§ 3.3 Inkomsten en uitgaven van de overheid

§ 3.3 Inkomsten en uitgaven van de overheid
Hoe zitten de overheidsfinanciën in elkaar?

Kernwoorden:
- structurele en incidentele baten
- financieringestekort 
- staatsschuld

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

§ 3.3 Inkomsten en uitgaven van de overheid
Hoe zitten de overheidsfinanciën in elkaar?

Kernwoorden:
- structurele en incidentele baten
- financieringestekort 
- staatsschuld

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Inkomsten en uitgaven
De inkomsten van de overheid bestaat voor het grootste deel uit belastinginkomsten. De uitgaven kunnen worden verdeeld in structurele en incidentele uitgaven.
Structureel: komen elk jaar terug, zoals uitgaven voor onderwijs, zorg, etc.
Incidenteel: zijn eenmalig of in ieder geval niet regelmatig. Voorbeeld is Corona-steun.

 



Slide 3 - Diapositive

Financieringstekort en staatsschuld
Als de overheidsinkomsten kleiner zijn dan de overheidsuitgaven, moet de overheid lenen. Dit verschil heet het financieringstekort
De staatsschuld neemt hierdoor toe.

Slide 4 - Diapositive

Gevolgen (hoge) staatsschuld
  • Als de overheid geld leent, moeten toekomstige generaties dit terugbetalen. Het financieringstekort is in feite uitgestelde .............................................................. .
  • Als er (te) veel vraag is naar producten van de overheid, kunnen de prijzen stijgen (inflatie).


Slide 5 - Diapositive

  • Als de overheid geld leent, neemt de vraag naar geld op de kapitaalmarkt toe. Hierdoor zal rente ........................... Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat bedrijven minder ................................................................ .

Slide 6 - Diapositive

Gevolgen (hoge) staatsschuld
Als de overheid geld leent, neemt de vraag naar geld op de kapitaalmarkt toe. Hierdoor zal rente stijgen. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat bedrijven minder investeren. 

Een stijgende rente kan ook tot hogere kosten van de bedrijven leiden (die al een lening hebben) en dit kan leiden tot hogere prijzen. 


Slide 7 - Diapositive

Als de overheid geld leent, moeten toekomstige generaties dit terugbetalen. Het financieringstekort is in feite uitgestelde belasting.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

1) Wat is een staatsschuld?
2) Van wie leent de overheid geld?
3) Waarom is de staatsschuld in de afgelopen jaren opgelopen?
4) Waarom is het hebben van een staatsschuld een vorm van “ruilen over de tijd”?
5) Wat is het grootste probleem van een hoge staatsschuld?
6) Hoe kun je als overheid de staatsschuld terugdringen?
7) Waarom zijn de maatregelen genoemd bij 6 niet altijd verstandig?





Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo