Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Argumenteren hoofdstuk 1
Slide 1 - Diapositive
Wat is een standpunt?
Slide 2 - Question ouverte
Standpunt
Mening
Feit
Die gele hesjes zijn lelijk.
Het stewardsysteem moet worden afgeschaft.
In havo 5 ben je geen steward meer.
Slide 3 - Question de remorquage
Slide 4 - Vidéo
Bij een standpunt hoort een
ARGUMENT,
liefst meer dan één!
Slide 5 - Diapositive
Wat is het standpunt? De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. Je kunt er beter niet aan deelnemen.
A
De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij.
B
Je kunt er beter niet aan deelnemen.
Slide 6 - Quiz
Wat is het standpunt? Ik denk dat Mark Rutte de verkiezingen gaat winnen. Hij is immers veruit de beste in de debatten.
A
Ik denk dat Mark Rutte de verkiezingen gaat winnen.
B
Hij is immers veruit de beste in de debatten.
Slide 7 - Quiz
Wat is het standpunt? Mobieltjes moeten tijdens de les verboden worden. Leerlingen kunnen er echt geen nuttige dingen mee doen.
A
Mobieltjes moeten tijdens de les verboden worden.
B
Leerlingen kunnen er echt geen nuttige dingen
mee doen.
Slide 8 - Quiz
Soorten argumenten
feitelijke --> objectief en controleerbaar
waarderende --> subjectief en niet controleerbaar
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Welk soort argument? De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. Je kunt er beter niet aan deelnemen.
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 11 - Quiz
Welk soort argument? Ik denk dat Mark Rutte de verkiezingen gaat winnen. Hij is immers veruit de beste in de debatten.
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 12 - Quiz
Welk soort argument? Mobieltjes moeten tijdens de les verboden worden. Leerlingen kunnen er echt geen nuttige dingen mee doen.
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 13 - Quiz
Weerlegging
Het stewardsysteem is een goed systeem
WANT:
de school is opgeruimder = argument
MAAR:
dat is niet zo; er ligt nog zo veel rommel na de pauzes
Slide 14 - Diapositive
Weerlegging
Standpunt
Argument
Weerlegging van het argument
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Tegenargument
Het stewardsysteem is een goed systeem.
Maar het zorgt er niet voor dat de school schoner is.
Slide 17 - Diapositive
Tegenargument
Standpunt
Tegenargument
Slide 18 - Diapositive
Is B een weerlegging of tegenargument? A. Volgens mij kun je beter blijven zitten, want dan slaag je over twee jaar met hogere cijfers. B. Maar dat kost me wel een heel jaar.
A
Weerlegging
B
Tegenargument
Slide 19 - Quiz
Is B een weerlegging of tegenargument? A. Omdat er helemaal geen alcoholische versnaperingen te krijgen zijn, is Iran geen geschikt vakantieland voor levensgenieters. B. Als je de juiste kanalen kent, kun je er heus wel bier en wijn kopen
A
Weerlegging
B
Tegenargument
Slide 20 - Quiz
Is B een weerlegging of tegenargument? A. Roken bekort het leven met acht jaar. Roken moet helemaal verboden worden. B. Mensen moeten zelf weten of ze roken of niet.