Les 21 - Klas 4

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Wat gaan we doen?

1. Herhalen

2. Uitleg - Context steden

3. Huiswerk

(4. Video)

Lesdoelen

1. De leerling maakt kennis met de nieuwe context en de kenmerkende aspecten die daar bij horen. 

2. De leerling weet welke leidende vragen er bij deze context horen. 

3. De leerling kan de opkomst van de vergrootte voedselproductie in de 11e eeuw linken aan de opkomst van de steden in Vlaanderen. 

Sleep de woorden naar de goede plek!

De opkomst van handel en                                   die de basis legde voor het herleven van een                                             samenleving

De opkomst van de stedelijke                                  en de toenemende                                    van steden

Het conflict in de                       wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het                        behoort te hebben

De expansie van de                             wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van 

Het begin van staatsvorming en 

Ambacht

agrarisch-urbane

burgerij

zelfstandigheid

christelijke

primaat

christelijke

kruistochten

centralisatie

Context: Steden en Burgers in de Lage Landen 1050- 1700

Leidende vragen:

1. Wat maakte de opkomst van de stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten mogelijk (1050 - 1302)?

2. Welke invloed hadden sociaaleconomische en politieke ontwikkelingen op de positie van de stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten (1302 - 1602)?

3. In hoeverre bepaalde de burgerij de ontwikkelingen in de Republiek in de Gouden Eeuw (1602 - 1700)?

Open blz. 232

Inleiding context steden en burgers

Amsterdam van vissersdorp naar grootste handelsstad van Europa

Atrecht van een internationaal middeleeuws handelscentrum naar een stad van regionale betekenis. 

Video

https://schooltv.nl/video/het-ontstaan-en-de-inrichting-van-nederland-stadswording-in-de-late-middeleeuwen/playlist/160/

1.1 Opbloei van handel en nijverheid in Vlaanderen 

K.A. 13 

K.A. 14 

Wat maakte de opkomst van de stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten mogelijk (1050 - 1302?) 

Van agrarische samenleving (Vroege Middeleeuwen) naar agrarisch-urbane samenleving (Late Middeleeuwen)

Aantekening

Door:

1. ontginningen 

2. drieslagstelsel

3. betere bemesting

4. IJzeren ploegen met paarden

> grotere voedselproductie > meer inwoners > meer ontginningen nodig > veel gebied in Vlaanderen wordt gecultiveerd

Lesdoelen

1. De leerling maakt kennis met de nieuwe context en de kenmerkende aspecten die daar bij horen. 

2. De leerling weet welke leidende vragen er bij deze context horen. 

3. De leerling kan de opkomst van de vergrootte voedselproductie in de 11e eeuw linken aan de opkomst van de steden in Vlaanderen. 

Huiswerk

Maak opdracht 1 (blz. 234) en opdracht 1 en 2 (blz. 241)