Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
taalcompleet A1, thema 4 herhaling
herhaling A1 thema 4
Eten en drinken
1 / 32
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Cette leçon contient
32 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
herhaling A1 thema 4
Eten en drinken
Slide 1 - Diapositive
Woorden met -ig
Woorden die eindigen met -ig, zeg je als -ug.
Denk aan de /u/ van b
u
s.
twintig
nodig
jarig
gezellig
rustig
veilig
Slide 2 - Diapositive
Wat hoor je?
Slide 3 - Question ouverte
Wat hoor je?
Slide 4 - Question ouverte
Wat hoor je?
Slide 5 - Question ouverte
Wat hoor je?
Slide 6 - Question ouverte
Wat is dit?
Slide 7 - Question ouverte
Wat is dit?
Slide 8 - Question ouverte
Wat is dit?
Slide 9 - Question ouverte
Wat is dit?
Slide 10 - Question ouverte
Wat is dit?
Slide 11 - Question ouverte
Wat is dit?
Slide 12 - Question ouverte
Wat is een goede zin met het woord?
nooit
A
Appels zijn nooit blauw.
B
Appels zijn nooit rood.
C
Appels zijn nooit groen.
Slide 13 - Quiz
Wat is een goede zin met het woord?
meestal
A
Een tomaat is meestal grijs.
B
Een tomaat is meestal geel.
C
Een tomaat is meestal rood.
Slide 14 - Quiz
Wat is een goede zin met het woord?
lekker
A
De pan is lekker.
B
Het ijs is lekker.
C
De tafel is lekker.
Slide 15 - Quiz
Wat is een goede zin met het woord?
altijd
A
Een week heeft altijd 12 dagen.
B
Een week heeft altijd 7 dagen.
C
Een week heeft altijd 30 dagen.
Slide 16 - Quiz
Wat is een goede zin met het woord?
vind
A
Ik vind de opdracht moeilijk.
B
Ik vind Nederlands.
C
Ik vind donderdag 7 januari.
Slide 17 - Quiz
Vraagwoorden
Slide 18 - Diapositive
Wat is een goede vraag?
A
Wanneer doe jij?
B
Wanneer bent u?
C
Wanneer ga jij naar huis?
D
Wanneer boterhammen eten jullie?
Slide 19 - Quiz
Wat is een goede vraag?
A
Wie drinkt u?
B
Wie koop jij?
C
Wie doe jij?
D
Wie bent u?
Slide 20 - Quiz
Wat is een goede vraag?
A
Waar koop jij groente?
B
Waar koekjes maak jij?
C
Waar jij komt vandaan?
D
Waar kopjes thee drink jij?
Slide 21 - Quiz
Zet de zin in de goede volgorde:
staan / de borden/ waar / ?
Slide 22 - Question ouverte
Zet de zin in de goede volgorde:
ik / nodig/ hoeveel tomaten/ heb/ ?
Slide 23 - Question ouverte
Zet de zin in de goede volgorde:
's ochtends/ drink/ wat/ jij/ ?
Slide 24 - Question ouverte
Zet de zin in de goede volgorde:
de groenten/ wie/ snijdt/ ?
Slide 25 - Question ouverte
De lamp is ...
Slide 26 - Question ouverte
Wat is dit?
Slide 27 - Question ouverte
Maak een hele zin:
Wat eet je 's ochtends?
Slide 28 - Question ouverte
Wat is de goede vorm van gaan?
Jullie ... naar de slager.
A
gaan
B
gaa
C
gan
D
ga
Slide 29 - Quiz
Wat is de goede vorm van spreken?
Hij ... goed Nederlands.
A
speken
B
spreek
C
sprekt
D
spreekt
Slide 30 - Quiz
Wat is de goede vorm van staan?
Jij ... in de rij bij de kassa.
Slide 31 - Question ouverte
Wat is de goede vorm van komen?
Ik ... morgen bij je koffie drinken.
Slide 32 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
taalcompleet A1, thema 4 herhaling
Mai 2024
- Leçon avec
43 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
taalcompleet A1, thema 4 herhaling
Octobre 2024
- Leçon avec
42 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Taalcompleet thema 4.6 t/m 4.9 (A1)
Octobre 2022
- Leçon avec
45 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Inversie
Octobre 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Hoger onderwijs
Taalcompleet thema 3 (A1)
il y a 12 jours
- Leçon avec
17 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Oefeningen inversie
Septembre 2021
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Hoger onderwijs
Taalcompleet A1 thema 1
il y a 8 jours
- Leçon avec
38 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
woordenschat Taalcompleet A1 thema 3 deel 1
Novembre 2024
- Leçon avec
38 diapositives
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1