H2B paragraaf 4

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom H2B!

Ga zitten volgens de plattegrond.  

Log alvast in op LessonUp!

Wat gaan we doen vandaag?

- Herhalen paragraaf 3

- Huiswerk bespreken

- Uitleg paragraaf 4

- Opdrachten

- Afsluiting

1.3 'Gesteente wordt verplaatst'

Leerdoelen:

- Je weet wat massabewegingen zijn.

- Je begrijpt dat door verwering en erosie gebergten worden aangetast en grind, zand en klei ontstaan.

- Je kunt een rivierdal en een gletsjerdal herkennen aan de hand van kenmerken op een foto.

Wat gebeurt er na de verwering?

Door verwering is deze steen

kapot gegaan en zijn er kleine

stukken steen gevormd. 

Wat gebeurt er vervolgens met

zo'n stuk steen?

Massabewegingen

--> Los gesteente rolt, schuift of valt langs

       een helling via beneden.

De manier waarop hangt af van de omvang

van het gesteente en hoe steil de helling is.

Steile helling

Flauwe helling

Gesteente rolt

Gesteente schuift

Gesteente valt

En wat nu?

Erosie = de uitschurende

 werking van stromend 

water, wind of ijs.

Erosie

Erosie

Erosie

Bovenloop: door de hoge stroomsnelheid vindt hier erosie plaats.

Middenloop: rivieren nemen het verwerings-materiaal (zand, grind, klei) mee naar de benedenloop.

In de benedenloop is de stroomsnelheid laag en vindt sedimentatie plaats.

Sedimentatie

Bij een lage stroomsnelheid zakt grind, zand en klei naar de bodem en blijft het daar liggen.

 

Op plaatsen waar rivieren in zee uitmonden, komt de rest van het zand en klei in de zee terecht en ontstaat er een delta. 

Welke 'korrel' is het kleinst?

1. Grind
2. Zand
3. Klei

Welke korrel zal het snelst sedimenteren?

1. Grind
2. Zand
3. Klei

Hoe ontstaan dalen?

V-dal ontstaat door erosie van een rivier

U-dal ontstaat door erosie van een gletsjer

U-dal

V-dal

Gevormd door een gletsjer

Gevormd door een rivier

Huiswerk

Zijn er vragen?

Jullie weten het nog toch?

Vraag herhalen + omdat

Goed kijken hoeveel antwoorden mogelijk zijn bij meerkeuzevragen!

1.4 'Waar blijft alle grind, zand en klei?'

Leerdoelen:

- Je weet op welke manier zandbanken, duinen en delta's worden gevormd.

- Je begrijpt dat in een laagvlakte sedimentatie optreedt en dat uit samengeperste sedimenten na lange tijd sedimentgesteenten ontstaan.

- Je kunt met behulp van een foto de naam en een aantal kenmerken van sedimentgesteente benoemen.

Sedimentatie

Bij een lage stroomsnelheid zakt grind, zand en klei naar de bodem en blijft het daar liggen.

 

Op plaatsen waar rivieren in zee uitmonden, komt de rest van het zand en klei in de zee terecht en ontstaat er een delta. 

Sedimentatie

Een deel van het zand en klei komt in de zee terecht. Op plekken met een lage stroomsnelheid zakt het zand naar beneden en ontstaan zandbanken. 

Sedimentatie

Op de zandbanken komen stranden voor. De golven voeren zandkorrels aan vanuit zee, die het strand ophogen met een dun laagje zand. 

Sedimentatie

Bij een droog strand neemt de wind zandkorrels mee. Deze zandkorrels worden iets verder op het zand weer gesedimenteerd. Hierdoor ontstaan duinen. 

Planten zoals helmgras houden het zand vast, waardoor de duin blijft liggen.

Sediment-gesteente

Het proces van sedimentatie is al heel lang aan de gang.

Gevolg = kilometers dikke lagen zand en klei op de laagvlaktes wat samengeperst is tot sedimentgesteente.

Klei --> Schalie

Zand --> Zandsteen

Voor nu:

Maak van paragraaf 1.4 alle opdrachten

Klaar?

- Maak de extra opdrachten

- Maak de verdiepingsopdrachten

- Leer voor de toets!

Afsluiting

Heeeeeeeel veel succes met de toets!!!