O-uur les 7 - Inhoud

Hoeveel donuts zitten er in de doos?
A
24
B
16
C
10
D
12
1 / 19
suivant
Slide 1: Quiz
RekenenMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 75 min

Éléments de cette leçon

Hoeveel donuts zitten er in de doos?
A
24
B
16
C
10
D
12

Slide 1 - Quiz



Hoeveel blikken zitten er totaal in de doos?

A
12
B
24
C
36
D
48

Slide 2 - Quiz

Hoeveel doosjes zitten in de doos?
A
13
B
30
C
28
D
21

Slide 3 - Quiz

In een doos zitten 6 tennisballen. Thiemo koopt 18 tennisballen.

Hoeveel volle dozen met tennisballen heeft Thiemo gekocht?
A
2
B
4
C
3
D
12

Slide 4 - Quiz

Hoeveel melk denk je dat er in het flesjes zit?
A
330 ml
B
3 l

Slide 5 - Quiz

Hoeveel water denk je dat er in de waterkoker zit?
A
50 ml
B
1,5 l

Slide 6 - Quiz

Sleep de inhoud naar de juiste plaats
200 ml
660 l
12 l
60 ml

Slide 7 - Question de remorquage

Meten in een maatbeker
Als je weet hoeveel liter of milliliter je van iets nodig hebt, kun je het afmeten in een maatbeker. Je kijkt eerst op de maatbeker of de inhoud in liter of milliliter staat. Je vult de maatbeker tot het juiste streepje.


Slide 8 - Diapositive

Yorick heeft 600 ml water nodig. Tot waar vul je de maatbeker?

Slide 9 - Question de remorquage

Kan heeft 0,2 liter melk nodig
 Tot waar vul je de maatbeker?

Slide 10 - Question de remorquage

0,9 L
300 ML
0,6 L
500 ML
0,5 L
600 ML

Slide 11 - Question de remorquage

Hoeveel melk heb je nodig?. Tot waar vul je de maatbeker?

Slide 12 - Question de remorquage

In welke maatbeker staat 0,4 l sinaasappelsap afgebeeld. 
Zet hier de juiste maatbeker neer

Slide 13 - Question de remorquage

In welke maatbeker staat 350 ml yoghurt afgebeeld. 
Zet hier de juiste maatbeker neer

Slide 14 - Question de remorquage

De inhoud staat er niet tussen...
Soms staat de inhoud die je nodig hebt niet op de maatbeker. Je moet dan bedenken tot waar je de maatbeker moet vullen. 

Myra heeft 450ml water nodig. Tot waar moet Myra de maatbeker vullen?

Slide 15 - Diapositive

Hoeveel room heb je nodig?
 Tot waar vul je de maatbeker?

Slide 16 - Question de remorquage

Heb ik al genoeg?
Als je een inhoud afmeet, moet je tijdens het vullen van de maatbeker bedenken of je al genoeg hebt. Soms moet je iets erbij doen of eruit halen.

Fenna heeft 200ml room nodig. Moet Fenna room erbij doen of eruit halen?





Er zit minder dan 200 ml in de maatbeker. Fenna moet room erbij doen.

Slide 17 - Diapositive

Saartje heeft 225 ml citroensap nodig.

Wat moet Saartje doen?
A
Erbij doen
B
Eruit halen

Slide 18 - Quiz

Stijn heeft 200ml sap nodig.

Wat moet Stijn doen?

A
Erbij doen
B
Eruit halen

Slide 19 - Quiz