Standpunt, argument en mening
1 / 13
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Iets wat waar is of onwaar en wat je kunt controleren.
Iets wat iemand vindt en waarmee je het eens of oneens kunt zijn.
De reden waarom iemand iets vindt.
Een argument is...
Een feit is...
Een mening is...
Slide 2 - Question de remorquage
Welke zin bevat géén argument?
A
Ik blijf vandaag lekker binnen, want het stormt.
B
Mijn zus is jarig en geeft vanmiddag een feest.
C
Rode auto's zijn stoer, want een Ferrari is ook rood.
D
Omdat hij bang is, durft hij niet in de python.
Slide 3 - Quiz
Bedenk een argument bij het standpunt 'Schoolboeken moeten worden afgeschaft'.
Slide 4 - Question ouverte
Noteer een feit bij de afbeelding.
Slide 5 - Carte mentale
Noteer een mening bij de afbeelding.
Slide 6 - Carte mentale
Noteer een mening + een argument bij de afbeelding.
Slide 7 - Carte mentale
Slide 8 - Diapositive
Mobiele telefoons verbeteren het onderwijs.
Geef je mening + één argument
Geef je mening + één argument
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Lien
Wat ging er fout in deze discussie?
Slide 11 - Question ouverte
Geef een argument om de VAR goed te gebruiken.
