les 6 - feit/mening/standpunt/argument

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 3

Leerjaar 3 - periode 1 - les 5

- start en aanwezigheid

- korte terugblik afspraken

- uitlegles feit/mening/standpunt/argument

de afspraken:

- je hebt de analyse gedaan en al 1 cijfer

- je werkt zelfstandig aan nog 3 oefenexamens

- je resultaten bewaar je (je kunt bij mij je cijfer halen)

- je kiest zelf of je meedoet met de uitlegles of niet

- je maakt een eindopdracht: vlog, verslag of padlet. 

Maak je keuze

ik wil de uitleg over feit/mening/standpunt/argument volgen

ik werk zelfstandig aan oefenexamens

Waarom is het belangrijk dat we feiten en meningen kunnen onderscheiden?

Vertel in je eigen woorden: hoe herken je of iets een feit of een mening is?

zie ook blz. 210 in boek A

Het regent al de hele dag

1. feit
2. mening

Het is vandaag de hele dag al mooi weer

1. feit
2. mening

Kyra vindt het de hele dag al rotweer

1. feit
2. mening

let op: een feit is dus niet altijd waar! 

standpunt

Een standpunt is letterlijk: op welk punt sta jij en vanaf welk punt kijk jij naar een onderwerp. 

"Het Centraal Examen moet afgeschaft worden"
"Iedere leerling moet een extra punt krijgen op zijn score"

Anders dan een mening, moet je een standpunt onderbouwen met argumenten. 

mening

want

argument

"Studenten moeten meer lezen"
Geef een objectief argument

"studenten moeten meer lezen"
Geef een subjectief argument

Je kent nu de termen: Feit, mening, argument, subjectief argument, objectief argument en drogreden.

Nu kijken of je ze kunt herkennen in de tekst. 

We pakken het examen 2014-2015 er weer bij. 

we gooien fantastisch eten weg

vraag 22 

vraag 23

"Erger je niet dood in de stiltecoupé, maar oefen in verdraagzaamheid"

vraag 29

vraag 30

vraag 32

De verzorgingsstaat (fragment)

vraag 48

vraag 52

Flexcontracten (fragment)

Vraag 54

welke vragen zijn er nog?

meer oefenen? 

bekijk ook eens...
https://www.youtube.com/watch?v=aMPchd5zOrY

maak in tweetallen of alleen de examenopdrachten van lezen h.4 in boek A.