijn de "zuiveringsinstallaties" van je lichaam?
A
Lever en maag
B
Lever en nieren
C
Maag en nieren
D
Lever, maag en nieren

Slide 30 - Quiz

Kun je leven zonder nieren?
A
nee
B
ja

Slide 31 - Quiz

Dit orgaan noemen we.............
A
dikke darm
B
maag
C
nieren
D
lever

Slide 32 - Quiz

De nieren horen bij het
A
Verteringstelsel
B
Uitscheidingstelsel

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Gasten met een slechte doorbloeding hebben:
A
een bleke en grauwe huid
B
een gladde huid
C
een roze huid
D
een vette huid

Slide 36 - Quiz

is je huid een orgaan?
A
ja
B
nee

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Zweetklieren maken zweet. Wat is de functie van zweet?
A
nat houden van de huid
B
soepel houden van de huid
C
afkoeling van de huid
D
zweten

Slide 40 - Quiz

De huid bestaat uit verschillende onderdelen. In welk deel liggen je zintuigen in de huid?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid

Slide 41 - Quiz

De huid is opgebouwd uit 4 lagen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 42 - Quiz

Wat ligt er dieper in de huid?
A
Tastzintuigen
B
Drukzintuigen

Slide 43 - Quiz

Wat is de functie van talg (vettig stof)?
A
Zorgen voor groei van je haartjes op de huid
B
Zorgen voor het schilferen van je huid
C
Houd je huid soepel en beschermt het
D
Zorgen voor droge huid

Slide 44 - Quiz