Latijn 05-01 Tekst 3 Online

Het Latijnse werkwoord en znw
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Latijn1Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

Het Latijnse werkwoord en znw

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen? 
Je oefent met het vertalen van Latijn en je tekstbegrip


  • Overhoren woordjes
  •  Nakijken tekst 3 t/m r. 15
  • Verder vertalen in groepjes

Slide 2 - Diapositive

Welk woord betekent toch?
A
haud
B
tamen
C
sed
D
nam

Slide 3 - Quiz

Welk woord past bij
deze afbeelding?
A
intrare
B
videre
C
dicere
D
cogitare

Slide 4 - Quiz

Welk woord is geen bijwoord?
A
ubi
B
sic
C
iam
D
sed

Slide 5 - Quiz

Met welk woord kan je een gevecht aangaan?
A
dare
B
tradere
C
ubi
D
gladius

Slide 6 - Quiz

Mucius Scaevola
Nakijken tekst 3

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

8. Tum multi milites ad scribam veniunt,

9. nam scriba militibus stipendium dat.

Slide 9 - Diapositive

8. Tum multi milites ad scribam veniunt,

9. nam scriba militibus stipendium dat.

= Op dat moment komen er veel soldaten naar de secretaris, want de secretaris geeft loon aan de soldaten. 

Slide 10 - Diapositive

Wat is de functie van scribam?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
naamwoordelijk deel van het gezegde
D
bij voorzetsel

Slide 11 - Quiz

10. ‘Ille rex est!’ Mucius cogitat.

Slide 12 - Diapositive

10. ‘Ille rex est!’ Mucius cogitat.

= 'Hij is de koning!' dacht Mucius. 

Slide 13 - Diapositive

Wat is de functie van rex?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
naamwoordelijk deel van het gezegde
D
bij voorzetsel

Slide 14 - Quiz

11. Gladium capit et sic scribam necat.

Slide 15 - Diapositive

11. Gladium capit et sic scribam necat.

= Hij pakt zijn zwaard en doodt zo de secretaris. 

Slide 16 - Diapositive

Wat is de functie van scribam?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
naamwoordelijk deel van het gezegde
D
bij voorzetsel

Slide 17 - Quiz

12. Deinde Mucius celeriter per turbam fugere temptat
sed frustra...

Slide 18 - Diapositive

12. Deinde Mucius celeriter per turbam fugere temptat
sed frustra...

= Vervolgens probeert Mucius door de menigte heen te vluchten, maar tevergeefs. 

Slide 19 - Diapositive

Wat is de functie van Mucius?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
naamwoordelijk deel van het gezegde
D
bij voorzetsel

Slide 20 - Quiz

13. Milites eum capiunt et regi tradunt.

Slide 21 - Diapositive

13. Milites eum capiunt et regi tradunt.

= De soldaten pakken hem en overhandigen hem aan de koning. 

Slide 22 - Diapositive

Wat is de functie van milities?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
naamwoordelijk deel van het gezegde
D
bij voorzetsel

Slide 23 - Quiz

14. Rex eum necare cupit.

Slide 24 - Diapositive

14. Rex eum necare cupit.

= De koning wil hem te doden. 

Slide 25 - Diapositive

necare is:
A
indicativus
B
infinitivus
C
imperativus
D
geen werkwoord

Slide 26 - Quiz

15. Servos iubet ignem facere.

Slide 27 - Diapositive

15. Servos iubet ignem facere.

= Hij beveelt de slaven een vuur te maken. 

Slide 28 - Diapositive

Wat is de functie van ignem?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
naamwoordelijk deel van het gezegde
D
bij voorzetsel

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive

Mucius Scaevola
Vertaal tekst 3 t/m regel 19

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive