Voor de blokjesschema's is het essentieel dat je dit onderscheid foutloos kunt maken.
Je herkent standpunt en argument aan signaalwoorden.
Standpunt: ik vind, dus, daarom, ik denk
Argument: want, omdat, immers, namelijk, immers, :
Zonder signaalwoord: het argument is de uitleg (je kunt bovenstaande signaalwoorden dan toepassen)