Telwoord en rangtelwoord

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7

LESDOEL:

Ik leer wat een rangtelwoord en een telwoord is. Ik kan deze herkennen in een zin. 

Schrijf een telwoord op

Schrijf een rangtelwoord op

Telwoord

Geeft een aantal aan.

Let op: soms geeft het niet precies een aantal aan. Maar toch is het dan een telwoord.

Ik heb veel snoep.

Rangtelwoord

Geeft een rangvolgorde aan.

Let op: soms geeft het niet precies een plaats aan. Maar toch is het dan een rangtelwoord.

Ik ben laatste geworden.

Het meisje maakt de som; 10 + 12.

De jongen is derde geworden op 5 km sprint.

Je hebt veel opdrachten goedgemaakt. 

Ik ben de middelste in het gezin.

Wat is het verschil tussen een rangtelwoord en een telwoord?