LES 3 filosofie MORAAL en WERKKAART 2324

welkom in de les
     Een pen gepakt


verboden !!


                READER/ WERKKAART 

           Aandacht actief erbij
GODSDIENST FILOSOFIE H4
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
FilosofieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

welkom in de les
     Een pen gepakt


verboden !!


                READER/ WERKKAART 

           Aandacht actief erbij
GODSDIENST FILOSOFIE H4

Slide 1 - Diapositive

Registratie in de les (**herinnering**)
Lesmateriaal bij je ?:( 2x niet dan naar inhaaluur) 
Huiswerk gemaakt?: (2x niet dan naar inhaaluur)  
Lesdoel met zelfstandig werken gehaald?: (2x niet dan naar inhaaluur)  
 laptop zonder lader = ‘boeken vergeten’ =  nototie in Magister 

Slide 2 - Diapositive

WAT GAAN WE DOEN?
LESINDELING VANDAAG:
*  OEFENEN MORAAL    DIA 11 t/m 20             individueel     = (i)
* LESSONUP OPDRACHT DIA 22 MAKEN IN JE SCHRIFT =  (i)
* KEUZE WERKKAART MET MOTIVATIE IN JE SCHRIFT  (=duo's)

* WAT TE DOEN NA DEZE LES (5min)

Slide 3 - Diapositive

Lesopbouw 
De lessen hebben de volgende opbouw: 
* TERUGBLIK /INSTRUCTIE/UITLEG                                                                       (10 min)
* Zelf aan de slag: je maakt opdrachten in de les                                         (30 min)
* Terugkoppeling lesdoel: je kunt  vragen over de stof beantwoorden (5min) 
 *Bespreken werkkaart: op tempo, goede taakverdeling, vragen?       (10 min) 
*Vooruitblik volgende les: wat nog thuis te doen/wat is huiswerk       (5min)


Slide 4 - Diapositive

Leren denken als een filosoof
Filosofen doordenken de moraal  en dragen bouwstenen aan voor moreel gedrag.
MOREEL GEDRAG = GEDRAG VANUIT NORMEN EN WAARDEN
(Ongeschreven normen en Geschreven normen) 

Slide 5 - Diapositive

FILOSOFEREN IS DENKEN EN HANDELEN VANUIT GEDEELDE NORMEN & WAARDEN

Slide 6 - Diapositive

Fatsoen, Normen, Waarden
Fatsoen, normen ,waarden zijn verschillende begrippen.
Fatsoensregels en omgangsregels die nergens opgeschreven staan Normen zijn (geschreven) regels in een wet of reglement 
Waarden zijn de achterliggende idealen die als waardevol worden aangeduid; dingen die je belangrijk vindt, als persoon of als groep/samenleving  om na te streven: gezondheid ed . 

Slide 7 - Diapositive

Positieve en negatieve sanctie 
Bij overtreding van een informele of formele norm volgt er een negatieve sanctie (een afwijzing of straf). = neg. sanctie
Bij goedkeuring van het volgen van informele of formele normen volgt een compliment of beloning = pos.sanctie 

Slide 8 - Diapositive

Normatieve ethiek 
Dat betekent dat je formele normen/gedragsregels  oplegt aan een ander. Dus een geschreven of ongeschreven richtlijn of gedragsregel. Wie normatief is geeft aan hoe het hoort, wat normaal gedrag is of wat gewenst c.q. ongewenst gedrag 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

DOE ZELF IN DEZE LESSONUP (5min) :  NORMEN,WAARDEN,FATSOEN
NOTEER DE ANTW MK vr  DIA 11 t/m 20 IN JE SCHRIFT (5min)

MAAK LESSONUP VRAGEN DIA 22 IN JE SCHRIFT(20min)  


Slide 11 - Diapositive

Waarde:
Norm
Stiptheid
Geduld
Respect
Gelijkwaardigheid
spreek je docent met u aan
Tijdig opdrachten inleveren
Wacht in de rij tot je aan de beurt bent
ik behandel  een ander zoals ikzelf behandeld wil worden

Slide 12 - Question de remorquage

DIT IS GOED FATSOEN
DIT IS EEN GESCHREVEN NORM
DIT IS EEN WAARDE

Slide 13 - Question de remorquage

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Waarden zijn gedragsregels.
2. Normen hebben te maken met waarden
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 14 - Quiz

Waarden zijn:
A
Wetten in Nederland
B
Alle zaken die mensen belangrijk vinden
C
Regels waar je je aan moet houden
D
Kwestie van goed fatsoen

Slide 15 - Quiz

Vriendschap is een voorbeeld van een …
Welk woord is weggelaten?
A
Waarde
B
wet
C
norm
D
fatsoensregel

Slide 16 - Quiz

Welke uitspraak over normen is juist?
A
Alle normen staan in de wetten van een land
B
Normen zijn alle zaken die mensen belangrijk vinden
C
Normen gaan over aangeboren eigenschappen
D
Normen zijn gedragsregels

Slide 17 - Quiz

Normen zijn regels waar alle mensen het mee eens zijn.
Deze uitspraak is:
A
Juist
B
Onjuist
C
Dat hangt af van de situatie
D
Alleen juist als ze in een wet zijn vastgelegd

Slide 18 - Quiz

Wat zijn waarden?
A
Aangeboren eigenschappen van mensen
B
Wat mensen belangrijk vinden
C
Geschreven wetten.

Slide 19 - Quiz

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Veiligheid is een belangrijke waarde voor bijna alle automobilisten.
2. Ontspanning is een waarde voor de meeste uitgaande jongeren
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist

Slide 20 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een norm?
A
Je mag niet stelen
B
eerlijkheid
C
veiligheid
D
gastvrijheid

Slide 21 - Quiz

OPBRENGST LESSON UP ?
Je  kent nu het verschil tussen fatsoen, normen en waarden (ethiek) en hoe dat deel uitmaakt van de normatieve ethiek.
ZET IN JE SCHRIFT: 
"lessonup 3 filosofie-les 3: MORAAL-OPDRACHT" en maak dan de vragen 1 t/m 5 in de volgende dia 


Slide 22 - Diapositive

MAAK ONDERSTAANDE VRAGEN IN JE SCHRIFT
"lessonup 3 filosofie-les 3: MORAAL-OPDRACHT" 
1. WAT IS DE RELATIE TUSSEN WAARDEN EN NORMEN (leg uit in 1 zin)
2. WAT ZIJN INFORMELE(niet geschreven) NORMEN? GEEF EEN VOORBEELD (leg uit in 1 zin)
3. WAT ZIJN FORMELE (geschreven) NORMEN? GEEF EEN VOORBEELD (leg uit in 2 zinnen)
4. GEEF EEN VOORBEELD VAN EEN POSITIEVE SANCTIE EN VAN EEN NEGATIEVE SANCTIE WANNEER JE JE WEL OF NIET HOUDT AAN DE INFORMELE EN FORMELE NORMEN. (2 zinnen)
5. LEG KORT UIT WAT NORMATIEVE ETHIEK TE MAKEN HEEFT MET FORMELE NORMEN (1zin)

Slide 23 - Diapositive

WAT MOET DEZE LES AFGEMAAKT ZIJN EN STAAT GENOTEERD IN JE SCHRIFT?  
1. DE READER-OPDRACHTEN VAN DEEL I  (zie teams)            
2. UIT DEZE LESSONUP DE MORAAL-OPDRACHT (Dia22).           
 3. EEN KLASGENOOT OM SAMEN TE WERKEN  IN DUO                                                
                                                        

Slide 24 - Diapositive

ALLES WAT JE OP SCHOOL DOET
HOEF JE THUIS NIET MEER TE DOEN

Slide 25 - Diapositive