Les 3 Oefenen met samenvatten (LSD) en motivatiegesprek

Cursus begeleiden en coachen
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Begeleiden en coachenMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Cursus begeleiden en coachen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
  • Week 1 Introductie en uitleg voedingsanamnese
  • Week 2 Uitleg adviesgesprek, motivational interviewing
  • Week 3 Gedrag leren beïnvloeden
  • Week 4 Omgaan met weerstand
  • Week 5 Voeren motivatiegesprek
  • Week 6 Evalueren kun je leren, evaluatiegesprek
  • Week 7 Casusopdracht als eindbeoordeling
  • Week 8 Terugkoppeling

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen van de cursus
  • De student kan een voedingsanamnese uitvoeren;
  • De student beheerst het stellen van diverse vragen om correcte en volledige informatie in te winnen;
  • De student houdt rekening met de situatie en gevoelens van de gesprekspartner;
  • De student kan een vast format voor voedingsanamnese hanteren en volledig invullen;
  • De student kan een adviesgesprek voeren;
  • De student weet hoe een gedragsverandering bereikt kan worden;
  • De student (her)kent de de fasen van gedragsverandering;
  • De student kan onderzoeken in welke fase van gedragsverandering iemand zich bevindt; 
  • De student kan iemand begeleiden naar de volgende fase(n) door de juiste interventie toe te passen;
  • De student kan diverse motivatietechnieken inzetten (motivational interviewing);
  • De student kan een motivatiegesprek voeren;
  • De student kent diverse evaluatietechnieken;
  • De student kan een evaluatiegesprek voeren.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Motiverende Gespreksvoering (MGV) start vanuit een basishouding (spirit). De basishouding van MGV bestaat uit vier elementen:
Samenwerken
Ontlokken
Aanvaarden
Compassie

Slide 5 - Diapositive

Stadia van gedragsverandering en kenmerken
1 Voorbeschouwing • Verandering van gedrag wordt niet
      overwogen
    • Niet of onvoldoende bewust van risico -
      gedrag
    • Niet overtuigd dat voordelen van
      gedragsverandering zwaarder wegen
      dan nadelen

2 Overpeinzing en ambivalentie • Verandering van gedrag wordt overwogen
    • Bewust van risicogedrag
    • Balans en afweging voor- en nadelen
      huidige en nieuwe gedrag
    • Nog geen concrete plannen voor
      gedragsverandering

3 Voorbereiden/beslissen • Bewust van risicogedrag
    • Meestal overtuigd van voordelen
      gedragsverandering
    • Wil graag veranderen, maar weet niet hoe
    • Vaak al stappen in de richting van
      gedragsverandering ondernomen,
      maar zonder succes
    • Beslissing tot verandering is genomen.

4 Actieve verandering • Inzicht in noodzaak tot veranderen en
      mogelijkheden daartoe
    • Risicogedrag is veranderd
    • Nieuw gedrag wordt geïmplementeerd
    • Nieuw gedrag is nog geen ‘gewoonte’
      geworden
Zelfredzaamheid

5 Gedragsbehoud • Gedragsverandering is ‘gewoonte’
        geworden

6 Terugval • Terugval naar het risicogedrag
 Terugval van latere stadia naar eerdere
 stadia is gedurende het gehele proces
 mogelijk
5 principes van motivational interviewing
  1. Wees empatisch
  2. Weerstand? Meeveren!
  3. Ondersteun eigen-effectiviteit
  4. Ontwikkel discrepantie
  5. Discussie/argumentatie vermijden

Hoe om te gaan met elke fase???

Slide 6 - Diapositive

Vier principes
Er zijn vier principes van ‘motiverende gespreksvoering’:
Wees empathisch: het gaat om daadwerkelijk inleven in de cliënt en niet doen alsof.
Ontwikkelen van discrepantie: richt je op het verschil (vanuit het perspectief van de cliënt) tussen het huidige en toekomstige gedrag. ‘Hoe ben of doe ik nu en hoe wil ik doen of zijn?’
Meeveren met weerstand: vermijd discussie of argumentatie. Veer mee met de weerstand en zie dit als een kans.
Ondersteunen van eigen effectiviteit: het gaat er hierbij om dat je het geloof in eigen kunnen ondersteunt en versterkt. Eigen effectiviteit is een directe voorspeller van gedragsverandering.
Technieken motivational interviewing
  1. Stel open vragen
  2. Ondersteun en bevestig
  3. Geef samenvattingen
  4. Actief luisteren
  5. Nodig uit tot veranderingsuitspraken

Slide 7 - Diapositive

Doel:
De ander ruimte geven
Interesse tonen en informatie verkrijgen
Uitnodigen tot zelfonderzoek
Hoe doet u het?
Open vragen beginnen nooit met een werkwoord maar vaak met: Hoe of Wat en soms met Waarom (maar let op: dit kan als oordeel overkomen. Een alternatief kan zijn: Wat maakt dat of Vanwaar…)
Voorbeelden:
Hoe vindt u het om hier te zijn?
Hoe zullen we de tijd vandaag besteden?
Vanwaar dat dit belangrijk voor u is?
Wat maakt dat u zou willen veranderen?
Wat zou er gebeuren als u zo doorgaat?
Wat hebt u nodig om een besluit te kunnen nemen?
Hoe zou u het aan kunnen pakken?
Vragen die verandertaal oproepen
  • Nadelen van de status quo: “Wat vindt u vervelend aan de huidige situatie?”
  • Voordelen van verandering: Hoe zou u het graag anders willen zien?”
  • Optimisme over verandering: “Welke persoonlijke krachten hebt u die u helpen om te slagen en uw doelen te bereiken?”
  • Bedoeling om te veranderen: “Wat vindt u nu van uw drugsgebruik?”

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Belangenliniaal
  • Beslissingsbalans
  • Vragen naar extremen
  • Terugkijken
  • Vooruitkijken
  • Doelen en waarden verkennen

Slide 9 - Diapositive

De belangenliniaal gebruiken
Een eenvoudige methode om verandertaal uit te lokken, is door gebruik te maken van de veranderliniaal. Maak een liniaal met gradaties van 0 tot en met 10. Stel de volgende vraag aan de cliënt: “Hoe belangrijk is het voor u om te stoppen met het gebruik van cocaïne?” 0 staat voor zeer onbelangrijk en 10 voor zeer belangrijk. Stel de cliënt geeft aan dat stoppen zeer belangrijk voor hem is, vraag dan: “Stel, dat u besluit om te stoppen met het gebruik. Hoeveel vertrouwen hebt u dat u daar in zult slagen?” 0 staat dan voor absoluut geen vertrouwen en 10 voor zeer veel vertrouwen. De antwoorden zijn gericht op verandering. Stel daarom niet de vraag: “Waarom zit u op 3 en niet op 10?” Dat roept een antwoord op die indruist tegen verandering.

Stel een beslissingsbalans op
Laat de cliënt een beslissingsbalans opstellen. Op zo’n balans staan alle voordelen en nadelen van een verandering opgesomd. Dit toont de hulpverlener een direct van de ambivalentie. Zo’n balans kan de cliënt de doorslag geven te veranderen, vooral als de balans zeer negatief uitpakt voor zijn huidige gedrag.
Uitweiden
Zodra een cliënt een reden voor verandering heeft genoemd, hebben de meeste hulpverleners de neiging op zoek te gaan naar nog meer redenen. Door echter uit te wijden kan het motiverende thema bekrachtigd worden en wordt er nog meer verandertaal uitgelokt. De hulpverlener kan verderreikende vragen stellen door te vragen om verheldering, vragen om een specifiek voorbeeld en vragen om een beschrijving.
Vragen naar extremen
Door te vragen naar uitersten, kan verandertaal uitgelokt worden - zeker wanneer men in een impasse is aanbeland. Een voorbeeld: "Denkend aan uw alcoholconsumptie. Wat stelt u zich voor bij de ergste dingen die zouden kunnen gebeuren als u op deze voet verder gaat?"
Terugkijken
Het kan nuttig zijn de cliënt terug te laten denken aan tijden voordat het probleem ontstond, zodat deze periode vergeleken kan worden met de huidige situatie.
Vooruitkijken
Vragen naar waar de cliënt wil zijn over vijf jaar, kan ook een manier zijn om verandertaal uit te lokken.
Doelen en waarden verkennen
De hulpverlener kan aan de cliënt vragen welke zaken hij of zij belangrijk vindt in zijn leven. De hulpverlener zoekt naar ankerpunten, van waaruit motivatie aangeboord kan worden.
0

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ff oefenen...
Maak drietallen:
  • Eén student heeft de rol van gespreksleider, één de rol van verteller en eventueel één de rol van observator.
  • Voer de opdrachten uit die de docent geeft.
  • Bespreek het ingevulde observatieformulier.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions