Le monde animal

Bonjour à tous!!
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransSecundair onderwijs

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Bonjour à tous!!

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Le pronom relatif
betrekkelijk voornaamwoord

Slide 3 - Diapositive

Qu'est-ce que vous savez du pronom relatif?

Slide 4 - Carte mentale

Het betrekkelijk voornaamwoord: 
qui en que 
Wat is een betrekkelijk voornaamwoord?
In het Nederlands is de vertaling 'die' of 'dat'. 
(bijv. De jongen die ..., Het meisje dat ...)

Het betrekkelijk voornaamwoord staat altijd aan het begin van een bijzin en slaat terug op een woord(groep) uit de hoofdzin (antecedent). 



Slide 5 - Diapositive

Het betrekkelijk voornaamwoord: 
qui en que 
Wanneer gebruiken we 'qui' en wanneer 'que'?

De functie binnen de bijzin bepaalt welk pronom relatif je in het Frans moet gebruiken. Het maakt daarbij meestal niet uit of het om personen of dingen gaat.
(bijv. 'Les animaux qui ..., les boîtes qui se trouvent sur la table)

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

In dit deel praten wij dus alleen over qui en que
- qui is het onderwerp in de bijzin.
ex: L'homme qui marche est un acteur célèbre. = De man die loopt is een bekende acteur.

- que / qu' is het lijdend voorwerp in de bijzin.
ex: L'homme que tu vois est un acteur célèbre. = De man die je ziet is een bekende acteur.


* de bijzin is schuingedrukt.

Slide 8 - Diapositive

Je porte un pull. 
Le pull est noir. 

=> Je porte un pull qui est noir. 


Slide 9 - Diapositive

Indiquez le pronom relatif:
Je porte le pull que tu as choisi.
A
Je porte
B
le pull
C
que
D
tu as choisi

Slide 10 - Quiz

Indiquez l'antécédent:
Je porte le pull que tu as choisi.
A
Je porte
B
le pull
C
tu as choisi
D
il n'y a pas d'antécédent

Slide 11 - Quiz

Exemples:
C'est le professeur ........ donne beaucoup de devoirs.
Het onderwerp van de pv 'donne' is ook het onderwerp van de hoofdzin, nl. "le professeur". Ik vul hier in: QUI

C'est le professeur ...... les élèves aiment beaucoup.
Het onderwerp van de pv 'aiment is niet "le professeur" maar "les élèves:. 
 Ik vul hier in:  QUE

Slide 12 - Diapositive

Volg de links van de volgende slides om de opdrachten te maken.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

Slide 15 - Lien

Wil je de theorie nog eens beluisteren?
 
Klik dan op de link op de volgende slide.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien